Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Smeulders en Özütok over het bericht ‘Wildgroei flexmakelaars baart zzp'ers zorgen’
Vragen van de leden Smeulders en Özütok (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Wildgroei flexmakelaars baart zzp'ers zorgen» (ingezonden 27 augustus 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 10 oktober 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 264.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Wildgroei flexmakelaars baart zzp'ers zorgen»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Deelt u de zorgen van zelfstandige zonder personeel (zzp)-organisaties en praktijkexperts
over de snelle groei van flexbemiddelaars op de arbeidsmarkt? Zo nee, waarom niet?
Vindt u ook dat deze flexbemiddelaars geen enkele toegevoegde waarde hebben op de
arbeidsmarkt? Zo nee, wanneer zijn flexbemiddelaars wel van toegevoegde waarde? Erkent
u dat er veel situaties zijn waar flexbemiddelaars enkel worden ingezet om risico’s
af te wentelen en lage tarieven te kunnen rekenen?
Wat gaat u doen om deze ongewenste ontwikkeling te stoppen?
Antwoord 2, 3, 4
Bemiddelaars kunnen een positieve rol spelen in het bij elkaar brengen van vraag en
aanbod op de arbeidsmarkt, ook voor zzp’ers. Zij kunnen inspelen op een behoefte aan
flexibel inzetbare arbeidskrachten en zijn van belang voor vakgebieden waar vraag
en aanbod van (gespecialiseerd) personeel moeilijker op elkaar aansluit. Soms verlenen
zij ook aanvullende diensten gerelateerd aan inhuurprocessen bij opdrachtgevers. Ik
vind het echter onwenselijk als constructies er (enkel) op gericht zijn om de voordeligste
route te bewandelen bij de inhuur van personeel. Zeker als daarmee het kabinetsbeginsel
van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats onder druk komt te staan. Zoals
ik eerder aan uw Kamer heb toegezegd ben ik op een aantal punten bezig te onderzoeken
welke maatregelen nodig zijn om misbruik als gevolg van arbeidsbemiddeling te voorkomen.
Deze maatregelen kunnen zich ook richten op bemiddeling ten aanzien van zzp’ers. Zo
heb ik een onderzoek aangekondigd dat zich richt op de praktijk van driehoeksrelaties
en de functie van uitzenden.2
Vraag 5
Kunt u reageren op de bewering in het artikel dat de rijksoverheid zelf de lelijkste
partner is? Vindt u ook dat de overheid zelf het goede voorbeeld zou moeten geven?
Antwoord 5
Het verwijt dat de rijksoverheid alleen op prijs stuurt is onterecht. Inhuur van externe
capaciteit wordt (Europees) aanbesteed. In de aanbestedingsprocedures spelen kwaliteitscriteria
een prominente rol. Belangrijke grote raamovereenkomsten – bijvoorbeeld op het gebied
van ICT-inhuur – worden voornamelijk op basis van kwalitatieve criteria gegund aan
leveranciers. Bij deze gunning van raamovereenkomsten speelt prijs een secundaire
rol. Ook bij de opdrachten binnen deze raamovereenkomsten is prijs veelal ondergeschikt
aan de aangeboden kwaliteit.
Vraag 6
Hoe vaak werken rijksoverheid en uitvoeringsdiensten met grote flexbemiddelaars? Hoeveel
heeft de rijksoverheid de afgelopen vijf jaar uitgegeven aan flexbemiddelaars? Kunt
u per ministerie en uitvoeringsdienst aangeven hoeveel mensen er werken via een bemiddelaar?
Waarom wordt voor deze constructie gekozen? Welke afspraken worden met deze tussenpartijen
gemaakt?
Antwoord 6
Onderdelen van de rijksoverheid maken gebruik van externe arbeidscapaciteit in het
geval van tijdelijke werkzaamheden, pieken in de werkzaamheden, discontinuïteit bij
ziekte en bij benodigde specialistische kennis. De inhuur van externe capaciteit gebeurt
via verschillende type van bedrijven, zoals uitzendbureaus, detacheringsbureaus en
flexbemiddelaars.
Ongeacht het type bedrijf, geldt dat inhuur veelal plaatsvindt via raamovereenkomsten
die via Europese aanbestedingen tot stand komen. In de aanbestedingsprocedure worden
aan de bedrijven, vanuit goed opdrachtgeverschap, naast eisen met betrekking tot de
technische bekwaamheid, vaak ook eisen gesteld op het gebied van certificeringen,
financiële draagkracht en het nakomen van financiële verplichtingen aan de personen
die bemiddeld worden. Hiermee wordt bevorderd dat de rijksdienst zakendoet met bonafide
bedrijven en geeft ook een waarborg dat het bedrijf zijn rol als werkgever goed invult.
Rijksoverheid.nl bevat een overzicht met gegevens van de Rijkscontracten, die onder
regie van Categoriemanagement Rijk zijn afgesloten3. Hierin staan ook de raamovereenkomsten die gaan over het inzetten van externe arbeidscapaciteit,
zoals ICT-inhuur en inhuur financieel advies en auditcapaciteit. Bij veel aanbestedingen
en raamovereenkomsten wordt er bewust voor gekozen om deze toegankelijk te houden
voor meerdere type dienstverleners met onderling afwijkende dienstverleningsconcepten,
zoals zowel detacheerders als flexbemiddelaars, om onderlinge concurrentie te bevorderen
en leveringszekerheid te vergroten.
In de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (JBR) wordt ieder jaar een overzicht gepubliceerd
van de uitgaven van de rijksdienst per Ministerie van de externe inhuur. Dit betreft
de inhuur van externe capaciteit als geheel; er wordt geen onderscheid gemaakt naar
het type bedrijf waarvandaan de ingehuurde medewerkers ingezet worden. Hoeveel mensen
per jaar via flexbemiddelaars bij de ministeries werken is derhalve niet uit deze
cijfers af te leiden. Daarnaast is op te merken dat een strikt onderscheid tussen
«flexbemiddelaars» en andere type bedrijven vaak niet goed te maken is. Bedrijven
verrichten verschillende diensten naast elkaar en kunnen zowel eigen personeel ter
beschikking stellen aan een klant, personeel van onderaannemers doorlenen als bemiddelen
voor zzp’ers.
Vraag 7
Bent u bereid kritisch naar uw eigen opdrachtgeverschap te kijken en dit te verbeteren?
Zo ja, hoe gaat u dit oppakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Binnen de rijksdienst wordt reeds kritisch gekeken naar het eigen opdrachtgeverschap.
Voordat aanbestedingsprocedures gestart worden, vinden veelal marktconsultaties plaats
waarbij partijen worden uitgenodigd hun visie te geven. Door het rijksbrede categoriemanagement
worden categorieplannen opgesteld en uitgevoerd. Hierin worden onder andere inkoopstrategieën,
bijdragen aan rijksbrede beleidsdoelstellingen en andere relevante aspecten gerelateerd
aan een goed (rijksbreed) opdrachtgeverschap uiteengezet en uiteindelijk nagestreefd.
Na het afsluiten van contracten worden via contractmanagement, gedurende de loop van
contracten, de uitvoering en de nakoming gevolgd en wordt zo nodig ingegrepen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.