Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over het schenden van mensenrechten door een Nederlands bedrijf bij de sloop van een schip
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het schenden van mensenrechten door een Nederlands bedrijf bij de sloop van een schip (ingezonden 13 september 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
17 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de bevindingen van Zembla over de sloop van een schip van het Nederlandse
bedrijf SBM Offshore?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevindingen van Zembla? Bent u reeds hierover in contact met
het betreffende bedrijf? Zo nee, op welke termijn gaat u dat doen?
Antwoord 2
Naar aanleiding van de uitzending heeft een gesprek plaatsgevonden met SBM Offshore.
Daarbij heeft SBM Offshore zijn gepubliceerde statement nader toegelicht. Verder wordt
intern onderzoek naar deze casus gedaan en lering getrokken voor de toekomst, aldus
SBM Offshore.
Vraag 3 en 4
Deelt u de mening dat SBM Offshore had kunnen en, volgens de richtlijnen voor multinationale
ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna,
OESO-richtlijnen), moeten weten dat het (laten) slopen van een schip in India grote
risico’s op het gebied van mensenrechten met zich meebrengt? Zo ja, welke consequenties
vindt u dat het bedrijf daaraan moet verbinden? Zo nee, waarom niet?
Ziet u een rol voor uzelf weggelegd om na te gaan of de door SBM Offshore afgegeven
reactie aan Zembla dat werknemers onder de juiste arbeidsomstandigheden werkten klopt?
Zo nee, waarom niet? Bent u bereid het Nationaal Contactpunt van de OESO opdracht
te geven om te bezien of SBM Offshore in lijn met de OESO-richtlijnen handelde?
Antwoord 3 en 4
Tijdens het gesprek met SBM Offshore is nadrukkelijk besproken dat de Nederlandse
overheid van Nederlandse bedrijven verwacht dat zij de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen toepassen. Op basis van deze richtlijnen wordt onder meer van bedrijven
met een internationale waardeketen verwacht dat zij de risico’s in hun keten op schade
aan mens en milieu in kaart brengen en deze risico’s trachten te mitigeren of voorkomen.
Het voldoen aan wettelijke standaarden in productielanden is hierbij niet afdoende.
De overheid informeert bedrijven op diverse manieren over de OESO-richtlijnen en ook
over ondernemen in India. Voor informatie kunnen Nederlandse bedrijven o.a. een beroep
doen op de Nederlandse vertegenwoordiging in India, de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken zelf. Het Ministerie van
Buitenlandse Zaken kan zelf geen onderzoek doen naar arbeidsomstandigheden in het
buitenland. In geval van een veronderstelde schending van de OESO-richtlijnen kunnen
belanghebbenden een melding doen bij het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen
(NCP).
Vraag 5
Kunt u aantonen of SBM Offshore, al dan niet indirect, werd of wordt gefinancierd
met Nederlands overheidsgeld? Zo ja, zijn daarbij milieueffectenrapportages overhandigd?
Hoe duidt u deze rapportages nu u kennis heeft genomen van de bevindingen door Zembla
over het betreffende sloopproject in India?
Antwoord 5
Met het betreffende project van SBM Offshore in India is geen overheidsfinanciering
gemoeid. Hier zijn dus ook geen milieueffectenrapportages over ontvangen. In 2015
is aan SBM Offshore een exportkredietverzekering (ekv) verstrekt ten behoeve van een
project in Brazilië. Hiervoor zijn milieueffectenrapportages ingediend. Deze rapportages
hebben samen met andere informatie destijds gediend als basis voor de IMVO-beoordeling
van de ekv-aanvraag. Aangezien deze rapportages betrekking hadden op een project in
Brazilië, geeft de uitzending van Zembla geen reden om deze rapportages anders te
duiden.
Vraag 6
Kunt u garanderen dat totdat deze kwestie is opgehelderd en SBM Offshore kan aantonen
voortaan in lijn te handelen met de OESO-richtlijnen, het bedrijf niet door Nederlands
overheid (indirect) wordt gefinancierd en wordt uitgesloten van handelsmissies?
Antwoord 6
SBM Offshore heeft zich op dit moment niet aangemeld voor een economische missie en
ontvangt geen overheidsfinanciering van de RVO. Zodra zij daarop een beroep doen of
zich aanmelden voor een handelsmissie, zal getoetst worden of het bedrijf aan de voorwaarden
daarvoor voldoet. IMVO-criteria maken hier deel van uit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.