Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over de wachtlijsten bij het speciaal onderwijs
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de wachtlijsten bij het speciaal onderwijs. (ingezonden 25 september 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 11 oktober
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Scholen voor speciaal onderwijs bezwijken onder wachtlijsten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u zicht op de hoogte van de huidige wachtlijsten in het speciaal basis- en voortgezet
speciaal onderwijs? Zo ja, kunt u de cijfers per ommegaande met de Kamer delen? Zo
nee, deelt u de mening dat het van belang is een dergelijk inzicht te hebben en bent
u bereid de wachtlijsten inzichtelijk te maken?
Antwoord 2
Er is geen informatie beschikbaar van het aantal leerlingen dat op een wachtlijst
voor het speciaal basis onderwijs (sbo) en (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so staat.
Ik deel uw mening dat het goed zou zijn om hier meer inzicht in te krijgen. Ik ben
bereid te verkennen of en zo ja hoe we deze informatie inzichtelijk kunnen krijgen.
Vraag 3
Deelt u de stelling van het Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs dat zich
«dramatische situaties» voordoen in het speciaal onderwijs? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Op dit moment kan er landelijk gezien nog geen uitspraak worden gedaan over de situatie
in het (v)so. De definitieve cijfers over de instroom dit schooljaar in het sbo en
(v)so zijn op dit moment nog niet bekend. De gegevens van afgelopen schooljaren laten
een lichte toename van de instroom in het sbo en so en een daling in het vso zien.
Vraag 4
Ziet u een verband tussen enerzijds het lerarentekort en de daarmee te hoge werkdruk
in het reguliere onderwijs, en anderzijds de toename van het aantal leerlingen dat
wordt doorverwezen naar het speciaal onderwijs? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Afgelopen schooljaar was er sprake van een lichte toename van de instroom in het sbo
en so. In het sbo komt de lichte stijging met name door de instroom vanuit het regulier
basisonderwijs, gevolgd door de instroom van jonge leerlingen die direct naar het
sbo gaan. De lichte stijging in het so wordt vooral veroorzaakt door deze laatste
groep.
In het vso is er sprake van een afname van de instroom.
Het kabinet heeft via de werkdrukmiddelen in 2019 € 333 miljoen beschikbaar gesteld
om de werkdruk in het basisonderwijs te verminderen. De komende jaren loopt dit bedrag
op tot € 430 miljoen. Scholen besteden deze middelen over het algemeen aan extra handen
in de klas. Of dit al dan niet lijdt tot een daling van de instroom van het sbo is
niet te zeggen.
Vraag 5
Wat doet u om de lerarentekorten specifiek in het speciaal basis- en voortgezet speciaal
onderwijs aan te pakken?
Antwoord 5
De aanpak van de tekorten in het (v)so loopt mee in de brede aanpak langs de zes lijnen.
Ook kan het (v)so meedoen in de regionale aanpak, waarbinnen ruimte is om specifiek
voor groepen scholen activiteiten in te plannen. In aanvulling hierop hebben de PO-Raad
en OCW in drie regio’s gesprekken georganiseerd met alle betrokkenen (scholen, besturen,
opleidingen en gemeenten). Doel van deze bijeenkomsten was het inventariseren van
knelpunten en oplossingsrichtingen. Op basis van de resultaten worden vervolgacties
gepland. In de brief over het lerarentekort in december wordt u hier nader over geïnformeerd.
Vraag 6
Ziet u een verband tussen het tekort aan leraren in het voortgezet speciaal onderwijs
en het gegeven dat de leraren in die onderwijssector onder de cao van het primair
onderwijs vallen? Zo ja, deelt u de mening dat zij idealiter volgens de cao van het
voortgezet onderwijs zouden moeten worden betaald? Zo nee, hoe verklaart u de relatief
hoge tekorten in deze onderwijssector?
Antwoord 6
Het is niet aan het Rijk, maar aan de sociale partners om te bepalen wie onder welke
cao valt. Overigens biedt de huidige cao in het po wel ruimte om leraren die in het
uitstroomprofiel vervolgonderwijs (bijvoorbeeld havo/vwo) lesgeven een hoger salaris
te bieden. Over het algemeen zitten leraren in het vso ook in een hogere salarisschaal
dan in het reguliere basisonderwijs. Scholen gaan zelf over hun personeelsbeleid.
De sociale partners kunnen hierover ook aanvullende afspraken maken.
Vraag 7
Kunt u inzichtelijk maken wat het kost om leraren in het voortgezet speciaal onderwijs
onder de cao van het voortgezet onderwijs te laten vallen? Kunt u daarbij ingaan op
uw berekening?
Antwoord 7
(V)SO-docenten opnemen in cao vo
Optie
Bedrag
(V)so vervolgonderwijs cao vo onderwijzend personeel
Ca. € 35 mln.
(V)so alle leraren cao vo onderwijzend personeel
Ca. € 120 mln.
Om alle leraren in het (v)so met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs onder de cao
vo te laten vallen is structureel circa € 35 miljoen nodig. Om alle leraren in het
(v)so onder de beloning van de cao vo te laten vallen is structureel circa € 120 miljoen
benodigd. Idee hierbij is dat (v)so-leraren op basis van de huidige schaal en trede
in de cao po worden ingepast in de cao vo2.
Verder moet bij het onderbrengen onder de cao vo rekening gehouden worden met het
feit dat naast de beloningskosten ook kosten ontstaan doordat ook andere arbeidsvoorwaarden
gaan gelden voor (v)so-leraren zoals een ander aantal lesgevende uren.
1) https://nos.nl/artikel/2303246-scholen-voor-speciaal-onderwijs-bezwijke…
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.