Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Özütok over het bericht dat het COC veel Friese scholen niet meer binnenkomt
Vragen van het lid Özütok (GroenLinks) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «COC komt veel Friese scholen niet meer binnen» (ingezonden 13 september 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
            de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Binnenlandse Zaken
            en Koninkrijksrelaties (ontvangen 8 oktober 2019).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «COC komt veel Friese scholen niet meer binnen»1?
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Deelt u de bezorgdheid over het feit dat het aantal gastlessen over de acceptatie
               van LHBTI’ers in de provincie Friesland met 60 procent is afgenomen? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 2
            
Het is opvallend dat het aantal gastlessen zo sterk is afgenomen. Dit hoeft echter
               niet direct te betekenen dat dit onderwerp onvoldoende aandacht krijgt op scholen.
               Scholen zijn vrij om te kiezen op welke manier ze aandacht besteden aan acceptatie
               van seksuele diversiteit. Dat kan tijdens de reguliere lessen seksuele voorlichting,
               maar ook als onderdeel van burgerschapsonderwijs, via toneel, projecten of gastlessen.
               Dit hoeft natuurlijk niet per se via gastlessen van het COC. Alle scholen zijn, op
               grond van het kerndoelonderdeel seksualiteit en seksuele diversiteit, verplicht om
               aandacht te besteden aan het respectvol omgaan met seksuele diversiteit. De inspectie
               ziet hier op toe.
            
Ik juich het toe dat ook provincies investeren in het vergroten van lhbti-acceptatie
               en veiligheid. Het is echter primair een taak voor gemeenten en de rijksoverheid.
               Via het programma Regenboogsteden steun ik gemeenten financieel. Regenbooggemeenten
               ontwikkelen lhbti-beleid op door hun zelf gekozen thema’s. In de praktijk blijkt dat
               vrijwel alle gemeenten die medefinanciering ontvangen aandacht hebben voor onderwijs,
               en vaak kiezen voor gastlessen van het COC. Gemeenten zijn hiertoe echter niet verplicht.
               De gedachte van het programma is juist dat op lokaal niveau het best de inschatting
               gemaakt kan worden welke interventies het meest effect hebben.
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat het belangrijk is dat er voortdurend aandacht blijft in de samenleving
               en dus bij uitstek ook in het onderwijs voor de acceptatie van LHBTI’ers? Deelt u
               tevens de mening dat het hiervoor niet uit zou moeten maken of iemand in Amsterdam,
               Urk, Maastricht of Noardeast-Fryslân woont? Zo ja, hoe zou deze aandacht er in de
               praktijk minimaal uit moeten zien? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3
            
Ja, die mening deel ik. Overigens hoeft dat niet te betekenen dat op alle scholen
               gastlessen door het COC gegeven worden Scholen zijn vrij om te kiezen op welke manier
               ze aandacht besteden aan acceptatie van lhbti-personen. Om leraren en scholen meer
               duidelijkheid te bieden over wat we van hen verwachten, wordt het kerndoelonderdeel
               seksualiteit en seksuele diversiteit herzien (onderdeel van de curriculumherziening).
               De ontwikkelteams zullen binnenkort hun adviezen op de negen leergebieden aanbieden
               aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. Mogelijk wordt een aantal
               kerndoelen op basis van deze adviezen aangepast. Dit neemt niet weg dat scholen ook
               in de toekomst de ruimte houden om zelf te kiezen welke methode of voorlichtingsmateriaal
               ze gebruiken, ook op het terrein van seksuele vorming, relaties en seksuele diversiteit
            
Vraag 4, 5
            
Welke concrete afspraken zijn er gemaakt bij de overdracht van het LHBTI-beleid van
               de provincie naar de gemeenten?
            
Is het totale subsidiebedrag voor gastlessen en voor ander beleid ter stimulering
               van de emancipatie van LHBTI’ers alleen in Friesland verlaagd of speelt dit ook in
               andere provincies? Zo ja, wat is de feitelijke situatie in de andere provincies? Zo
               nee, hoe verklaart u de situatie in Friesland?
            
Antwoord 4, 5
            
Ik ben niet op de hoogte van afspraken over de overdracht van lhbti-beleid van provincies
               naar gemeenten. Provincies en gemeenten zijn zelfstandige bestuurslagen. Het staat
               hen vrij provinciaal en lokaal lhbti-beleid te voeren en daarover afspraken te maken.
               Provincies en gemeenten dienen daar dan zelf financiële middelen voor vrij te maken.
               Vanzelfsprekend juich ik het toe wanneer provincies en gemeenten met inzet van eigen
               middelen lhbti-beleid ontwikkelen en daarover met elkaar afspraken maken.
            
Ik ondersteun de emancipatie van lhbti-personen via gemeenten, via het programma Regenboogsteden
               (zie ook het antwoord op vraag 6).
            
Vraag 6
            
Hoeveel gemeenten in Nederland zijn regenbooggemeenten? Wat betekent dit concreet
               qua financiële steun vanuit de rijksoverheid? Hoeveel financiële steun geeft de rijksoverheid
               jaarlijks direct en indirect uit aan de emancipatie van LHBTI’ers op regionaal en
               lokaal niveau?
            
Antwoord 6
            
Er zijn 53 Regenboogsteden waarmee ik samenwerk. Deze gemeenten ontvangen € 20.000
               per jaar (G4 € 50.000) voor de periode 2019–2022 om in te zetten op de verbetering
               van sociale acceptatie en sociale veiligheid van lhbti-personen op lokaal niveau.
               De Regenboogsteden leggen het equivalent van dat bedrag bij aan cofinanciering.
            
Het is niet exact te bepalen hoeveel financiële steun de rijksoverheid geeft aan lhbti-emancipatie.
               Via acht strategische partnerschappen werkt de Minister van OCW samen met maatschappelijke
               partnerorganisaties aan o.a. lhbti-emancipatie. Het partnerschap van COC, Transgender
               Netwerk Nederland en NNID ontvangt bijvoorbeeld ongeveer twee miljoen per jaar. Maar
               bij sommige partnerschappen wordt zowel aandacht besteed aan de acceptatie van gendergelijkheid
               en de sociale veiligheid van vrouwen, als aan lhbti-emancipatie. Dit is bijvoorbeeld
               het geval bij het partnerschap van Movisie met verschillende migrantenorganisaties.
            
Graag verwijs ik ook naar mijn antwoord d.d. 27 november 2018 op vragen van uw Kamer
               van leden Bergkamp en Özütok over «Het bericht 53 steden tekenen intentieverklaring
               Regenboogbeleid» (Kamerstuk 2018D60327).
            
Vraag 7
            
Hoe stimuleert u de emancipatie van LHBTI’ers in gemeenten die (nog) geen regenbooggemeenten
               zijn?
            
Antwoord 7
            
Gemeenten kunnen zelf doelstellingen formuleren op lokaal lhbti-beleid en kunnen zich
               daarmee ook Regenboogstad noemen. Gemeenten met de ambitie om lhbti-beleid te ontwikkelen,
               kunnen daarnaast samenwerken met Regenboogsteden uit de regio. Op die manier kunnen
               zij ervaringen uitwisselen en samen optrekken in regionale projecten en activiteiten.
               Ook kunnen gemeenten de samenwerking opzoeken in de provincie.
            
Iedere gemeente en provincie kan voor het lhbti-beleid gebruik maken van de Regenbooggids
               voor gemeenten en de handreikingen lhbti-beleid van Movisie. De Regenbooggids en de
               handreikingen bieden handvatten en een stappenplan waarmee een gemeente lokaal lhbti-beleid
               kan ontwikkelen, in samenwerking met lokale partners. Pink Link, de digitale nieuwsbrief
               van Movisie voor beleidsmakers en belangenbehartigers, biedt nieuws en informatie
               over landelijk en lokaal lhbt-beleid.
            
Vraag 8
            
Hoe wordt voorkomen dat LHBTI’ers in gemeenten waar weinig tot geen LHBTI-beleid wordt
               gevoerd in de knel komen bijvoorbeeld omdat zij zich niet geaccepteerd voelen?
            
Antwoord 8
            
Door samen te werken met de gemeenten uit de G50 probeer ik zoveel mogelijk burgers
               te bereiken. Daarnaast wordt de Regenboogsteden gevraagd om samen te werken met omliggende
               gemeenten, zodat een «olievlekwerking» ontstaat.
            
Vraag 9
            
Bent u bereid om met provincies en gemeenten in gesprek te gaan over het belang van
               het voortdurend aandacht hebben voor de belangen van LHBTI’ers? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
Ja dat ben ik al. De Regenboogprovincies werken samen in één netwerk. De inhoudelijke
               ondersteuning daarvan ligt bij Movisie. Daarnaast is er regelmatig overleg met gemeenten,
               die lokaal lhbti-beleid hebben.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - 
              
                  Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.