Schriftelijke vragen : Handhaving van wet- en regelgeving, onder andere met betrekking tot kustvissers
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over handhaving van wet- en regelgeving, onder andere met betrekking tot kustvissers (ingezonden 4 oktober 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht van het Openbaar Ministerie (OM) «Er bestaat een beeld van terughoudendheid
bij de overheid om te handhaven»?1
Vraag 2
Kent u het NOS-bericht «Nederland ziet fraude van kustvissers door de vingers»?2
Vraag 3
Deelt u de opvatting: «Adequate handhaving van wet- en regelgeving is van essentiële
betekenis voor het realiseren van de met die wet- en regelgeving beoogde doelstellingen
van overheidsbeleid», die met een voetnoot in het OM-bericht is aangehaald? Zo nee,
waarom niet?3
Vraag 4
Deelt u de opvatting van de Onderzoeksraad voor Veiligheid: «Voor effectief toezicht
is het nodig dat bedrijven die niet uit zichzelf de regels naleven voldoende toezichtdruk
voelen om dat toch te doen»? Zo nee, waarom niet?4
Vraag 5
Deelt u de opvatting van de Europese Commissie: «Sancties zijn een belangrijk onderdeel
van elk regelgevingsstelsel. Zij hebben een afschrikkend effect en dienen als katalysator
om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving wordt nageleefd», die met een voetnoot in
het OM-bericht is aangehaald? Zo nee, waarom niet?5
Vraag 6
Deelt u het beeld van Dato Steenhuis: «Al met al wordt het beeld van de handhaving
als een goeddeels papieren tijger (...) bevestigd», die met een voetnoot in het OM-artikel
is aangehaald? Zo nee, waarom niet?6
Vraag 7
Is de waarneming van de NOS dat tientallen vissersschepen veel meer vermogen gebruiken
dan is toegestaan waar? Zo nee, waarom niet?7
Vraag 8
Is het waar dat de Nederlandse overheid al minstens tien jaar nauwelijks optreedt
tegen kustvissers die meer motorvermogen gebruiken dan is toegestaan? Zo ja, hoe komt
dat? Zo nee, kunt u toelichten wat er dan niet waar is?
Vraag 9
Is het waar dat de rechter de overheid dertien jaar geleden heeft gesommeerd beter
te controleren of kustvissers zich aan de regels houden? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
hoe is daar uitvoering aan gegeven?
Vraag 10
Is het waar dat u door de Europese Commissie bent gevraagd c.q. in de gelegenheid
gesteld om te reageren op een rapport over de gebruikte motorvermogens, maar dat u
heeft afgezien van een reactie? Zo nee, waaruit bestond die reactie en bent u bereid
de Kamer daarvan een afschrift te doen toekomen? Zo ja, waarom heeft u niet gereageerd?8
Vraag 11
Waren er binnen uw ministerie en/of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
eerder vermoedens, signalen, aanwijzingen, informatie of wetenschap van welke aard
dan ook aanwezig dat kustvissersschepen meer motorvermogen gebruiken c.q. kunnen gebruiken
dan is toegestaan? Zo ja, waaruit bestonden die vermoedens, signalen, aanwijzingen,
informatie of wetenschap en bent u bereid om deze, voor zover deze in stukken of andere
informatiedragers, in de ruimste zin des woords, zijn vastgelegd, aan de Kamer beschikbaar
te stellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Welke ambtsdragers en/of functionarissen van uw ministerie en/of de NVWA waren op
de hoogte van vermoedens, signalen, aanwijzingen of hadden informatie of wetenschap
van welke aard dan ook die erop duidden dat kustvissersschepen meer motorvermogen
gebruiken c.q. kunnen gebruiken dan is toegestaan?
Vraag 13
Zijn of waren er binnen uw ministerie en/of de NVWA instructies, aanwijzingen, opdrachten,
beleid of richtlijnen met betrekking tot het toezicht en handhaving van de motorvermogens
van kustvissersschepen? Zo ja, welke en bent u bereid deze beschikbaar te stellen
aan de Kamer?
Vraag 14
Zijn motorvermogens van kustvissersschepen onderwerp van bespreking, overleg of andere
communicatie, zowel fysiek als anderszins, geweest binnen uw ministerie en/of de NVWA?
Zo ja, wanneer, welke ambtsdragers of functionarissen hebben daaraan deelgenomen,
in welke stukken of andere informatiedragers is dit vastgelegd en bent u bereid deze
stukken c.q. informatiedragers beschikbaar te stellen aan de Tweede Kamer?
Vraag 15
Wanneer en door welke functionarissen zijn toezichts- en/of handhavingsactiviteiten
ondernomen, welke waarnemingen c.q. bevindingen zijn gedaan, welke conclusies zijn
getrokken en welke acties, waaronder handhavingsacties, zijn ondernomen op basis van
iedere waarneming c.q. bevinding?
Vraag 16
Bent u van oordeel dat ten aanzien van het gebruik van vermogens van kustvissersschepen
sprake is c.q. is geweest van voldoende, toereikende en adequate handhaving van wet-
en regelgeving voor het realiseren van de met de wet- en regelgeving beoogde doelstellingen
van overheidsbeleid? Zo ja, waarop baseert u dat?
Vraag 17
Bent u van oordeel dat de eigenaren c.q. exploitanten van kustvissersschepen voldoende
toezichtsdruk hebben ervaren om de regels met betrekking tot het maximum toegestane
gebruik van motorvermogens na te leven? Zo ja, waarop baseert u dat?
Vraag 18
Bent u van oordeel dat met betrekking tot het toezicht en handhaving van het gebruik
van het motorvermogen van kustvissersschepen sancties een belangrijk onderdeel zijn
geweest van het regelgevingsstelsel, een afschrikkend effect hebben gehad en hebben
gediend als katalysator om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving is nageleefd? Zo ja,
waarop baseert u dat?
Vraag 19
Is met betrekking tot het toezicht en de handhaving van het gebruik van motorvermogens
van kustvissersschepen het toezicht feitelijk zo geweest dat het beeld van goeddeels
een papieren tijger is gevestigd? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J. Moorlag, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.