Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen de leden Van Weyenberg en Leijten over ambtenaren die deelnemen aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven
Vragen van de leden Van Weyenberg (D66) en Leijten (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over ambtenaren die deelnemen aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven (ingezonden 12 september 2019).
Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 4 oktober
2019)
Vraag 1
Deelt u de mening dat ambtenaren niet namens de Nederlandse overheid in belastingcommissies
van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven moeten zitten?
Vraag 2
Deelt u de mening dat rolduidelijkheid van medewerkers van de Nederlandse overheid
in het contact met lobbyorganisaties en niet-gouvernementele organisaties (ngo's)
belangrijk is?
Vraag 3
Deelt u de mening dat een lidmaatschap van, of vaste deelname aan, belastingcommissies
van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven in strijd is met deze rolduidelijkheid?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de vaste deelname van Nederlandse ambtenaren aan zulke overlegstructuren
mede door dit gebrek aan rolduidelijkheid het risico op belangenverstrengeling, en
de schijn van een gebrek aan onafhankelijkheid van ministeries, kan vergroten?
Vraag 5
Deelt u de mening dat ook de rol van toehoorder, zoals u suggereert in reactie op
het verzoek van het lid Van Weyenberg tijdens het debat met Staatssecretaris van Financiën
op 13 juni 2019 (Kamerstuk 32 637, nr. 376), betekent dat een ambtenaar namens de Nederlandse overheid vast onderdeel wordt
van een regulier overleg van een lobbyclub van buitenlandse bedrijven?
Vraag 6
Deelt u de mening dat u daarmee vooral kiest voor een optische oplossing en geen recht
doet aan de werkelijke bezwaren tegen een vaste deelname van een Nederlandse ambtenaar
aan reguliere overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven?
Vraag 7
Sinds wanneer is het beleid dat ambtenaren van de Netherlands Foreign Investment Agency
(NFIA) regulier deelnemen aan overleggen van lobbyclubs? Is daar een politiek besluit
over genomen? Is dit beleid ooit expliciet voorgelegd aan de Tweede Kamer?
Vraag 8
Bent u bereid om per direct de vaste deelname van ambtenaren namens de Nederlandse
overheid aan overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven te stoppen, zowel
in de rol van toehoorder als in andere rollen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Nemen medewerkers van de NFIA ook deel aan overleggen van lobbyclubs van buitenlandse
bedrijven en organisaties buiten de American Chamber of Commerce in the Netherlands
(AmCham), de Japanse Chamber of Commerce en de Duitse Handelskammer? Kunt u een uitputtende
lijst geven van overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven waar medewerkers
van de NFIA regulier aan deelnemen of uit functie van de Nederlandse overheid lid
van zijn?
Vraag 10
Hoe verhouden de activiteiten van AmCham zich tot de activiteiten van de Japanse Chamber
of Commerce, de Duitse Handelskammer, de Nederlandse Kamer van Koophandel (KvK) en
de andere overlegstructuren en lobbyclubs zoals verzocht in vraag 9?
Vraag 11
Kunt u hierbij specifiek ingaan op de verschillen in met name de buitenlandse activiteiten,
de organisatievorm en de verhouding tot de desbetreffende overheid van de verschillende
lobbyclubs en organisaties?
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat AmCham in tegenstelling tot de Nederlandse KvK geen zelfstandig
bestuursorgaan is en bijvoorbeeld geen overheidstaken uitvoert?
Vraag 13
Is de NFIA, of de desbetreffende medewerker namens de NFIA, lid van AmCham? Zo ja,
betaalt de NFIA contributie voor dit lidmaatschap en/of verricht de NFIA op een andere
manier financiële bijdragen aan AmCham? Zo ja, hoe hoog is deze contributie? Zo ja,
gaat het om een «corporate membership», een «patron membership», een «contributing
membership» of een andere vorm van lidmaatschap? Zo ja, onder welk artikel is het
lidmaatschap opgenomen op de begroting van EZK?
Vraag 14
Is de NFIA, of de desbetreffende medewerker namens de NFIA, lid van vergelijkbare
lobbyclubs of organisaties zoals de Japanse Chamber of Commerce en de Duitse Handelskammer?
Kunt u een uitputtend overzicht geven van lobbyclubs waar de NFIA lid van is? Zo ja,
betaalt de NFIA contributie voor dergelijke lidmaatschappen? Zo ja, om wat voor soort
lidmaatschap gaat het? Zo ja, hoe hoog zijn deze contributies? Zo ja, onder welk artikel
is het lidmaatschap opgenomen op de begroting van EZK?
Vraag 15
Hoeveel bijeenkomsten van AmCham zijn in 2016, 2017, 2018 en de eerste helft van 2019
bijgewoond door medewerkers van de NFIA?
Vraag 16
Kunt u hierbij een uitsplitsing maken naar de verschillende commissies, zoals de tax
committee, de pharmaceutical committee en de legal committee?
Vraag 17
Kunt u bevestigen dat de tax comittee van AmCham tot doel heeft om te waarschuwen
en te signaleren wanneer belastingvoorstellen misschien toch slecht zijn voor bedrijven?
Vraag 18
Wat is het doel van de pharmaceutical committee en de legal committee?
Vraag 19
Met welk doel nemen medewerkers van de NFIA deel aan deze overleggen?
Vraag 20
Zijn de verslagen van deze overleggen openbaar?
Vraag 21
Op welke wijze informeert u de Kamer over deze overleggen?
Vraag 22
Heeft u, wanneer deelname van een medewerker van de NFIA en commissies van AmCham
tot nieuwe inzichten heeft geleid met betrekking tot het vestigingsklimaat, de Kamer
daarover geïnformeerd? Zo ja, op welke wijze?
Vraag 23
Hoe definieert u de rol van toehoorder?
Vraag 24
Betekent de rol van toehoorder dat een medewerker van de NFIA in of een marge van
dergelijke overleggen enkel toehoort en bijvoorbeeld zelf geen ontwikkelingen in het
vestigingsklimaat toelicht?
Vraag 25
Welke rol, anders dan toehoorder, hebben medewerkers van de NFIA bij overleggen van
AmCham tot nu toe ingevuld?
Vraag 26
Deelt u de mening dat er ook zonder deelname aan belastingcommissies van lobbyclubs
van buitenlandse bedrijven voldoende mogelijkheden zijn voor de Nederlandse overheid
om op de hoogte te zijn van relevante ontwikkelingen voor het Nederlandse vestigingsklimaat?
Vraag 27
Deelt u de mening dat er ook zonder deelname aan belastingcommissies van lobbyclubs
van buitenlandse bedrijven voldoende mogelijkheden zijn voor de Nederlandse overheid
om contact te hebben met relevante publieke en private partijen?
Vraag 28
Hoeveel gesprekken heeft u in 2016, 2017, 2018 en de eerste helft van 2019 gevoerd
met AmCham, de Japanse Chamber of Commerce, de Duitse Handelskammer en andere overleg-
en lobbyclubs zoals verzocht in vraag 10?
Vraag 29
Kunt u bevestigen dat een voormalig directeur van de NFIA in ieder geval sinds 2013
één van de vicevoorzitters van AmCham is?
Vraag 30
Hoeveel medewerkers van de Nederlandse overheid hebben in lijn met artikel 61 van
het Algemeen Rijksambtenarenreglement een nevenwerkzaamheid bij AmCham of vergelijkbare
lobbyclubs en organisaties opgegeven?
Vraag 31
Kunt u bevestigen dat naast een aantrekkelijk vestigingsklimaat ook de aanpak van
belastingontwijking- en ontduiking één van de fiscale prioriteiten van dit kabinet
is?
Vraag 32
Op welke wijze laat de Nederlandse overheid zich informeren over het beschermen van
de Nederlandse belastinggrondslag, alsmede de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking?
Vraag 33
Zijn medewerkers van de Nederlandse overheid ook aanwezig bij overleggen van ngo’s,
zoals Tax Justice, bijvoorbeeld om goed op de hoogte te zijn van de nieuwste ontwikkelingen
in de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking?
Vraag 34
Hoeveel van dergelijke bijeenkomsten van ngo’s zijn in 2016, 2017, 2018 en de eerste
helft van 2019 bijgewoond door medewerkers van de Nederlandse overheid?
Vraag 35
Op welke wijze vult de Nederlandse overheid de signaalfunctie met betrekking tot de
aanpak van belastingontduiking- en ontwijking in?
Vraag 36
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Mededeling
De vragen van de leden Van Weyenberg (D66) en Leijten (SP) over ambtenaren die deelnemen
aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven (kenmerk 2019Z17072, ingezonden 12 september jl.) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden
beantwoord.
De reden van het uitstel is dat het verzamelen van informatie en de benodigde interdepartementale
afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd kost. Ik streef ernaar de vragen
zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.