Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diertens over het bericht ‘Kabinet laat Caribische ouderen achter in ‘mensonwaardig bestaan’
Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Kabinet laat Caribische ouderen achter in «mensonwaardig bestaan»» (ingezonden 12 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van Staatssecretaris
Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 4 oktober 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kabinet laat Caribische ouderen achter in «mensonwaardig
bestaan»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de constatering dat ouderen op Bonaire, St.-Eustatius en Saba in bittere armoede
leven?
Antwoord 2
Het rapport bevestigt dat het voor ouderen in Caribisch Nederland moeilijk is om de
eindjes aan elkaar te knopen. Het rapport ondersteunt daarmee de noodzaak van de inzet
van het kabinet om de inkomenspositie van inwoners in Caribisch Nederland te verbeteren
en de kosten van levensonderhoud te verlagen.
Vraag 3
Deelt u de mening van de Nationele Ombudsman dat de overheid te laks is?
Antwoord 3
Nee. Het kabinet constateert dat er een aanzienlijke opgave ligt om de situatie voor
inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren. De ambitie van het kabinet om het
sociaaleconomisch perspectief in Caribisch Nederland verder te verbeteren, is de afgelopen
periode richtinggevend geweest om een aantal beslissende stappen vooruit te zetten.
Met het vaststellen van het ijkpunt voor het sociaal minimum heeft het kabinet een
belangrijke stap gezet op weg naar een situatie waarin alle inwoners van Caribisch
Nederland voldoende inkomen hebben om te kunnen voorzien in de minimale kosten van
levensonderhoud. Om kinderen een perspectiefvolle start te bieden en ouders in staat
te stellen hun kinderen met een gerust hart naar de kinderopvang te brengen is het
programma BES(t) 4 kids ingericht. Bij de verlaging van de huurlasten geldt dat inwoners
van Caribisch Nederland als een nieuwe doelgroep binnen de huurtoeslag worden opgenomen,
waardoor zij vanaf 2020 een bijdrage ontvangen die evenredig is aan de bijdrage van
huurtoeslagontvangers in Nederland.
Het doel is om de situatie stap voor stap te verbeteren, rekening houdend met het
absorptievermogen van de eilanden en de effecten voor de economie en de arbeidsmarkt.
De aanzienlijke opgave die er nog ligt, vergt een gezamenlijke inzet van het Rijk
en de openbare lichamen. Bij het uitvoeren van de verschillende maatregelen ligt voor
een deel ook een verantwoordelijkheid bij de eilandbesturen. Het kabinet ondersteunt
een aantal eilandelijke taken nadrukkelijk, zoals kinderopvang en sociale woningbouw,
maar heeft daarbij ook de inzet van eilandbesturen nodig. Om gezamenlijk stappen te
zetten heeft het kabinet in het Bestuursakkoord Bonaire en de Saba Package bestuurlijke
afspraken gemaakt met de besturen van de eilanden. Het verbeteren van zowel het beleid
als de uitvoering heeft daarmee de continue aandacht van het kabinet.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de kritiek van de Nationale ombudsman dat de maatregelen die
zijn aangekondigd rondom het sociaal minimum onvoldoende concreet zijn en dat het
onvoldoende duidelijk is welke overheid wanneer welke stappen zet en waar de regie
ligt?
Antwoord 4
Een groot aantal maatregelen die het kabinet in 2018 en 2019 en verder heeft genomen
zijn ons inziens zeer concreet. Bijvoorbeeld de maatregelen op het gebied van kinderopvang,
sociale woningbouw en de verschillende maatregelen om de inkomenspositie van inwoners
van Caribisch Nederland te verbeteren (o.a. verhogingen van de kinderbijslag, het
wettelijk minimumloon en de uitkeringen).
Het kabinet begrijpt de wens van de Nationale ombudsman om meer houvast voor wat betreft
het tijdpad van de aangekondigde maatregelen. Het ijkpunt voor het sociaal minimum
is een doelstelling waar stap voor stap naar toe wordt gewerkt. Het is op dit moment
helaas niet mogelijk om een exacte termijn vast te stellen waarbinnen de kostenverlagingen
gerealiseerd zijn. Reden hiervoor is dat het terugbrengen van de kosten tot een redelijk
niveau gepaard gaat met structurele wijzigingen. Bijvoorbeeld als het gaat om het
verbeteren van de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang en het terugbrengen
van de kosten van wonen. Ook verschilt de termijn per kostenpost. Voor de verschillende
kostenposten wordt gewerkt aan het tijdpad voor het realiseren van de beoogde verlaging
van de kosten.
In het «schriftelijk verslag voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch
Nederland» hebben wij toegezegd om uw Kamer te informeren over het tijdpad per kostenpost
als daar meer zicht op is. Aan de Tweede Kamer is daarnaast toegezegd de ontwikkelingen
nauwgezet te monitoren. De komende vijf jaar zal de Tweede Kamer jaarlijks worden
geïnformeerd over de voortgang. Hierbij zal telkens worden bezien of en zo ja welke
aanvullende stappen gezet moeten worden om de situatie voor inwoners in Caribisch
Nederland te verbeteren.
De verantwoordelijkheid voor het verlagen van de kosten van levensonderhoud ligt bij
het departement dat verantwoordelijk is voor de betreffende kostenpost. Zo is de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoordelijk voor het verlagen van de kosten
van kinderopvang. Voor het verlagen van de kosten van elektriciteit, telecom en kosten
van levensmiddelen is dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat zet in op een betrouwbare en betaalbare drinkwatervoorziening
die voor eenieder toegankelijk is. Als het gaat om de kosten van wonen is het Ministerie
van BZK aan zet.
Vraag 5
Hoeveel ouderen hebben geen aanvullend pensioen naast de AOV?
Antwoord 5
Voor ambtenaren, leraren en zorgmedewerkers geldt dat zij verplicht zijn aangesloten
bij het Pensioenfonds Caribisch Nederland. Dit is het enige pensioenfonds in Caribisch
Nederland. Voor andere werknemers geldt dat alleen sprake is van een aanvullend pensioen
als hiervoor een verzekering is afgesloten. De inschatting is daarom dat het aantal
mensen met aanvullend pensioen beperkt is.
Vraag 6
Hoeveel ouderen ontvangen aanvullende bijzondere onderstand?
Antwoord 6
Bijzondere onderstand is een instrument om maatwerk te leveren op het punt van het
vergoeden van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van
bestaan die mensen zelf niet kunnen voldoen. De inkomensgrens voor de bijzondere onderstand
is per 1 januari 2019 verhoogd naar 120 procent van het wettelijk minimumloon. In
totaal zijn in het eerste kwartaal van 2019 208 aanvragen voor bijzondere onderstand
toegekend. Circa 30 procent van de toekenningen betreft ouderen.
Vraag 7
Hoeveel ouderen zouden op basis van hun inkomen recht hebben op aanvullende bijzondere
onderstand?
Antwoord 7
Per 1 januari 2019 is de inkomensgrens voor bijzondere onderstand verhoogd van 100
naar 120 procent van het wettelijk minimumloon. Dit betekent dat alle ouderen die
voldoen aan de voorwaarden en wier inkomen, ongeacht de aard daarvan, onder deze grens
blijft in aanmerking kunnen komen voor bijzondere onderstand. Een van de voorwaarden
is dat er sprake moet zijn van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke
kosten van bestaan (bijvoorbeeld dieetkosten, tandartskosten, noodzakelijke kosten
vervanging huisraad). Het is niet mogelijk om een inschatting te maken van het aantal
ouderen dat voldoet aan deze voorwaarde en daarmee recht heeft op aanvullende bijzondere
onderstand.
Vraag 8
Welke stappen worden ondernomen om deze groep ouderen te bereiken?
Antwoord 8
Voor het kabinet staat voorop dat inwoners van Caribisch Nederland moeten merken dat
zij erop vooruitgaan. Een voorwaarde hiervoor is dat inwoners de weg weten te vinden
naar de voorzieningen die beschikbaar zijn. De RCN-unit SZW spant zich daarom in om
alle inwoners van Caribisch Nederland te informeren. Per doelgroep wordt afgewogen
op welke manieren dat het beste kan gebeuren. Door middel van radiospotjes, interviews
op lokale radiostations, krantenadvertenties en informatie op sociale media zijn inwoners
van Caribisch Nederland geïnformeerd over de maatregelen die per 1 januari 2019 zijn
ingevoerd.
De RCN-unit heeft ouderen via verschillende kanalen geïnformeerd. Er is een folder
in drie talen verspreid met informatie over AOV, partnertoeslag in de AOV, AWW, bijzondere
onderstand en recht op kinderbijslag bij het verzorgen van kleinkinderen. Ook zijn
er verschillende voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Bijvoorbeeld wijkbijeenkomsten
in buurtcentra op Bonaire en voorlichting in verzorgingstehuizen op de bovenwinden
over onder andere de AOV en de bijzondere onderstand. Ook ketenpartners die werken
met ouderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn geïnformeerd over wijzigingen.
Daarnaast was de RCN-unit SZW vertegenwoordigd op de dag van de ouderen.
Voor de aanstaande maatregelen zullen soortgelijke kanalen gebruikt worden. De RCN-unit
SZW heeft voortdurend aandacht voor de vraag of, en zo ja op welke wijze, verbeteringen
doorgevoerd kunnen worden in de communicatie over de beschikbare voorzieningen.
Vraag 9
Wat is de huidige staat van het openbaar vervoer op de eilanden?
Antwoord 9
Op de eilanden is momenteel nagenoeg tot geen openbaar vervoer beschikbaar.
Vraag 10
Deelt u de mening dat openbaar vervoer niet alleen voor ouderen maar ook voor werkenden
van essentieel belang is, zowel voor sociale contacten als voor werk en voor toegang
tot goedkopere voorzieningen?
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Welke stappen zijn tot nu toe ondernomen om het openbaar vervoer op de eilanden te
versterken?
Antwoord 11
De eilanden zijn zeer klein. Een openbaarvervoersnetwerk zoals in EU-Nederland lijkt
niet realistisch. Bonaire beziet momenteel in overleg met het Ministerie van IenW
en gemeenten in Europees Nederland welke mogelijkheden er zijn om efficiënt en duurzaam
openbaar vervoer te organiseren.
Vraag 12
Klopt het dat er een tekort is aan opvangplekken voor ouderen? Hoe groot is het tekort?
Welke acties worden ondernomen voor meer opvangplekken?
Antwoord 12
De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in de dagopvang. Ondanks deze investeringen
zien we helaas dat nog niet iedereen op de dagopvang terecht kan door de toename van
het aantal mensen dat gebruikt maakt van de dagopvang. Vooral op Bonaire is het een
uitdaging om de benodigde personele capaciteit georganiseerd te krijgen. Het Ministerie
van VWS en het openbaar lichaam zijn in gesprek met de dagopvang en andere zorgaanbieders
om te kijken hoe we het tekort aan capaciteit op een zo kort mogelijke termijn kunnen
oplossen.
Vraag 13
Hebben ouderen in Caribisch Nederland toegang tot thuiszorg?
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14
Deelt u de mening dat alleen met goede en betaalbare basisvoorzieningen de economie
verder kan worden versterkt?
Antwoord 14
Ja, in Caribisch Nederland zijn investeringen in infrastructuur, deels door het Rijk,
publieke voorzieningen, commercieel vastgoed en woningen belangrijke randvoorwaarden
voor een gezonde economie. Maar fysieke investeringen zijn niet het enige. Ook wordt
er gewerkt aan een verbetering van de arbeidsmarkt op Bonaire, Sint Eustatius en Saba,
bijvoorbeeld door betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de vraag uit het
bedrijfsleven. Op de eilanden is dat met name de toeristische sector, in de meest
brede zin, dus inclusief toeleverende diensten als schoonmaak, groenonderhoud en reisgidsen.
Hierbij spelen de scholen die voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs verzorgen,
en de lokale Raad voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA CN), een belangrijke rol. Tenslotte
is de stimulering van ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf belangrijk voor
de economie. Dit vergt vooral lokale expertise, bij de Openbare Lichamen, maar ook
bijvoorbeeld bij de Kamers van Koophandel.
Vraag 15
Deelt u de analyse van de Nationale ombudsman dat er behoefte is aan snelle verbetering
van de voorzieningen?
Antwoord 15
Het kabinet werkt continu aan het verbeteren van (zorg)voorzieningen in Caribisch
Nederland. Net als de openbare lichamen vindt het kabinet goede ouderenzorg belangrijk.
VWS en het Openbaar Lichaam Bonaire slaan de handen ineen met een recent ondertekende
samenwerkingsovereenkomst om de thuiszorg, wijkverpleging en dagopvang te versterken
en het tekort aan personele capaciteit op te lossen. Het rapport en de aanbevelingen
van de Nationale ombudsman worden hierbij betrokken.
Vraag 16 en 17
Welke stappen zijn genomen om de prijs van basisvoorzieningen in Caribisch Nederland,
zoals boodschappen, huur, energie, water en internet te verlagen?
Wat is de planning voor het verder verlagen van de kosten van deze voorzieningen?
Antwoord 16 en 17
Met de uitvoering van de motie Kuiken c.s.2 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over de inspanningen op verschillende terreinen
om de kosten van levensonderhoud te verlagen. Het gaat hierbij om de inspanningen,
het effect van de inspanningen en de ambitie om te komen tot een verlaging van de
kosten als het gaat om de kosten van wonen, elektriciteit, telecom, drinkwater, levensmiddelen
en kinderopvang. Voor het antwoord op deze vraag wordt daarom verwezen naar het «Reactie
op rapport Nationale ombudsman «Oog voor ouderen in Caribisch Nederland» en de uitvoering
van de motie Kuiken c.s.3» dat op 13 september jl. naar uw Kamer is gestuurd.
Vraag 18
Wanneer bent u tevreden met de voortgang?
Antwoord 18
De inzet van het kabinet is om de inkomenspositie van inwoners van Caribisch Nederland
te verbeteren en de kosten van levensonderhoud te verlagen. De inzet is niet vrijblijvend.
Met het ijkpunt voor het sociaal minimum committeert het kabinet zich aan het verlagen
van de hoge kosten van levensonderhoud en het verbeteren van de inkomenspositie van
inwoners van Caribisch Nederland. In combinatie met de bijbehorende maatregelen zoals
aangekondigd in de voortgangsrapportage zet het kabinet daarmee deze kabinetsperiode
al een aantal onomkeerbare stappen. Aan de Tweede Kamer is daarnaast toegezegd de
ontwikkelingen nauwgezet te monitoren. De komende vijf jaar zal de Tweede Kamer jaarlijks
worden geïnformeerd over de voortgang. Hierbij zal telkens worden bezien of en zo
ja welke aanvullende stappen gezet moeten worden om de situatie voor inwoners in Caribisch
Nederland te verbeteren.
Vraag 19
Kunt u deze vragen tijdig voor de plenaire begrotingsbehandeling beantwoorden?
Antwoord 19
Ja. De antwoorden zullen worden verstuurd voor de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties,
SZW, BZK, VWS, EZK, IenW en OCW.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.