Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Özütok en Kuiken over het bericht 'Limburg absolute koploper in verstrekken betaalde klussen aan oud-politici'
Vragen van de leden Özütok (GroenLinks) en Kuiken (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Limburg absolute koploper in verstrekken betaalde klussen aan oud-politici» (ingezonden 3 juli 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
            namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken
            en Klimaat (ontvangen 3 oktober 2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
            2018–2019, nr. 3927
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Limburg absolute koploper in verstrekken betaalde klussen aan
               oud-politici»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat het meer dan opvallend is dat de provincie Limburg oud-politici
               meer betaalde opdrachten heeft verleend dan alle andere provincies tezamen? Zo ja,
               waarom en hoe kan dit verklaard worden? Zo nee, waarom is dat naar uw mening dan niet
               opvallend?
            
Antwoord 2
            
Het bericht is inderdaad opvallend en heeft ook bij mij vragen opgeroepen. Om die
               reden heb ik de commissaris van de Koning, die een specifieke zorgplicht heeft om
               de bestuurlijke integriteit van de provincie te bevorderen (artikel 175, tweede lid,
               van de Provinciewet), om een ambtsbericht gevraagd. Daarbij heb ik de commissaris
               gevraagd om een feitenrelaas te geven, in te gaan op de rechtmatigheid van de gebeurtenissen
               en om specifiek in te gaan op het niet overnemen van de draaideurbepaling en een handelingsperspectief
               te schetsen. Ik heb op 24 juli 2019 het gevraagde ambtsbericht ontvangen en ga daar
               in onderstaande antwoorden verder op in.
            
Vraag 3
            
Wat zijn de wettelijke regels en de integriteitsregels voor de inhuur van oud-politici
               als ambtenaar of als extern ingehuurde adviseur?
            
Antwoord 3
            
Er is een wettelijke verplichting voor provincies, gemeenten en waterschappen om een
               gedragscode met integriteitsregels voor politieke ambtsdragers op te stellen. In een
               dergelijke gedragscode kan worden bepaald dat inhuur van oud-politici gedurende een
               periode na het aftreden niet gewenst is. In de modelgedragscode die door het Ministerie
               van BZK, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen is opgesteld, is een dergelijke
               voorbeeldbepaling opgenomen.
            
Vraag 4
            
Zijn er wettelijke (aanbestedings)regels geschonden door de provincie Limburg bij
               de inhuur van oud-politici? Zo ja, waar blijkt dit uit? Zo nee, waar blijkt dit uit?
            
Antwoord 4
            
In mijn verzoek om ambtsbericht aan de commissaris van de Koning heb ik nadrukkelijk
               gevraagd of er sprake is van strijdigheid met wet- en regelgeving. Daartoe behoren
               ook de wettelijke aanbestedingsregels. In zijn ambtsbericht benadrukt de commissaris
               dat de provincie Limburg geen interne en Europese aanbestedingsregels heeft geschonden.
               Dat blijkt – zo stelt de commissaris – uit het in opdracht van het college van gedeputeerde
               staten jaarlijks verrichte onderzoek naar gerealiseerde aanbestedingsprocedures. De
               bevindingen van dit onderzoek worden aan de accountant en provinciale staten voorgelegd
               die de resultaten kunnen betrekken bij hun oordeel over de jaarrekening. In 2017 en
               2018 zijn er in dit verband geen afwijkingen geconstateerd.
            
Vraag 5
            
Klopt de analyse van de in het artikel aangehaalde aanbestedingsexpert dat de provincie
               bij de inhuur van oud-gedeputeerde Janssen in een of meerdere gevallen meerdere offertes
               had moeten vragen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Volgens de provincie is de heer Janssen via een bedrijf door middel van een detachering
               driemaal ingehuurd voor opdrachten bij de provincie. De Provincie meldt dat er daarbij
               geen sprake is geweest van een schending van de Europese aanbestedingsregels. Wel
               is destijds gehandeld in strijd met de interne beleidsregels voor aanbestedingen van
               de Provincie Limburg. Er is toen namelijk gekozen voor een lichtere aanbestedingsprocedure
               dan die in beginsel op grond van de Beleidsregels aanbestedingen Provincie Limburg
               was voorgeschreven. Dit is in 2017 gecorrigeerd door middel van een besluit van gedeputeerde
               staten, waarin het college achteraf het niet aanvragen van meerdere offertes heeft
               geaccordeerd.
            
Vraag 6
            
Klopt de analyse van de in het artikel aangehaalde aanbestedingsexpert dat de provincie
               bij de inhuur van oud-gedeputeerde Driessen de Europese aanbestedingsregels heeft
               overtreden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Ten aanzien van de opdrachten aan de voormalig gedeputeerde de heer Driessen heeft
               de Provincie geconcludeerd dat niet in strijd met de Europese aanbestedingsregels
               is gehandeld. Er was sprake van drie afzonderlijke opdrachten waarvan de totaalbedragen
               onder de Europese aanbestedingsgrens lagen. Gedeputeerde staten hebben op grond van
               de uitzonderingsbepaling in de interne aanbestedingsregels besloten om niet meerdere
               offertes aan te vragen.
            
Vraag 7
            
Klopt het dat gedeputeerde Koopmans de voor hem geldende gedragscode bestuurlijke
               integriteit schond door in het college mee te doen aan de besluitvorming over de benoeming
               van een sportambassadeur die tot zijn vriendenkring behoort? Zo ja, wat zijn de consequenties
               hiervan? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
De commissaris van de Koning meldt mij dat in artikel 2.3 van de Gedragscode bestuurlijke
               integriteit leden van gedeputeerde staten Provincie Limburg het volgende is bepaald:
               «Een bestuurder die familie- of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een
               aanbieder van diensten aan de provincie, onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging
               en de besluitvorming over de betreffende opdracht.»
            
De heer Atsma is, zo vervolgt de commissaris, een bekende van de heer Koopmans. Van
               familie- of persoonlijke betrekkingen, zoals bedoeld in artikel 2.3 van de Gedragscode,
               is echter geen sprake volgens de provincie. Om die reden bestond er volgens de commissaris
               geen aanleiding voor de heer Koopmans zich te onthouden van deelname aan beraadslaging
               en besluitvorming. Om elke twijfel die er in dat verband zou kunnen rijzen weg te
               nemen, heeft de heer Koopmans ervoor gekozen het voorstel tot opdrachtverlening aan
               de heer Atsma volgens het «vier ogen principe» samen met een andere gedeputeerde tot
               stand te laten komen. Daarvan is ook expliciet melding gedaan in het betreffende voorstel.
               Op basis van het voorstel heeft het college van gedeputeerde staten vervolgens besloten.
            
Vraag 8
            
Klopt het dat dhr. Verhagen namens de provincie Limburg betaald ambassadeur is voor
               het Limburgse bedrijfsleven en uit hoofde van die functie gesprekken voerde met NedCar-eigenaar
               VDL terwijl hij bij dat concern betaald adviseur is? Zo ja, deelt u de mening dat
               het zeer onwenselijk is dat iemand die door de belastingbetaler wordt betaald voor
               een klus tevens betaald wordt door de andere partij die betrokken was bij de desbetreffende
               klus?
            
Antwoord 8
            
Van de provincie heb ik begrepen dat de heer Verhagen de provincie desgevraagd heeft
               medegedeeld dat hij fungeert als adviseur van de VDL-groep in Eindhoven en hiervoor
               een jaarlijkse vergoeding krijgt. Voor de provincie is de heer Verhagen «24 uur per
               dag» en «365 dagen per jaar» ambassadeur voor de provincie Limburg. Voor deze dienstverlening
               krijgt hij een overeengekomen vergoeding, waarbij niet voor individuele activiteiten
               wordt gedeclareerd.
            
Vanuit de rol van ambassadeur voor de provincie Limburg is er, zo merkt de provincie
               op, geen «klus» geweest waarbij de heer Verhagen tevens vanuit zijn rol als adviseur
               van de VDL-groep betrokken was. De «lobby diensten» van de heer Verhagen inzake Nedcar
               zijn uitsluitend op verzoek van de Provincie Limburg en het Ministerie van EZK gedaan
               (o.a. het leggen van contacten voor Limburg in China).
            
Een situatie dat de heer Verhagen voor één en dezelfde klus zowel door de provincie
               als door VDL zou zijn betaald, is dus niet aan de orde volgens de provincie. Bij een
               dergelijke algemene vaste vergoeding zoals de heer Verhagen heeft ontvangen als ambassadeur
               voor de provincie Limburg, is het aannemen van een functie voor een specifiek bedrijf
               altijd een dilemma. Zeker als beide functies in elkaars werkgebied liggen. Dan verdient
               het wat mij betreft aanbeveling expliciet afspraken te maken over het uitsluiten van
               strijdige belangen en belangenverstrengeling te voorkomen, zoals dat ook is gedaan
               bij de inschakeling van de heer Verhagen als Bijzonder Vertegenwoordiger Industriële
               Inschakeling F35 namens de Staat (zie de beantwoording van vraag2.
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat dhr. Verhagen zowel betaald wordt door
               de provincie Limburg als door het Ministerie van Economische zaken voor zijn advieswerk
               in het dossier F35? Zo nee, waarom niet? Kunt u precies aangeven hoe zijn werkzaamheden
               en de betalingen in dit dossier verdeeld zijn tussen de provincie en het ministerie?
            
Antwoord 9
            
Zoals in eerdere antwoorden op Kamervragen gemeld3, zijn de twee opdrachten verschillend van aard. De heer Verhagen is Bijzonder Vertegenwoordiger
               Industriële Inschakeling F35 namens de Staat. Deze opdracht houdt in een zo groot
               mogelijke participatie van in Nederland gevestigde bedrijven en instituten bij de
               ontwikkeling, productie en instandhouding van de F35 te bevorderen. Verder is hij
               voorzitter van de Regiegroep Economische Effecten F35 en adviseert hij de Interdepartementale
               Coördinatiegroep.
            
De heer Verhagen heeft ook een brede – niet op een bepaalde sector toegesneden – opdracht
               om als ambassadeur voor de Provincie Limburg onder meer deuren te openen en contacten
               te leggen voor Limburgse bedrijven. De Provincie Limburg is niet betrokken bij F35
               opdrachten.
            
Bij de aanstelling van de heer Verhagen als Bijzonder Vertegenwoordiger zijn afspraken
               vastgelegd over het uitsluiten van strijdige belangen en belangenverstrengeling. Daarbij
               vindt uitvoerige afstemming over de activiteiten plaats met het Ministerie van EZK
               (Commissaris Militaire Productie) als opdrachtgever. Hierover wordt vervolgens via
               de reguliere jaarrapportages gerapporteerd. Op basis hiervan, en het beschreven verschil
               in beide opdrachten, is er geen aanleiding om aan te nemen dat er een dubbele betaling
               heeft plaatsgevonden.
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat de werkwijze van de provincie Limburg door diverse oud-politici
               en oud-bestuurders zonder open (sollicitatie) procedures in te huren onvoldoende transparant
               was? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10
            
Ik begrijp uit het ambtsbericht dat het college van gedeputeerde staten er steeds
               voor gekozen heeft de opdrachtverleningen, waarbij dit college direct betrokken is
               geweest, aan de rapportagelijsten met benoemingen toe te voegen en provinciale staten
               daarmee integraal te informeren. Dit, om in lijn met het Beleidskader benoemingen
               ook ter zake van de opdrachtverleningen door de provincie Limburg aan externe adviseurs
               volledige transparantie te betrachten. Hierbij gaat het dan voornamelijk om opdrachten
               inzake lobbyen en (strategisch) advieswerk. In de rapportages die provinciale staten
               hebben ontvangen, staan deze opdrachten uitdrukkelijk vermeld. Op verzoek van provinciale
               staten is in de rapportage over 2018 ook aangegeven in hoeveel gevallen gedeputeerde
               staten gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid om artikel 16 van de Beleidsregels
               aanbestedingen toe te passen. Dit artikel biedt gedeputeerde staten de mogelijkheid
               af te wijken van de beleidsregels.
            
Vraag 11
            
Hoe verhoudt het contact met en de houding jegens Azerbeidzjan van de Limburgse «ambassadeur»
               dhr. Van der Linden zich tot de diplomatieke verhoudingen tussen Nederland en Azerbeidzjan?
               Is hier contact over (geweest) tussen het Ministerie van Buitenlandse zaken en de
               provincie Limburg om te voorkomen dat er vanuit de Nederlandse overheid verschillende
               (diplomatieke) boodschappen richting de regering van Azerbeidzjan worden gestuurd?
               Zo nee, waarom niet? Wat is het beleid ten aanzien van het (diplomatieke) contact
               tussen decentrale overheden en andere landen?
            
Antwoord 11
            
De heer Van der Linden zet zich in voor de regionale economische belangen van de provincie
               Limburg. Hij spreekt daarbij niet namens het kabinet.
            
De activiteiten van de heer Van der Linden in Azerbeidzjan vinden plaats in goed overleg
               met de Nederlandse ambassade te Bakoe. Buiten bevordering van economische belangen
               draagt de heer Van der Linden geen formele diplomatieke boodschappen over namens de
               Nederlandse regering. Dit is voorbehouden aan de Nederlandse ambassadeur in Bakoe.
            
In het algemeen staat het decentrale overheden vrij contacten te onderhouden met overheden
               van andere landen. Uiteraard moeten zij zich daarbij rekenschap geven van eventuele
               beperkingen in de vorm van bijvoorbeeld sancties of embargo’s. Dergelijke contacten
               zijn een gebruikelijke gang van zaken en vinden wereldwijd voortdurend plaats op provinciaal,
               regionaal, stedelijk en gemeentelijk niveau. Zij kunnen een duidelijke meerwaarde
               hebben omdat het de verbondenheid van de Nederlandse samenleving met andere landen
               toont en verder inhoud geeft. Dit geschiedt bijvoorbeeld op initiatief van burgercomités
               en vaak ook met betrokkenheid van het bedrijfsleven. Daarbij brengen deze actoren
               geen diplomatieke en/of buitenlandpolitieke boodschappen over namens de Nederlandse
               regering. Dat is voorbehouden aan de Minister van Buitenlandse Zaken, eventuele relevante
               vakministers en de respectievelijke ambassades. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
               zet zich in voor een consistent buitenlands beleid door coördinatie en overleg tussen
               voorgenoemde actoren met het ministerie en de relevante ambassades te bevorderen.
            
Vraag 12
            
Deelt u de mening dat de verklaring van de Limburgse commissaris van de Koning en
               de Limburgse gedeputeerde Koopmans dat Limburg zoveel oud-bestuurders inschakelt omdat
               «de activiteiten van dit rovinciebestuur veelomvattender zijn dan die van andere provincies
               samen» niet valide is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Waaruit blijkt dan dat
               die activiteiten veelomvattender zijn? Als dat al zo is, waarom zou dat dan een reden
               zijn om oud-politici baantjes toe te schuiven?
            
Antwoord 12
            
De commissaris van de Koning meldt in zijn ambtsbericht hierover dat in de provincie
               Limburg gedeputeerde staten mede op verzoek van provinciale staten werken aan economische
               structuurversterking en de daarbij behorende sociale agenda voor het optimaal vervullen
               van maatschappelijke opgaven en het benutten van economische kansen. De provincie
               Limburg heeft nadrukkelijk eigen (politiek-bestuurlijke) ambities op autonome beleidsvelden
               als economie, sport, cultuur, maatschappelijke organisaties en sociaal domein. Om
               die ambities te realiseren zetten gedeputeerde staten maximaal in op netwerken die
               hen kunnen helpen. Daarvoor moeten gedeputeerde staten – mede gelet op de internationale
               ligging van Limburg – doelgericht acteren binnen nationale, euregionale en internationale
               allianties en netwerken. Gedeputeerde staten werken hiervoor in alle openheid met
               adviseurs en zogenaamde «ambassadeurs» aan doelgerichte lobby, acquisitie en advieswerk.
               Hiervoor selecteren zij personen vanwege hun specifiek (inter)nationaal netwerk, bestuurlijke
               ervaring, relevante kennis en vaardigheden.
            
In Limburg kiezen gedeputeerde staten ervoor om de vier ambassadeurs rechtstreeks
               aan hen te binden. Zij doen dat via opdrachtverlening met een daaraan gerelateerde
               vergoeding en hanteren de daarbij geldende procedures. Met een rechtstreekse opdracht
               kunnen deze ambassadeurs namens Limburg handelen. Zij informeren het college van gedeputeerde
               staten periodiek over hun werkzaamheden en activiteiten en doen daarover verslag.
               Voor gedeputeerde staten zijn voormalige bewindspersonen of volksvertegenwoordigers
               sleutelfiguren bij het leggen van de verbinding tussen (internationale) kennisinstellingen,
               bedrijven en overheidsorganen op gebieden als automotive, aviation, health & life
               sciences en logistiek. De provinciale ambitie ten aanzien van innovatie en de implementatie
               van het topsectorenbeleid, gekoppeld aan de bredere doelstellingen rond bedrijfs-
               en exportbevordering van en naar Limburg, is gebaat bij een brede blik in binnen-
               en buitenland. De vier ambassadeurs zijn voor gedeputeerde staten een permanente vooruitgeschoven
               post op terreinen waar de provincie actief is. Ook informeren en adviseren zij de
               provincie Limburg over trends, actualiteiten en de te volgen strategie, mede op basis
               van hun ervaring. Daarnaast zetten gedeputeerde staten oud-bestuurders in als adviseurs
               voor majeure opdrachten of projecten, op basis van profielen en (eerder behaald) resultaat.
            
Vraag 13
            
Deelt u de mening dat dit soort berichtgeving slecht is voor het beeld van de politiek
               in zijn algemeenheid en voor de politiek in Limburg in het bijzonder? Zo ja, waarom?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 13
            
Ik deel deze mening. De overheid moet prioriteit geven aan het borgen van integriteit.
               Elke schijn van belangenverstrengeling moet worden voorkomen. De integriteit van de
               overheid is van essentieel belang voor het vertrouwen van burgers in het openbaar
               bestuur.
            
Vraag 14
            
Wat is uw rol als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij het handhaven
               van de wettelijke normen en de integriteit van het bestuur in Limburg? Hoe gaat u
               deze rol in dit verband concreet vervullen?
            
Antwoord 14
            
De integriteit van het openbaar bestuur staat bij mij hoog op de agenda. Daar zijn
               de andere overheden zich van bewust en zij werken daar ook aan mee. Dat geldt ook
               voor de provincie Limburg.
            
De integriteit van de provinciale bestuurder is primair de verantwoordelijkheid van
               de provincie. Het is aan de provincie om passende maatregelen te nemen. De commissaris
               van de Koning heeft daarbij een bijzondere verantwoordelijkheid. Ik verwacht dat hier
               in provinciale staten een debat over zal worden gevoerd en de provinciale democratie
               zelf zo nodig corrigerend optreedt. Een eerste debat heeft al plaatsgevonden.
            
Het provinciebestuur heeft inmiddels aangekondigd het beleid te willen herzien. De
               Zuidelijke Rekenkamer is gevraagd een onderzoek in te stellen. Dit is een belangrijke
               stap, die duidelijk maakt dat de provincie bereid is haar verantwoordelijkheid te
               nemen. De resultaten daarvan zullen moeten worden afgewacht.
            
Vraag 15
            
Zijn er landelijke integriteitsregels waaraan (oud-)politici en (oud-) bestuurders
               moeten voldoen? Zo ja, wat zijn deze regels? Zo nee, bent u bereid om hier alsnog
               beleid op te maken zodat het niet afhankelijk is van de inhoud en de handhaving van
               decentrale integriteitsregels? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 15
            
Er zijn geen landelijke integriteitsregels die zien op oud-volksvertegenwoordigers
               en oud-bestuurders. In de Provinciewet, de Gemeentewet en de Waterschapswet zijn integriteitsregels
               opgenomen die uitsluitend zien op actieve volksvertegenwoordigers en bestuurders.
               Genoemde wetten kennen onder andere de verplichting om een gedragscode voor volksvertegenwoordigers
               en bestuurders op te stellen. Ik ga met de bestuurlijke koepels IPO, VNG en Unie van
               Waterschappen bekijken of de wetgeving en de modelgedragscode op het punt van oud-volksvertegenwoordigers
               en oud-bestuurders toereikend zijn of aanscherping zouden behoeven.
            
Het verder versterken van de integriteit van het openbaar bestuur is volop in ontwikkeling.
               Het belang van integere bestuurders en volksvertegenwoordigers staat hoog op de agenda.
            
Ik heb nieuwe integriteitsregels voor gemeenten en provincies aangekondigd in mijn
               brief aan de Tweede Kamer van 18 maart 2018.4
Vraag 16
            
Bent u bereid om uw zorgen over de ontstane situatie en het ontstane beeld te bespreken
               met de commissaris van de Koning van Limburg? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de
               Kamer op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit gesprek?
            
Antwoord 16
            
Naar aanleiding van de berichtgeving heb ik de commissaris van de Koning om een ambtsbericht
               verzocht. De informatie uit het ambtsbericht heb ik gebruikt om uw vragen te kunnen
               beantwoorden.
            
Uit het ambtsbericht maak ik op dat het college van gedeputeerde staten regelmatig
               gebruik maakt van zijn discretionaire bevoegdheid om de Beleidsregels aanbestedingen
               Provincie Limburg, specifiek het aanvragen van meerdere offertes, niet toe te passen
               als de opdrachtverlening oud-bestuurders en relaties betreft. Daarom ben ik van mening
               dat, om vragen over (schijnbare) belangenverstrengeling te vermijden, juist bij de
               opdrachtverlening aan dergelijke personen zoveel mogelijk uit zou moeten worden gegaan
               van het vragen van meerdere offertes. Is het college toch van oordeel dat er een uitzondering
               gemaakt moet worden, dan zouden de afwegingen die gedeputeerde staten ter zake maken,
               extra goed onderbouwd en maximaal transparant moeten zijn. Ik zal het college van
               gedeputeerde staten van deze bevinding in een brief op de hoogte stellen. Dat komt
               het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur ten goede.
            
De provincies kennen hun eigen democratische stelsel dat ook zijn eigen corrigerende
               werking en zelfreinigend vermogen moet kunnen hebben. Deze kwestie zal, naar ik heb
               begrepen, met provinciale staten worden besproken na ommekomst van het aangekondigde
               onderzoek van de Zuidelijke Rekenkamer.
            
Vraag 17
            
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 17
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.