Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over Zuid- en Oost-Europeanen die omgeschoold worden voor de Nederlandse zorg
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Zuid- en Oost-Europeanen die omgeschoold worden voor de Nederlandse zorg (ingezonden 10 september 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 2 oktober
2019).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat Zuid- en Oost-Europeanen worden omgeschoold voor de Nederlandse
zorg?1
Antwoord vraag 1
De afweging om buitenlandse zorgverleners in dienst te nemen is aan zorginstellingen.
Ik zie het werven van personeel uit het buitenland niet als een structurele oplossing
voor personeelstekorten in zorg en welzijn. Het staat zorginstellingen evenwel vrij
om buitenlandse zorgverleners in dienst te nemen, mits die aan alle vereisten voldoen.
Voor EU-onderdanen geldt uiteraard het principe van vrij verkeer. Daarnaast kent de
Wet BIG een erkenningsystematiek voor diploma’s waarmee BIG-registratie versneld kan
plaatsvinden. Beheersing van de Nederlandse taal is een belangrijke voorwaarde.
Vraag 2, 3 en 4
Wat vindt u ervan dat organisaties zoals de European Multi Talent Group (EMTG) personeel
rekruteren voor de Nederlandse zorg? Zijn er meer organisaties die personeel voor
de Nederlandse zorg rekruteren? Kunt u hier een overzicht van sturen?
Is u bekend hoeveel en welke zorgorganisaties (actief) gebruik maken van bureaus zoals
EMTG om zorgpersoneel uit het buitenland te kunnen aannemen?
Is u bekend hoeveel geld Nederlandse zorgorganisaties aan bureaus zoals EMTG voor
buitenlands zorgpersoneel betalen? Zo nee, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer
hierover te informeren?
Antwoord vraag 2, 3 en 4
Ik vind het van belang dat het inschakelen van zorgpersoneel uit het buitenland door
Nederlandse zorgorganisaties gebeurt binnen de geldende regelgeving voor het vrij
verkeer van personen en de kwaliteit van zorg (zie ook het antwoord op vraag2. Er is geen compleet beeld van de mate waarin zorginstellingen buitenlandse zorgverleners
naar Nederland willen halen, maar we ontvangen met enige regelmaat signalen over (kleine)
individuele initiatieven. Daarnaast is bekend dat het aandeel buitenlandse verpleegkundigen
relatief klein is in Nederland. Van de 192.633 verpleegkundigen die ingeschreven staan
in het BIG-register komen er 2.476 uit het buitenland3 (waarvan 1.595 met een diploma uit een EER-land).
Vraag 5
Worden risico’s genomen met buitenlands zorgpersoneel die de taal niet compleet vaardig
zijn, bijvoorbeeld bij medicatieverstrekking? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord vraag 5
Kwaliteit van zorg en veiligheid van de patiënt staan voor mij voorop. Ik hecht er
groot belang aan dat zorgverleners die in Nederland zelfstandig aan de slag gaan,
voldoen aan alle vereisten die de Wet BIG stelt. Om in aanmerking te komen voor BIG-registratie
moeten buitenlandse zorgverleners een bewijs van Nederlandse taalvaardigheid op het
juiste niveau kunnen overleggen. Voor alle buitenlandse zorgverleners geldt dat zij
de Nederlandse taal voldoende moeten beheersen.
Vraag 6
Vindt u het zorgelijk dat zorgverleners uit Spanje worden gehaald om de tekorten aan
zorgpersoneel in Nederland op te lossen, terwijl in Spanje een tekort is van 131.000
verpleegkundigen? Deelt u de mening dat we niet moeten inzetten op zorgpersoneel uit
het buitenland, maar nog meer inzet moeten plegen op het behouden en werven van zorgpersoneel
uit Nederland zelf? Welke aanvullende maatregelen gaat u treffen?
Antwoord vraag 6
Het relatieve kleine aandeel van buitenlandse verpleegkundigen is een indicatie dat
het aantrekken van mensen uit andere lidstaten niet veel voorkomt. Ik ben het met
u eens dat voor het oplossen van personeelstekorten het veel belangrijker is om in
te zetten op het werven en behoud van zorgpersoneel. Dit is precies waar we met het
actieprogramma Werken in de Zorg op inzetten. Ik heb u dit voorjaar geïnformeerd over
de voortgang4. Dit najaar doe ik dit opnieuw.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.