Schriftelijke vragen : De Nederlander die in Roemenië verdacht wordt van het misbruiken en vermoorden van een meisje en mogelijk andere vergelijkbare misdrijven
Vragen van de leden Omtzigt en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de Nederlander die in Roemenië verdacht wordt van het misbruiken en vermoorden van een meisje en mogelijk andere vergelijkbare misdrijven (ingezonden 1 oktober 2019).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Roemeense aanklager: «Vermoeden dat Johannes V. op
               meerdere plekken heeft toegeslagen»»?1
Vraag 2
            
Kunt u aangeven in hoeverre de Nederlandse politie de Roemeense politie assisteert
               bij het strafrechtelijk onderzoek? Welke actie wordt er vanuit Nederland door de opsporingsinstanties
               genomen?
            
Vraag 3
            
Klopt de berichtgeving dat de Roemeense autoriteiten (zoals het interview van de Procureur-Generaal
               bij Digi24.tv) geen officiële bevestiging hebben gehad van de Nederlandse autoriteiten
               dat de Nederlandse verdachte overleden is? Zo ja, hoe kan dat?
            
Vraag 4
            
Bent u bekend met het feit dat er in Roemeense media breed twijfels geuit zijn of
               Johannes V. wel echt overleden is, onder ander door de familie van het vermoorde meisje?
               Kunt u eraan bijdragen dat hierover geen enkele twijfel bestaat?
            
Vraag 5
            
Van welke andere misdrijven wordt Johannes V. nog meer verdacht en om welke landen
               gaat het?
            
Vraag 6
            
Was Johannes V. in Nederland reeds een bekende zedendelinquent en kunt u aangeven
               waarvoor hij veroordeeld was en welke straf hij gekregen had?
            
Vraag 7
            
Op welke wijze stond Johannes V. in de Europese systemen geregistreerd en welke informatie
               hadden de Roemeense autoriteiten of hadden de Roemeense autoriteiten kunnen hebben?
            
Vraag 8
            
Bent u van mening dat er voldoende gedaan is om ervoor te zorgen dat Johannes V. in
               andere landen van de Europese Unie geen zedenmisdrijven kon plegen?
            
Vraag 9
            
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
Madeleine van Toorenburg, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.