Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Gijs van Dijk en Nijboer over de race naar de bodem van beveiligers op Schiphol
Vragen van de leden Gijs vanDijk en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Infrastructuur en Waterstaat en van Financiën over de race naar de bodem van beveiligers op Schiphol (ingezonden 5 september 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Ministers van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 2 oktober 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Schiphol kan wel eisen dat zijn beveiligingsbedrijf aan de cao voldoet?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 4 en 7
Vindt u het ook onbegrijpelijk dat Schiphol een aanbesteding voor de beveiliging uitschrijft
met als doel de kosten zoveel mogelijk te verlagen? Ziet u ook het risico dat hierdoor
een race naar de bodem ontstaat?
Deelt u de mening dat alle beveiligers op Schiphol zeker moeten zijn van een fatsoenlijke
beloning? Vindt u ook dat Schiphol, door de cao particuliere beveiliging geen onderdeel
van de aanbestedingsprocedure te laten zijn, de arbeidsvoorwaarden van beveiligers
uitholt?
Vindt u dat Schiphol NV een voorbeeldfunctie heeft met betrekking tot fatsoenlijke
arbeidsvoorwaarden voor haar beveiligers? Gaat u daarom als aandeelhouder Schiphol
NV aanspreken op het feit dat beveiligers op Schiphol een fatsoenlijke beloning moeten
krijgen en zodoende dus onder de cao particuliere beveiliging moeten vallen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2, 4 en 7
In overeenstemming met het vennootschapsrecht is de raad van bestuur van Schiphol
verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op Schiphol en er tevens voor verantwoordelijk
dat de onderneming opereert in overeenstemming met wet- en regelgeving. De raad van
commissarissen houdt hier toezicht op. Ik ben als aandeelhouder niet betrokken bij
de operationele bedrijfsvoering van Schiphol.
Wel vind ik het van belang dat werkenden in Nederland een fatsoenlijke beloning ontvangen
voor het werk dat zij verrichten. Dat geldt ook voor de beveiligers op Schiphol. Staatsdeelnemingen
dienen zich bovendien bewust te zijn van hun maatschappelijke positie. Het is echter
de verantwoordelijkheid van ondernemingen en werkgevers zelf om samen met hun opdrachtnemers
en werknemers de arbeidsvoorwaarden binnen een bedrijf of sector vorm te geven. Het
is niet aan mij om Schiphol hierop aan te spreken.
Vraag 3
Wat is de reden dat Schiphol op zoek is naar zeven beveiligingsbedrijven, terwijl
andere grote Europese luchthavens vaak maar met één beveiligingsbedrijf werken?
Antwoord 3
Schiphol heeft bij mij aangegeven dat er twee redenen zijn waarom Schiphol niet op
zoek is naar één beveiligingsbedrijf. Aan de ene kant wil Schiphol graag vermijden
afhankelijk te zijn van één beveiligingsbedrijf. Uit ervaring van Schiphol is gebleken
dat enige competitiviteit onder de beveiligingsbedrijven de kwaliteit van hun werkzaamheden
ten goede komt. Ook wil Schiphol afhankelijkheid voorkomen van een beveiligingsbedrijf
dat bijvoorbeeld in zwaar weer terechtkomt. Aan de andere kant is volgens Schiphol
gebleken dat beveiligingsbedrijven gespecialiseerd zijn op verschillende gebieden
van de beveiligingswerkzaamheden op de luchthaven. Door op zoek te gaan naar slechts
één beveiligingsbedrijf zou Schiphol dergelijke specialismen verliezen.
Vraag 5
In hoeverre strookt het uithollen van de arbeidsvoorwaarden met de, door Schiphol
NV getekende, code verantwoordelijk marktgedrag?
Antwoord 5
Schiphol heeft mij als volgt geïnformeerd. Schiphol is mede-initiatiefnemer van de
code verantwoordelijk marktgedrag en onderschrijft derhalve de daarin verwoorde doelstelling
dat doorgeschoten marktwerking moet worden tegengegaan. In de onderhavige aanbesteding
wil Schiphol dan ook, net als in overige aanbestedingen, concurrentie op lonen voorkomen.
In de aanbesteding wordt daarom volgens Schiphol primair gegund op basis van kwaliteit
van dienstverlening. Uiteraard speelt ook prijs een rol, maar die is volgens Schiphol
bij de gunning ondergeschikt aan de kwaliteit.
Vraag 6
Klopt het dat, zoals ook hoogleraar Europees en internationaal aanbestedingsrecht
Manunza stelt, het mogelijk is om in aanbestedingen aanvullende eisen te stellen ten
behoeve van werknemers? Zo ja, gaat u dan aan Schiphol NV laten weten dat het zich
niet achter Europese regels kan verschuilen?
Antwoord 6
Het is mogelijk bij het uitschrijven van een aanbesteding bepaalde aanvullende eisen
te stellen. Het aanbestedingsrecht vraagt wel dat iedere aanvullende eis die de opdrachtgever
stelt proportioneel is en past binnen de regels van de interne markt. Hierbij is het
dus zaak dat door het stellen van de aanvullende eisen geen marktpartijen worden uitgesloten
en dat de gestelde voorwaarden op geen enkele andere manier zijn te bewerkstelligen.
Het is aan de aanbestedende dienst om een dergelijke afweging te maken. Zie verder
mijn antwoord op vraag 2, 4 en 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.