Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht dat gemeenten bedden in de specialistische jeugdzorg gaan schrappen zonder alternatieve opvang
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport over het bericht dat gemeenten bedden in de specialistische jeugdzorg gaan schrappen zonder alternatieve opvang (ingezonden 31 juli 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 oktober
2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de gemeenten in Noordoost-Brabant in 2020 € 10
miljoen willen bezuinigen op de gespecialiseerde jeugdzorg terwijl goede alternatieve
opvang niet is geregeld?1
Antwoord 1
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de jeugdhulp en hebben een wettelijke jeugdhulpplicht.
Zij moeten zorg dragen voor een passend aanbod.
Ook moeten zij continuïteit van zorg borgen voor jeugdigen die al hulp ontvangen als
zij veranderingen in de jeugdhulp willen doorvoeren. Ik verwacht dat de gemeenten
in Noordoost-Brabant op basis van deze verantwoordelijkheden hun plannen uitwerken.
Vraag 2
Onderschrijft u de stelling dat «zorg dichterbij huis altijd beter is dan gespecialiseerde
residentiële jeugdzorg binnen een instelling»? Bent u van mening dat jongeren nooit
beter af zijn met opname in een instelling, zoals de wethouders als argument aandragen?
Kunt u uw antwoord toelichten?2
Antwoord 2
Eén van de doelstellingen in programma Zorg voor de Jeugd is dat we de jeugdhulp zo
thuis mogelijk organiseren. Plaatsing in een instelling zou daarom alleen plaats moeten
vinden als er geen beter alternatief is. Met die nuance onderschrijf ik de stelling
in de vraag.
Vraag 3
Deelt u de mening dat geen een kind in de kou mag komen te staan? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 3
Ja. De jeugdhulpplicht vereist van gemeenten dat zij zulke situaties voorkomen als
zij contracten met aanbieders gaan aanpassen of een aanbesteding organiseren. Continuïteit
van zorg van kinderen die al jeugdhulp ontvangen is een voorwaarde voor dergelijke
veranderingen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de beschikbaarheid van geschikte plekken voor specialistische
jeugdzorg voor kinderen gegarandeerd moet zijn en niet de omzet bij zorgaanbieders?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja. Het belang van een instelling is ondergeschikt aan het belang van een jeugdige
die passende jeugdhulp nodig heeft. Om dat laatste te garanderen kan het nodig zijn
dat instelling geholpen wordt om bijvoorbeeld de continuïteit van zorg veilig te stellen.
Vraag 5
Bent u bereid om, ter bescherming van de capaciteit in de specialistische jeugdzorg,
niet uit te gaan van omzetgaranties, maar om in samenwerking met gemeenten de beschikbaarheid
van noodzakelijke specialistische jeugdzorg te garanderen zoals werd verzocht in de
motie Hijink3? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het belang van de beschikbaarheid van noodzakelijke specialistische zorg onderschrijf
ik. Het is belangrijk dat in Nederland ook voor kinderen met complexe, weinige voorkomende,
problematiek goede hulp tijdig beschikbaar is. Daarom heeft het kabinet tijdens de
APB de bereidheid uitgesproken om samen met gemeenten en het veld te onderzoeken of
we voor deze kinderen kunnen komen tot een aantal regionale specialistische expertisecentra
voor de jeugdhulp. In deze centra kunnen dan meerdere vormen van hulp aan kinderen
worden geboden, en is expertise beschikbaar waar hulpverleners gebruik van kunnen
maken voor consultatie en inhoudelijke toetsing.
Vraag 6
Wat gaat u doen om te voorkomen dat de dreigende bezuiniging op de gespecialiseerde
jeugdzorg in Noordoost-Brabant werkelijkheid wordt?
Antwoord 6
In mijn rol als stelselverantwoordelijke blijf ik toezien op de borging van de continuïteit
van jeugdhulp. Op dit moment beziet het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ)
wat zij kunnen doen om overeenstemming te bereiken tussen aanbieders en gemeenten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.