Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de aanhoudende onlusten in Papua
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de aanhoudende onlusten in West-Papoea (ingezonden 2 september 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Roep om vrijheid in Papoea houdt aan, Indonesië stuurt
meer militairen» en «Roep om referendum voor West-Papoea blijft klinken»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe oordeelt u over het harde ingrijpen van het Indonesische leger, dat aan zeker
zes mensen het leven heeft gekost?
Hoe vindt u het dat Indonesië militairen stuurt in reactie op de protesten voor vrijheid
van West-Papoea?
Antwoord 2 en 3
Het handhaven van de orde en veiligheid is de verantwoordelijkheid van de Indonesische
autoriteiten. Daarbinnen hebben zij de bevoegdheid om veiligheidstroepen te sturen
wanneer zij oordelen dat een situatie hierom vraagt. Proportionaliteit en de mogelijkheid
tot transparant onderzoek achteraf zijn hierbij cruciaal en dit benadrukken wij ook
in onze contacten met Indonesische autoriteiten.
De Nederlandse regering vindt de berichten over oplopende spanningen in Papua zorgwekkend.
De Nederlandse ambassade in Jakarta volgt de situatie nauwlettend en bespreekt deze
regelmatig met NGO’s, kennisinstituten, journalisten en overheidsfunctionarissen.
Uit deze gesprekken blijkt dat er geen eenduidig beeld bestaat over de aantallen en
omstandigheden waarin mensen om het leven zijn gekomen bij demonstraties in de Indonesische
provincies Papua en West Papua. Het is duidelijk dat er aan beide kanten slachtoffers
te betreuren vallen, en dat ook niet alle demonstranten geweldloos handelden.
De Indonesische autoriteiten benadrukken dat de verhoogde aanwezigheid van veiligheidspersoneel
in Papua tijdelijk is, en dat het veiligheidspersoneel nadrukkelijk instructies heeft
gekregen om zich terughoudend op te stellen door alleen defensief te handelen.
Vraag 4 en 5
Bent u, gezien de Nederlandse geschiedenis in West-Papoea, van mening dat Nederland
een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van de demonstranten? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Hoe oordeelt u, gezien de geschiedenis met de Act of Free Choice in 1969, over een
nieuw referendum over onafhankelijkheid?
Antwoord 4 en 5
In het buitenlandse beleid met betrekking tot Indonesië en Papua neemt de regering
de bestaande situatie als vertrekpunt. Papua is nu een onderdeel van de Republiek
Indonesië en de Nederlandse regering respecteert de territoriale integriteit van Indonesië
volledig. Het is niet aan de Nederlandse regering om te oordelen over de opportuniteit
van een nieuw referendum over onafhankelijkheid.
Het lot van de Papua's gaat het kabinet zeker aan het hart en de situatie in Papua
is dan ook vast onderdeel van de bilaterale dialoog tussen Nederland en Indonesië.
Vraag 6
Bent u bereid met uw Indonesische ambtsgenoot in gesprek te gaan over de wensen van
de demonstranten? En wilt u uw ambtsgenoot aanspreken op het harde politie-ingrijpen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
De situatie in Papua, met inbegrip van de mensenrechtensituatie, is vast onderdeel
van de bilaterale dialoog tussen Nederland en Indonesië. Meest recent sprak ik op
24 september jl. met mijn Indonesische collega Retno Marsudi over de situatie in Papua,
waarbij ik het belang van een bezoek van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
aan Papua heb benadrukt. Minister Marsudi bevestigde dat de Hoge Commissaris is uitgenodigd.
Op hoog ambtelijk niveau wordt eveneens regelmatig over de situatie in Papua gesproken,
waaronder ook over de recente ontwikkelingen. Daarbij staat de veiligheidssituatie
en gelijke behandeling van de Papua’s nadrukkelijk op de agenda. In contacten met
de Indonesische autoriteiten benadrukt Nederland dat terughoudendheid en dialoog de
beste middelen zijn om tot een duurzame oplossing te komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.