Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat rechters nog steeds hun bijbanen niet melden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat rechters nog steeds hun bijbanen niet melden (ingezonden 16 september 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 2 oktober 2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Rechters schenden nog steeds ongestraft wettelijke
plicht bijbanen te melden»?1 Deelt u de mening dat het van groot belang is dat rechters transparant zijn over
hun bijbanen, zoals afgesproken?
Antwoord 1
In het artikel gaat het over onvolkomenheden bij het doen van de opgave van nevenbetrekkingen
of de administratieve verwerking daarvan. Rechters zijn wettelijk verplicht opgave
te doen van hun nevenbetrekkingen. Ik vind het – met de Raad voor de rechtspraak en
de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak – van groot belang dat het register nevenbetrekkingen
actueel en volledig is. De melding, registratie en openbaarmaking van de nevenbetrekkingen
dragen in belangrijke mate bij aan het voorkomen van de schijn van partijdigheid en
zijn daarmee belangrijk voor het vertrouwen in de rechterlijke macht. Als gevolg van
de openbaarmaking kan publiekelijk worden geoordeeld over de vraag of de nevenbetrekkingen
van rechterlijke ambtenaren al dan niet tot strijdigheid van belangen en schijn van
partijdigheid kunnen leiden. Wanneer blijkt dat een rechter in gebreke is bij het
melden van nevenbetrekkingen, is het aan de functionele autoriteit, de president van
het rechterlijk college, om hierover het gesprek met de rechter te voeren.
Vraag 2
Wat vindt u er van dat rechters bijbanen hebben die (mogelijk) tot belangenverstrengeling
leiden? Heeft die wettelijke meldplicht voor bijbanen niet juist als doel het ontmoedigen
van dergelijke bijbanen?
Antwoord 2
Onpartijdigheid is een kernwaarde van de rechtspraak. Om rechters handvatten te geven
hoe daar in praktijk invulling aan te geven, is door rechters de Leidraad onpartijdigheid
en nevenfuncties opgesteld. Aan de hand daarvan is het aan rechters om te beoordelen
of een nevenbetrekking kan worden aangehouden of aangegaan.
Ik vind het positief dat rechters naast hun werk verantwoordelijkheden in de samenleving
op zich nemen of hun expertise delen. Dat dit in een individuele zaak tot vragen kan
leiden, mag in zijn algemeenheid geen belemmering zijn om nevenbetrekkingen te bekleden.
Het is altijd aan de rechter om in de individuele zaak te waken over zijn onpartijdigheid.
De wettelijke meldplicht zorgt voor transparantie. Partijen kunnen zo nagaan welke
nevenbetrekkingen een rechter heeft. De wettelijke meldplicht heeft niet het ontmoedigen
van nevenbetrekkingen als doel, maar kan wel het effect hebben dat er goed over wordt
nagedacht of het verstandig is een bepaalde nevenbetrekking uit te oefenen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat transparantie van rechters over hun bijbanen bij kan dragen
aan het vertrouwen in de rechtspraak?
Antwoord 3
Ja. Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Bent u bereid in overleg te treden met de Rechtspraak over het niet voldoen aan de
meldplicht en het voorkomen van bijbanen die leiden tot (mogelijke) belangenverstrengeling?
Kunt u de Kamer over de uitkomsten van dit gesprek informeren?
Antwoord 4
Ik zal met de Raad voor de rechtspraak spreken over de instrumenten om de transparantie
en onpartijdigheid te waarborgen en uw Kamer over de uitkomsten van het gesprek informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.