Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Verhoeven over het bericht ‘Brussel trekt 900 miljoen uit voor gevolgen harde Brexit’
Vragen van het lid Verhoeven (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Brussel trekt 900 miljoen uit voor gevolgen harde Brexit» (ingezonden 5 september 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de ministers van Financiën
en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken
en Klimaat (ontvangen 7 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Brussel trekt 900 miljoen uit voor gevolgen harde Brexit»
waaruit blijkt dat de Europese Commissie een no-dealbrexit gelijkstelt aan een natuurramp?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de berichtgeving dat de Europese Commissie bijna 900 miljoen
euro uit wil trekken uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) (normaliter
gebruikt voor natuurrampen) en het globaliseringsfonds voor EU-landen, bedrijven en
werknemers die getroffen worden als het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie zonder
deal verlaat?
Antwoord 2
Het kabinet steunt de voorstellen van de Europese Commissie om deze twee fondsen in
te zetten om de financieel economische consequenties van een no deal Brexit op te vangen. De Europese Commissie laat op deze manier blijken oog te hebben
voor de mogelijk aanzienlijke financiële en economische gevolgen van een no deal voor sommige lidstaten, waaronder Nederland. De verwachting is namelijk dat Nederland,
vanwege haar sterke economische verwevenheid met het VK, relatief hard geraakt zal
worden door een no deal Brexit. Voor de goede orde benadrukt het kabinet dat het verbreden van de werkingssfeer
van beide fondsen expliciet wordt bezien vanuit de uitzonderlijke context van de Brexit.
Tegen die achtergrond schept dit voorstel geen precedent om de werkingssfeer van andere
fondsen te verbreden.
Het kabinet wenst te benadrukken dat de voorstellen niets afdoen aan de eigen verantwoordelijkheid
van bedrijven en (mede-)overheden om zich voor te bereiden op een no dealBrexit.
Het kabinet steunt ook de inzet van de Europese Commissie om gebruik te maken van
bestaande fondsen binnen de huidige Europese begroting en het huidig MFK. Hiermee
zet de Europese Commissie geen onnodige en additionele financiële druk op de bijdragen
van de lidstaten aan de Europese begroting. De voorstellen hebben betrekking op de
jaren 2019–2020 en lopen niet vooruit op de vormgeving van het volgende MFK en de
onderhandelingen daarover; het kabinet steunt deze tijdelijkheid. Bij de beoordeling
van beide voorstellen heeft Nederland de eenheid binnen de EU27 meegewogen.
Vraag 3
Aangezien het Europees parlement en de lidstaten dit voorstel nog moeten goedkeuren,
verwacht u dat dit op korte termijn zal gebeuren? Ondersteunt u dit voorstel? Kunt
u het speelveld in de Raad schetsen?
Antwoord 3
Naar verwachting is er voldoende steun voor het EGF-voorstel van de Commissie in zowel
de Raad als het Europees parlement.
Er is nog discussie voorzien tussen lidstaten die het EUSF vooral voor de originele
doelstelling wensen te behouden en lidstaten die wijzen op de praktische mogelijkheden
om voor het EUSF een aanvraag te kunnen indienen. De tweede groep lidstaten zal hierbij
mogelijk pleiten voor een verlaging van de drempelwaarden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat Nederland bij uitstek één van de landen is die het meest getroffen
zal worden in het geval van een no-dealbrexit? Deelt u daarom de mening dat juist
Nederland, Nederlandse bedrijven en werknemers aanspraak zouden moeten kunnen maken
op deze fondsen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld2, zullen de gevolgen van een no deal Brexit voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid aanzienlijk zijn. Elke vorm
van Brexit is nadelig voor Nederland en dat geldt bovenal voor een no deal Brexit. Desondanks kan ik nu nog niet inschatten of de Nederlandse overheid een aanvraag
kan indienen omdat het nu nog niet mogelijk is om in te schatten wat de omvang van
de financiële en economische schade ten gevolge van een no deal Brexit is.
Vraag 5
Op welke wijze gaat u zich er voor inzetten dat Nederland in geval van een no-dealbrexit
waarbij Nederland hard getroffen wordt, aanspraak kan maken op deze fondsen?
Antwoord 5
Het kabinet merkt op dat hiervoor drie zaken van belang zijn: communicatie over de
mogelijkheden richting belanghebbenden, tijdige aanpassing van de procedures naar
aanleiding van de voorgestelde wijzigingen en goede samenwerking tussen rijksoverheid,
mede-overheden en bedrijfsleven om aanvragen met een zo’n groot mogelijke kans van
slagen tot stand te laten komen.
Communicatie
Het kabinet is voornemens om via de reguliere informatiekanalen die het bedrijfsleven
informeren over de gevolgen van een no dealBrexit, zoals het Brexit loket en de stakeholderbijeenkomsten van de verschillende
ministeries, informatie te verschaffen over de mogelijkheden en voorwaarden.
Interne procedures
De kennis en kunde om een eventuele steunaanvraag te beoordelen is al aanwezig en
het kabinet zal dit borgen. Tevens zal het kabinet ervoor zorgen dat interne procedures,
uiterlijk op het moment dat de gewijzigde verordeningen in werking treden, waar nodig
geactualiseerd worden zodat deze overeenkomen met de nieuwe situatie.
Samenwerking tussen rijksoverheid, mede-overheden en bedrijfsleven
Om aanvragen met een zo hoog mogelijke kans van slagen tot stand te laten komen, is
het van belang dat de rijksoverheid nauw samenwerkt met mede-overheden en het bedrijfsleven.
Op die manier kan de informatie benodigd voor een aanvraag zo snel als mogelijk verzameld
worden en dat zal het interne proces bespoedigen.
Vraag 6
Hoe kunnen Nederlandse bedrijven en werknemers die hard getroffen worden door de Brexit
aanspraak maken op het globaliseringsfonds? Welke voorwaarden zullen hierbij gelden?
Worden zij hierover geïnformeerd?
Antwoord 6
Om in aanmerking te komen voor steun uit het EGF kan door de lidstaten een (sector-)aanvraag
worden ingediend bij de Europese Commissie. Deze aanvraag dient aan een aantal criteria
te voldoen. De voorgestelde aanpassing van de EGF-verordening verbreedt de doelstelling
van het EGF maar wijzigt de aanvraagcriteria niet. Dit betekent dat op basis van het
voorstel van de Commissie bedrijven en sectoren die hard getroffen worden door de
Brexit aanspraak kunnen maken op steun uit het EGF als er minimaal 500 werknemers
binnen een referentieperiode ontslagen zijn als gevolg van een no deal Brexit.3 Deze referentieperiode is verschillend voor bedrijven en sectoren. Als het één bedrijf
betreft is deze referentieperiode gesteld op vier maanden, wat betekent dat alle ontslagen
binnen deze periode moeten vallen. Als het een groep bedrijven ofwel een sector betreft
is deze periode negen maanden als de ontslagen zijn gevallen in een bepaalde sector
in één of twee aan elkaar grenzende provincies. Aanvragen lopen via het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op de website4 van Uitvoering van Beleid SZW staat meer informatie over de aanvraagcriteria. Uitvoering
van Beleid SZW licht bedrijven voor en begeleidt en ondersteunt EGF-aanvragen. Uiterlijk
op het moment dat de gewijzigde verordeningen in werking treden, zal de informatie
op de website geactualiseerd worden.
Vraag 7
Welke specifieke voorwaarden gelden er voor Nederland om aanspraak te kunnen maken
op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie?
Antwoord 7
Om in aanmerking te komen voor steun uit het EUSF moet Nederland een aanvraag indienen
bij de Europese Commissie. Deze aanvraag moet voldoen aan een aantal vereisten, zoals
gesteld in het voorstel van de Europese Commissie. Zo mag iedere lidstaat slechts
één aanvraag indienen. De aanvraag dient uiterlijk eind april 2020 ingediend te worden.
Vervolgens geldt een ondergrens om in aanmerking te komen voor financiële vergoeding
uit het EUSF. Deze grens bedraagt 1,5 miljard euro of 0,3% van het bruto nationaal
inkomen voor totale uitgaven te relateren aan een no deal Brexit. De uitgaven mogen alleen gerelateerd zijn aan maatregelen in reactie op een
no deal Brexit, in de periode vanaf de uittredingsdatum van het VK tot uiterlijk eind 2020.
In de aanvraag dient de lidstaat deze kosten te onderbouwen en te kwantificeren. De
Europese Commissie zal nadere details over deze vereisten binnenkort publiceren.
Vraag 8
Klopt het dat de 590 miljoen euro uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie
onder meer bedoeld is om de overheidsuitgaven van extra douaniers en grenscontroles
op te vangen? Komen de kosten voor de extra aangestelde Nederlandse douaniers en dierenartsen
(NVWA) hiervoor in aanmerking?
Antwoord 8
In het voorstel voor de aanpassing van het EUSF geeft de Commissie aan dat zij nog
met aanvullende guidance komt over de manier waarop steunaanvragen beoordeeld moeten
worden. De Europese Commissie stelt nadrukkelijk vast dat financiële steun alleen
wordt verleend ter compensatie van kosten van een no deal Brexit en dat Contingency maatregelen die voor Brexitdatum gemaakt zijn niet in aanmerking
komen. Het kabinet gaat er daarom vanuit dat de door u genoemde kosten niet in aanmerking
komen.
Extra onvoorziene kosten na de Brexitdatum komen wel in aanmerking. Het kabinet zal
de mogelijkheden om gebruik te maken van dit fonds onderzoeken indien er onvoorziene
kosten gemaakt worden.
Vraag 9
Kunt deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord
Het kabinet heeft er voor gekozen om de antwoorden op deze kamervragen tegelijkertijd
met een (versneld) BNC-fiche over de voorstellen van de Commissie aan uw Kamer te
sturen, zodat uw vragen aan de hand van het afgestemde Nederlandse standpunt beantwoord
konden worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.