Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Schonis over het bericht ‘Omwonenden niet blij met gang van zaken rondom Paddepoelsterbrug’
Vragen van het lid Schonis (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Omwonenden niet blij met gang van zaken rondom Paddepoelsterbrug» (ingezonden 5 september 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
2 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend het bericht «Omwonenden niet blij met gang van zaken rondom Paddepoelsterbrug»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom de besluitvorming over een nieuwe tijdelijke brug zo lang
op zich laat wachten?
Antwoord 2
Over het herstellen van de verbinding door een tijdelijke hoge fiets-voetgangersbrug
heb ik met de gemeenten Groningen, Westerkwartier en het Hogeland en de provincie
Groningen op 7 juni 2019 overeenstemming bereikt. Voor de realisatie van deze tijdelijke
oplossing stel ik € 1,5 mln. ter beschikking.
Het realiseren van deze tijdelijke hoge fiets-voetgangersbrug kost echter tijd. De
tijdelijke brug kan vanwege de ruimtelijke inpassing niet exact op de huidige locatie.
Op basis van effectonderzoeken en in samenspraak met de omgeving, zoekt Rijkswaterstaat
naar de beste locatie voor deze tijdelijke hoge brug. Nadat de locatie bepaald is,
dienen er vergunningen aangevraagd te worden, moet de realisatie aanbesteed worden
en vervolgens moet de brug gebouwd worden. Ik zet mij in om dit proces zo snel mogelijk
te doorlopen.
Vraag 3
Is het correct dat, wat mij tijdens gesprekken met omwonenden is verteld, in plaats
van een tijdelijke brug ook een tijdelijke pont wordt overwogen? En zo ja, kunt u
aangeven wanneer deze pont wordt gerealiseerd?
Antwoord 3
De regionale bestuurders hebben op 7 juni jl. gevraagd om te onderzoeken of het mogelijk
is om in afwachting van de tijdelijke hoge fiets-voetgangersbrug, een veerpont te
laten varen. Ik heb een onderzoek laten uitvoeren. Uit het onderzoek blijkt dat er
twee locaties zijn waar een veerpont mogelijk is. Dit onderzoek heb ik eind augustus
met de regionale bestuurders gedeeld. Ik ben in afwachting van hun reactie.
Vraag 4
Wordt bij de besluitvorming ook een tijdelijke brug overwogen honderd meter van de
eerdere locatie, zodat het voor de fietser bereikbaar blijft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De locatie van de tijdelijke hoge fiets-voetgangersbrug is afhankelijk van diverse
factoren zoals de samenstelling van de grond en oever, de inpassingsruimte, de effecten
op natuur en landschap en de wensen van de omgeving. Pas nadat de effecten zijn onderzocht
en bewoners hebben mee kunnen praten over de locatie, wordt de locatie bepaald.
Vraag 5
Kunt u toelichten welke veiligheidsafweging er gemaakt is voor het wel of niet plaatsen
van een tijdelijke brug?
Antwoord 5
De hoofdvaarweg Lemmer – Delfzijl ter hoogte van de Paddepoelsterbrug kent een hoog
risicoprofiel waardoor de kans op aanvaringen groot is. De infrastructuur is afwijkend
ten opzichte van de rest van de vaarweg, de brug is afwijkend ten opzichte van de
andere bruggen, de massa van de brug is laag ten opzichte van de schepen die passeren,
er is geen volledig detectiesysteem van naderende schepen aanwezig en de brug is slecht
zichtbaar doordat de contouren van de brug «wegvallen» in de omgeving.
Bij de afweging op welke wijze de verbinding tijdelijk te herstellen, heb ik gekeken
naar een oplossing die het risicoprofiel zo veel mogelijk verlaagt en tevens de fietsers
en voetgangers zo veel mogelijk tegemoet komt. Een tijdelijke fiets-voetgangersbrug
op 9,10 meter over de volledige overspanning van de vaarweg past daar het beste bij.
Daarnaast worden de oude brugdelen verwijderd en het kanaal over 400 meter verbreed.
Vraag 6
Wanneer start de besluitvormingsprocedure voor de aanleg van een definitieve nieuwe
brug?
Antwoord 6
Voor het bepalen van de structurele oplossing wordt het reguliere MIRT-proces doorlopen
zoals is afgesproken in het BO MIRT najaar 2018.
In de MIRT-verkenning wil ik een oplossing zoeken voor zowel het scheepvaartverkeer
als het kruisend verkeer van voetgangers en fietsers. In het bestuurlijk overleg MIRT
van het najaar 2019 wil ik samen met de regionale bestuurders de aanpak voor de MIRT-verkenning
Paddepoelsterbrug vaststellen, waarna de MIRT-verkenning zal starten. Het voorkeursalternatief
zal in het tweede kwartaal van 2021 zijn vastgesteld, waarna de planuitwerkingsfase
start.
Vraag 7
Is het vertrekpunt voor de besluitvormingsprocedure, voor de nieuwe brug, de planstudie
die in 2015 is afgerond? Of bent u voornemens om een nieuwe planstudie uit te voeren
voor de komst van een nieuwe brug?
Antwoord 7
Vanuit de doelstelling voor veiligheid van de scheepvaart, wordt het noodzakelijk
geacht dat de beweegbare bruggen op het Van Starkenborghkanaal uniform zijn in overspanning
en doorvaarthoogte, in lijn met de eerder vervangen beweegbare bruggen bij Dorkwerd,
Aduard en Zuidhorn. De in 2015 uitgevoerde planstudie van de provincie Groningen is
daarmee niet actueel meer en is niet als bestuurlijk voorkeursalternatief vastgesteld.
De reden is dat het destijds voorgestelde voorkeursalternatief een te lage doorvaarthoogte
en een te beperkte overspanning kent.
Vraag 8
Op welke wijze gaat u de omwonenden, gemeente en provincie betrekken bij de verdere
besluitvormingsprocedure?
Antwoord 8
Bij elk MIRT-project wordt er een omgevingsproces opgestart waarin bewoners, belangenorganisaties
en overheden mee kunnen denken over de afwegingen en mogelijke oplossingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.