Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sienot over het artikel ‘Industrie vreest streep door waterstofambities Klimaatakkoord’
Vragen van het lid Sienot (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Industrie vreest streep door waterstofambities Klimaatakkoord» (ingezonden 30 augustus 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 26 september
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Industrie vreest streep door waterstofambities Klimaatakkoord»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het rapport «Conceptadvies SDE++ CO2-reducerende opties?» van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)?2 Hoe beoordeelt u dit rapport?
Antwoord 2
Ja. Dit conceptadvies is nog niet definitief. Ik zal mijn beslissing baseren op het
definitieve advies dat we in november van PBL zullen ontvangen.
Vraag 3
Kunt u toelichting geven op de gekozen emissiefactor van 183 waarmee u rekent voor
waterstofproductie? Op basis van welke gegevens is voor deze emissiefactor gekozen?
Antwoord 3
PBL rekent in het voorlopige advies met een bepaalde emissiefactor (183 gram per kWh).
Deze emissiefactor is belangrijk omdat het doel van de SDE++ CO2-reductie is en het de vraag is hoeveel CO2-uitstoot er in totaal wordt gereduceerd door de productie en inzet van waterstof.
De emissiefactor is gebaseerd op berekeningen voor 2030. Uitgangspunt is dat in 2030
de voor elektrolyse benodigde elektriciteit nog niet volledig duurzaam is. Een deel
wordt opgewekt door gascentrales. De mate waarin dit gebeurt hangt af van wanneer
stroom wordt gebruikt.
Vraag 4, 5 en 6
Onderkent u het risico dat waterstofproductie onder de huidige rekenmodellen waarschijnlijk
geen aanspraak zal kunnen maken op de subsidie van de Stimuleringsregeling Duurzame
Energietransitie (SDE++)? Zo ja, hoe beoordeelt u dit risico? Zo nee, waarom niet?
Begrijpt u de vrees van de 14 bedrijven dat de ontwikkeling van de groene waterstofeconomie
geremd zal worden, indien groene waterstof niet wordt gesteund met de SDE++? Zo nee,
waarom niet?
Hoe rijmt u de afspraken in het Klimaatakkoord, waarin is afgesproken om met een waterstofprogramma
te komen ter ontwikkeling van de waterstofproductie in Nederland, met het risico dat
er geen SDE++ subsidie beschikbaar zal zijn voor waterstofproductie?
Antwoord 4, 5 en 6
Op dit moment loopt de marktconsultatie van het conceptadvies nog. Nieuwe inzichten
die volgen uit de marktconsultatie worden meegenomen in de berekeningen van PBL. Naar
aanleiding van het definitieve advies zal ik een besluit nemen over welke technieken
tegen welke condities worden opengesteld in 2020.
In het Klimaatakkoord is een ambitieus waterstof programma aangekondigd met een gefaseerde
aanpak. De focus ligt eerst op pilots en demonstratiefaciliteiten om opschaling en
kostenreductie te ondersteunen. Uit de Klimaatenvelop is er voor opslag en conversie
(inclusief waterstof) een bedrag oplopend tot 60 miljoen euro per jaar beschikbaar
(DEI+-regeling). Er is hiermee ruime ondersteuning voor innovatieve waterstofprojecten.
Daarnaast zetten we in op het creëren van de juiste randvoorwaarden. Dit behelst o.a.
het grootschalig stimuleren van hernieuwbare energie om straks ook voldoende groene
waterstof te kunnen produceren. Ook onderzoeken we de rol die tenders voor wind op
zee kunnen spelen in systeemintegratie. Verder werken we aan andere afspraken, zoals
een visie op de benodigde marktordening.
Voor opname in de SDE++ is een belangrijke voorwaarde dat productie van waterstof
via elektrolyse ook leidt tot daadwerkelijke CO2-reductie. In het Klimaatakkoord is afgesproken om de business case te monitoren en
om informatie hierover uit te wisselen. De consultatie van het concept advies heeft
het proces van informatiedeling versneld en heeft nuttige reacties opgeleverd.
Vraag 7 en 8
Overweegt u de adviezen van het PBL over te nemen en de randvoorwaarden aan te passen?
Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid in gesprek te gaan met de industrie- en energiesector over hoe waterstof
in prijs beter concurrerend kan zijn met andere energieproductiemethoden die aanspraak
kunnen maken op SDE++ subsidies? Zo ja, wanneer? Bent u bereid om op basis hiervan
een hernieuwd PBL-advies aan te vragen?
Antwoord 7 en 8
Het is van belang om, in lijn met de afspraken hierover in het Klimaatakkoord, te
werken aan een gefaseerde programmatische aanpak, met oog voor alle randvoorwaarden.
Dit vergt dat we samen met de industrie en energiesector het gesprek aangaan over
hoe we de waterstofambities van een gepaste instrumentatie kunnen voorzien.
Tijdens de consultatieperiode krijgen marktpartijen uitgebreid de kans om hun commentaar
op het conceptadvies te delen en hierover met PBL en EZK in gesprek te gaan. Ik waardeer
de input van marktpartijen. Op basis van de verzamelde reacties uit de marktconsultatie
kunnen in overleg met PBL parameters voor de berekeningen nog worden aangepast. Dit
zal worden gebruikt voor nadere besluitvorming over vormgeving van de SDE++ voor 2020
of voor latere jaren.
Vraag 9
Wat gaat u doen om aan te sturen op tenders voor offshore wind waarin wordt ingezet
op versnelde opbouw van groene waterstofproductie en kostenreductie, zoals vermeld
staat in het Klimaatakkoord?
Antwoord 9
In het Klimaatakkoord wordt aangegeven dat in de toekomst opties zoals uitbreiding
van interconnectie en conversie naar waterstof tot de mogelijkheden behoren voor een
kosteneffectieve inpassing van meer wind op zee. De windparken in de huidige routekaart
worden aangesloten op het elektriciteitsnet. We onderzoeken hoe voor additionele uitrol
– bovenop de afspraken in de routekaart – de aanpak voor wind op zee moet worden vormgegeven.
Daarbij kijken we ook naar opties voor systeemintegratie, zoals waterstof.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.