Amendement : Amendement van het lid Hijink over een vaccinatieplicht in de kinderopvang
35 049 Voorstel van wet van het lid Raemakers tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma
Nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK
Ontvangen 24 september 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra
die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma»
vervangen door «in verband met het invoeren van verplichte deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma
in de kinderopvang».
II
In de beweegreden wordt «dat het voor ouders kenbaar kan zijn wat het beleid van kindercentra
is met betrekking tot het al dan niet toelaten van kinderen die niet deelnemen aan
het Rijksvaccinatieprogramma» vervangen door «dat deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma
verplicht is voor personeel van kindercentra, gastouders en kinderen die in kindercentra
of voorzieningen voor gastouderopvang worden opgevangen».
III
Artikel I komt als volgt te luiden:
ARTIKEL I
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1, eerste lid, wordt in alfabetische volgorde ingevoegd:
Rijksvaccinatieprogramma:
het vaccinatieprogramma, genoemd in artikel 6b, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid.
B
Na artikel 1.49 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1.49a
1. De houder van een kindercentrum neemt uitsluitend personeel in enigerlei vorm in
dienst en laat voorts uitsluitend kinderen toe die aantoonbaar deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. kinderen jonger dan veertien maanden;
b. kinderen, onderscheidenlijk personeel, ten aanzien van wie aan de houder van een kindercentrum
een schriftelijke verklaring van een arts is overgelegd waaruit blijkt dat degene
op wie de verklaring betrekking heeft om medische redenen niet kan deelnemen aan het
Rijksvaccinatieprogramma.
3. De gastouder neemt aantoonbaar deel aan het Rijksvaccinatieprogramma en vangt voorts
uitsluitend kinderen op die aantoonbaar deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
4. Het derde lid is niet van toepassing op:
a. kinderen jonger dan veertien maanden;
b. kinderen, onderscheidenlijk gastouders, ten aanzien van wie aan de gastouder, onderscheidenlijk
aan het gastouderbureau, een schriftelijke verklaring van een arts is overgelegd waaruit
blijkt dat degene op wie de verklaring betrekking heeft om medische redenen niet kan
deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
5. Voor zover handelen overeenkomstig de voorgaande leden het maken van indirect onderscheid
op grond van godsdienst of levensovertuiging met zich meebrengt is dat gerechtvaardigd
in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling.
Toelichting
Het voorliggende amendement voorziet in een wijziging van het wetsvoorstel tot wijziging
van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra
die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma
(35 049). Het betreffende wetsvoorstel regelt dat kinderopvangcentra zelf kunnen gaan bepalen
dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend kinderen worden toegelaten die aantoonbaar
deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma. Het doel van dit wetsvoorstel is om transparantie
op de markt van kinderopvangcentra tot stand te brengen, zodat ouders een goed geïnformeerde
keuze kunnen maken voor de opvang van hun kind. Voor een kinderopvangcentrum moet
het daarnaast duidelijk zijn dat het niet-gevaccineerde kinderen mag weigeren en in
dat verband aan ouders een bewijs van vaccinatie mag vragen.
Volgens de indiener van dit amendement zou de nadruk in het voorliggende wetsvoorstel
echter niet moeten liggen op transparantie voor kinderopvangcentra en/of keuzevrijheid
voor ouders aangezien dit volgens de indiener niet voldoende bijdraagt aan een oplossing
van het daadwerkelijke probleem. Het daadwerkelijke probleem is volgens de indiener
de situatie (aangaande de volksgezondheid) die is ontstaan door een daling van de
vaccinatiegraad dan wel een stijging van het besmettingsrisico. Om deze zorgwekkende
situatie daadwerkelijk aan te pakken regelt de indiener middels dit amendement dat
alle kinderopvangcentra en voorzieningen voor gastouderopvang in Nederland enkel nog
gevaccineerde kinderen mogen toelaten. Voor kinderen van jonger dan 14 maanden wordt
hiervoor een uitzondering gemaakt. Ook voor personeel, gastouders en kinderen die
een doktersverklaring kunnen overleggen waaruit blijkt dat zij om medische redenen
niet kunnen deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma wordt voorzien in een uitzondering.
Oftewel, door dit amendement is het kinderopvangcentra en voorzieningen voor gastouderopvang
niet langer toegestaan om niet-gevaccineerde kinderen toe te laten of om de opvang
te laten plaatsvinden door niet-gevaccineerde personen. De indiener sluit met dit
amendement aan op het advies van de kabinetscommissie kinderopvang om in het geval
van het bereiken van een kritieke grens ouders die hun kind naar een kinderopvangcentrum
willen brengen wettelijk te verplichten om deel te nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Hijink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid