Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord opvragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra over het bericht 'Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde containers?’
Vragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra (beiden VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde containers?» (ingezonden 12 september 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
2 oktober 2019).
Vraag 1
Wat vindt u van het bericht «Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding
voor de aangespoelde containers?»1
Antwoord 1
Ik onderschrijf het standpunt dat MSC verantwoordelijk is voor het vergoeden van de
schade en snel tot betaling moet overgaan.
Vraag 2
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de afhandeling en uitkering van
de schadevergoeding door MSC Zoë?
Antwoord 2
Wat betreft de geclaimde schadevergoedingen kan ik u het volgende melden.
De claims die via het schadeloket van Rijkswaterstaat namens de overheden en terreinbeherende
natuurorganisaties bij MSC zijn ingediend bedroegen op 15 april 2019 in totaal 3,33
miljoen Euro. Sinds die tijd zijn er nog voor enkele tienduizenden Euro’s aan nieuwe
claims ingediend bij het schadeloket.
Eind juni van dit jaar heeft MSC 0,6 miljoen Euro vergoed.
Ook heeft MSC 0,32 miljoen Euro aan claims rechtstreeks uitbetaald aan de betreffende
bedrijven. Verder is door claimanten voor nog eens circa 0,48 miljoen Euro aan claims
ingetrokken, omdat deze kosten onterecht waren opgevoerd.
Het totaal aan openstaande claims bedraagt nu nog 1,93 miljoen Euro. Dit bestaat uit
circa 1,5 miljoen Euro claims van het Rijk en 0,43 miljoen Euro van gemeenten en terreinbeherende
organisaties.
Rijkswaterstaat coördineert de afhandeling van de schade voor alle betrokken overheden
en de terreinbeherende natuurorganisaties. Op 9 september jl. heeft MSC het aanbod
gedaan om op korte termijn de resterende claims van de Waddeneilandgemeenten onder
voorwaarden deels te voldoen. Met de Waddengemeenten wordt overlegd over de vraag
of kan worden ingestemd met deze voorwaarden. Daarnaast wordt met MSC onderhandeld
over de snelle afwikkeling van alle andere claims.
Naast de afwikkeling van de schadeclaims wordt er met MSC ook gesproken over de afronding
van de bergingsoperatie op zee, het opruimen van lading die mogelijk in de toekomst
nog aanspoelt en het onderzoek naar de ecologische effecten. Afspraken over al deze
onderwerpen zouden moeten worden opgenomen in een met MSC te sluiten minnelijke overeenkomst.
Alleen zo is de Staat bereid om de aansprakelijkheidsstelling van MSC te beëindigen.
Om te komen tot een dergelijke overeenkomst moet MSC voldoende inspanningen hebben
verricht om alle verloren lading te bergen, moeten de overheden en terreinbeherende
natuurorganisaties schadeloos zijn gesteld en de te verwachten toekomstige opruimkosten
in voldoende mate zijn afgedekt. Rijkswaterstaat voert intensieve gesprekken met MSC
om een dergelijke overeenkomst vast te stellen.
Ook vissers hebben schade opgelopen als gevolg van verloren lading van de MSC Zoe.
De afhandeling van deze schades heeft plaatsgevonden in goed overleg met het Ministerie
van LNV. Ik kan u melden dat nagenoeg alle vissers met aantoonbare schade door de
verloren lading, inmiddels een regeling hebben getroffen met MSC voor de vergoeding
van deze schade.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de rederij MSC de schade als gevolg van de overboord geslagen
containers volledig moet vergoeden?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Wat vindt u van het feit dat direct gemaakte opruimkosten nog maar slechts deels vergoed
zijn door rederij MSC, negen maanden na het verliezen van de 342 containers?
Antwoord 4
MSC heeft – door de aansprakelijkheidsstelling van de Staat – voor eigen rekening
een bergingsoperatie op zee georganiseerd waarvan de kosten op circa 35 miljoen Euro
worden geschat. Bovendien heeft MSC in de eerste weken verschillende ondernemers rechtstreeks
betaald die door gemeenten en terreinbeherende natuurorganisaties waren ingehuurd.
Ik vind het zeer teleurstellend dat MSC voor de betaling van het restant van de claims
– een relatief klein bedrag afgezet tegen de voornoemde kosten – zoveel tijd neemt.
Vraag 5
Kunt u aangeven waarom de volledige opruimkosten nog niet zijn vergoed door de rederij?
Hoe moet dit gezien worden in het licht van eerdere uitspraken die u deed in de brief
(Kamerstuk 29 684, nr. 184, d.d. 10 juli 2019), waarbij u blijft inzetten op snelheid?
Antwoord 5
De beweegredenen van MSC zijn mij niet bekend. Na de eerste betaling van 0,6 miljoen
EUR door MSC in juni van dit jaar is door MSC op 2 juli een lijst met vragen ingediend
over het resterende deel van de claims. Deze vragen zijn door Rijkswaterstaat, samen
met de betreffende claimanten, in augustus beantwoord. Dit heeft geleid tot een aanpassing
van sommige claims (zie ook het antwoord op vraag 2). Van de zijde van Rijkswaterstaat
wordt bij MSC steeds aangedrongen op een snelle betaling.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe het contact met de rederij en de verzekeraar van de rederij verloopt?
Antwoord 6
Er is vrijwel dagelijks contact tussen vertegenwoordigers van MSC en Rijkswaterstaat
over de afhandeling van de claims en de verdere afhandeling van de gevolgen. Er wordt
in deze gesprekken op bepaalde onderwerpen nog steeds voortgang geboekt. Maar, gelet
op waar we nu staan, zullen de komende weken door MSC nog wel belangrijke stappen
moeten worden gezet om te kunnen komen tot een goede en verantwoorde, minnelijke afwikkeling.
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dan de rederij spoedig overgaat tot betaling van
de kosten als gevolg van de schade?
Antwoord 7
Mijn voorkeur gaat nog steeds uit om er langs minnelijke weg met MSC uit te komen.
Als onverhoopt mocht blijken dat een minnelijke overeenstemming met MSC niet mogelijk
is, dan rest alleen nog de inzet van juridische instrumenten om te proberen de resterende
kosten op MSC te verhalen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat er grote verantwoordelijkheid bij de rederij ligt en dat er
meer tempo gemaakt moet worden om wrevel in de regio, bij de gemeenten maar ook bij
de vissers zoveel mogelijk te voorkomen?
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Wat gaat u de komende tijd doen richting de rederij om de afhandeling van de schade
voortvarender te laten verlopen?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord bij vraag 7.
Vraag 10
Kunnen deze vragen worden beantwoord voor het VAO Wadden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.