Schriftelijke vragen : De registratie van levend geboren kinderen die voor het doen van geboorteaangifte reeds waren overleden
Vragen van de leden Van der Graaf en Dik-Faber (beiden ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de registratie van levend geboren kinderen die voor het doen van geboorteaangifte reeds waren overleden (ingezonden 24 september 2019).
Vraag 1
Is het waar dat in het verleden (onder andere in de jaren ’70) kinderen, die geboren
werden, kort leefden en waarvan door omstandigheden (bijvoorbeeld geboorte op een
feestdag) pas na het overlijden geboorteaangifte kon worden gedaan, niet werden opgenomen
in het Persoonsregister en dat dit juridisch gezien een sluitende procedure was?
Vraag 2
Is het waar dat deze kinderen met de wijziging van de Wet basisregistratie personen
weliswaar bij de gemeente kunnen worden geregistreerd, maar dat zij enkel kunnen worden
geregistreerd als levenloos geboren?
Vraag 3
Begrijpt u dat het voor ouders zeer pijnlijk is, wanneer hun kind korte tijd heeft
geleefd maar het niet als zodanig in de Basisregistratie Personen kan worden opgenomen?
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om ouders in staat te stellen in deze specifieke gevallen
hun kind alsnog in de Basisregistratie Personen op te laten nemen als zijnde levend
geboren en daarna overleden? Bent u bereid hiertoe met aanvullende instructies richting
gemeenten en zo nodig met aanvullende wetgeving te komen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.