Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over negatieve rentes voor particulieren
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over negatieve rentes voor particulieren (ingezonden 3 september 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 25 september 2019).
Vraag 1
Maakt u zich ook zorgen over de mogelijkheid dat banken in Nederland overgaan tot
het invoeren van negatieve rentes op spaarrekeningen?1
Antwoord 1
Ik ben mij ervan bewust dat de lage rente voor spaarders lastig is. De rente op spaarrekeningen
daalt sinds de jaren tachtig en staat momenteel historisch laag. In eerdere Kamerbrieven
is uiteengezet dat daar zowel structurele als incidentele factoren aan ten grondslag
liggen.2 Zo speelt het ECB-beleid een rol, maar zijn ook structurele factoren zoals de vergrijzing
en een (mondiaal) spaaroverschot oorzaak van de lage rente.
Hoewel ik het ongemak over de lage rente begrijp, is een negatieve rente op spaardeposito’s
van consumenten vooralsnog niet aan de orde. Renteverlagingen door centrale banken
hoeven ook niet per se te leiden tot dalende in- en uitleenrentes. Banken stellen
hun rentetarieven zelf vast en streven er daarbij naar om hun rentemarge op peil te
houden. Banken kunnen beslissen om de vergoeding op inleenrentes te verlagen. Zij
kunnen ook proberen om hun marge op een andere manier op peil te houden.3 Daarnaast heeft de ECB maatregelen aangekondigd die een deel van de door de banken
bij de ECB gestalde reserves uitzonderen van de negatieve rente («tiering»), waardoor
de kans op een negatieve rente voor gewone spaarders afneemt.
Vraag 2
Erkent u dat negatieve rentes het vertrouwen in het financiële stelsel kunnen schaden
en dat mensen niet zonder bankrekening kunnen functioneren, omdat het een essentiële
nutsvoorziening is?
Antwoord 2
Ik vind het inderdaad van belang dat, ter voorkoming van sociale en financiële uitsluiting,
iedereen toegang heeft tot een betaalrekening. Om die reden is het recht op een basisbankrekening
ook wettelijk vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het basisrecht
op een betaalrekening is wat mij betreft niet in gevaar. Een mogelijk negatieve rente
op spaardeposito’s heeft niet per definitie effect op de toegang tot een betaalrekening.
Wel is een mogelijke negatieve rente van invloed op het reële rendement, al spelen
hier ook andere macro-economische factoren zoals inflatie een rol. Ik ben mij ervan
bewust dat de dalende rente voor spaarders lastig is.
Vraag 3, 4 en 6
Welke risico’s ziet u als er negatieve rentes gehanteerd zouden worden?
Erkent u dat meer geld in contanten thuis bewaren «in een ouwe sok of onder het matras»
kan leiden tot meer onveilige situaties, zoals inbraken?
Als mensen moeten betalen als er geld op de rekening staat, verwacht u dan dat er
een run op contant geld kan ontstaan? Zijn daar voldoende voorbereidingen voor getroffen?
Antwoord 3, 4 en 6
Tot op heden rekenen banken geen negatieve rente over spaardeposito’s van gewone spaarders.
Er is ook geen sprake van grootschalige onttrekkingen vanuit spaardeposito’s naar
contant geld. Huishoudens zouden ervoor kunnen kiezen om contant geld aan te houden
indien het rendement op contant geld hoger is dan de spaarrente die banken aanbieden.
Hoewel contant geld een nominaal rendement van 0% oplevert, brengt het aanhouden van
grote hoeveelheden contant geld kosten en risico’s met zich mee. Deze kunnen onder
meer bestaan uit kosten voor opslag, verzekering, beveiliging en/of transport. Het
effectieve rendement op contant geld is daardoor negatief. In dat licht is het interessant
dat ECB-bestuurslid Benoit Coeuré liet weten dat de grens waarop huishoudens kiezen
om over te stappen op het aanhouden van contant geld naar verwachting onder de 0%
ligt. Ook de centrale bank van Canada heeft in een onderzoek naar verschillende landen
– waar negatieve rentes al langer door centrale banken gehanteerd worden – geconcludeerd
dat er geen sprake is van grootschalige deposito-onttrekkingen.4 Desalniettemin zal ik de ontwikkelingen in Nederland en de Eurozone vanuit het oogpunt
van de financiële stabiliteit zorgvuldig blijven monitoren, zodat eventuele gedragseffecten
tijdig kunnen worden gesignaleerd.
Vraag 5
Erkent u dat het vertrouwen in banken een nieuwe knauw kan krijgen als mensen straks
moeten betalen om geld op een bankrekening te hebben? Welke mogelijkheden hebben mensen
om dat te voorkomen? Vreest u ook dat als dit wordt ingevoerd mensen niet meer zullen
accepteren dat hun salaris of andere betalingen op een bankrekening worden gestort?
Antwoord 5
Bij sommige transacties is het de norm om dit via een betaalrekening te laten verlopen,
zoals het uitbetalen van salaris, en het ontvangen van toeslagen en uitkeringen. Zoals
ook aangegeven in antwoord op de vragen 3, 4 en 6, maken consumenten een eigen afweging
of zij hun geld onder willen brengen bij een bank of dat zij ervoor kiezen om contant
geld aan te houden. Onderzoek en ervaringen uit het buitenland laten geen grootschalige
onttrekkingen van spaardeposito’s zien bij een lage of licht negatieve rente. Uit
cijfers van de Nederlandsche Bank blijkt dat de hoeveelheid spaardeposito’s van huishoudens
de afgelopen jaren is toegenomen.5
Vraag 7
Hoe verhouden negatieve rentes zich tot de terechte maatregel om betalingen boven
de 3.000 euro te verbieden en het 500-eurobiljet versneld af te schaffen?
Antwoord 7
Het verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro voor handelaren en het afschaffen
van het 500-eurobiljet zijn twee maatregelen die ik samen met de Minister van Justitie
& Veiligheid heb aangekondigd in het plan van aanpak witwassen en onlangs heb gepresenteerd
aan de Kamer. De maatregelen die beschreven staan in dit plan van aanpak zijn belangrijk
in het kader van het anti-witwasbeleid. Ik zie nu geen aanleiding om af te zien van
deze maatregelen als gevolg van een in de toekomst mogelijke licht negatieve rente.
Vraag 8 en 9
Welke Nederlandse banken overwegen negatieve rentes in te voeren?
Bent u bereid om gezien de nog altijd goede winstgevendheid van het Nederlandse bankwezen,
de hoge vereiste rendementen voor aandeelhouders (waar de president van De Nederlandsche
Bank eerder al voor waarschuwde) en de gestegen dividenduitkeringen te onderzoeken
of Nederlandse banken verboden kan worden om voor particulieren met een bankrekening
negatieve rentes in rekening te brengen?
Antwoord 8 en 9
In de media heeft een aantal banken laten weten dat zij niet kunnen uitsluiten dat
zij in de toekomst een negatieve rente zullen rekenen over de spaartegoeden van particulieren.
Daarnaast is er een groep banken die al een negatieve rente rekent aan bedrijven en
vermogende particulieren. Vooralsnog kiezen banken ervoor om een negatieve rente op
spaardeposito’s van consumenten te voorkomen.
Ik realiseer me dat burgers zich zorgen maken over de dalende rente en dat een verbod
op een negatieve spaarrente als gevolg daarvan wordt genoemd als een mogelijkheid.
Een hard verbod op negatieve rente is echter een zeer forse ingreep in de markt, die
ook nadelen kent. Zo kan het wettelijk verbieden van een negatieve spaarrente ten
koste gaan van de effectiviteit van monetair beleid en in een extreem scenario zelfs
de financiële stabiliteit schaden.6Banken kunnen verder ook op andere manieren kosten doorberekenen aan hun klanten,
wat de effectiviteit van een verbod op negatieve rente mogelijk beperkt.
Het invoeren van een negatieve rente op spaardeposito’s is voor banken een forse stap.
Ik zal met de banken in gesprek gaan over de lage rente en de onrust die bestaat over
een mogelijke negatieve rente op spaardeposito’s. Ook zal ik in die gesprekken het
dilemma aan de orde stellen van het al dan niet ingrijpen door middel van een verbod.
Verder blijf ik de ontwikkelingen in Nederland en de Eurozone zorgvuldig monitoren,
zodat eventuele gedragseffecten tijdig kunnen worden gesignaleerd en er waar nodig
op kan worden ingespeeld.
Daarnaast is het kabinet zich al langer bewust van de zorgen over de dalende rente
voor spaarders. Het kabinet heeft daarom recentelijk voorgesteld het huidige box 3-stelsel
aan te passen zodat het beter aansluit bij het rendement op spaargelden.Daarin is
gekozen om spaargeld af te bakenen door aan te sluiten bij de definitie van een deposito
in de Wft. De komende tijd wordt dit uitgewerkt in een wetsvoorstel, dat voor de zomer
van 2020 aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.7
Vraag 10
Bent u bereid contact te zoeken met de Minister van Financiën van Duitsland die mogelijkheden
onderzoekt om negatieve rentes door Duitse banken te voorkomen en samen met hem en
andere ministers van Financiën in de EU op te trekken om een zootje en ongelijkheid
voor spaarders binnen de Europese bankenunie te voorkomen?
Antwoord 10
De Duitse overheid is volgens de berichtgeving begonnen met een onderzoek naar de
juridische implicaties van een eventueel verbod. Zodra de uitkomsten van het onderzoek
bekend zijn, zullen we die bestuderen en hier contact over opnemen met de Duitse collega’s.
Het is onwenselijk als maatregelen van bepaalde landen leiden tot een internationaal
ongelijk speelveld en dit tot grootschalige verplaatsingen van deposito’s zou leiden.
Zo ontstond in 2008 bijvoorbeeld een dynamiek waarbij sommige lidstaten, waaronder
Nederland, als gevolg van de financiële crisis de dekking van hun depositogarantiestelsels
verhoogden. Omdat dit tot een ongelijk speelveld en mogelijk zelfs tot verplaatsing
van deposito’s kon leiden, werd in oktober 2008 besloten om het dekkingsniveau Europees
te harmoniseren.8 Dat laat zien dat we wanneer nodig ook snel kunnen komen tot een Europees gecoördineerde
aanpak. Daarom volg ik de ontwikkelingen nauwgezet. Ik spreek geregeld met mijn collega’s
in het buitenland over de regulering van het bankwezen en daarbij zal ik ook dit onderwerp
aan de orde stellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.