Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het bericht dat advocaten stoppen met het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand vanwege te lage tarieven
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat advocaten stoppen met het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand vanwege te lage tarieven (ingezonden 27 augustus 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 25 september 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 28.
Vraag 1
Kent u het bericht «Te veel advocaten stoppen met rechtsbijstand vanwege lage tarieven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Beschikt u over andere signalen dan wel concrete cijfers over een terugloop van het
aantal strafrechtadvocaten dat gesubsidieerde rechtsbijstand verleent? Zo ja, wat
zijn die signalen of cijfers? Zo nee, bent u dan bereid na te gaan hoeveel advocaten
overwegen te stoppen met het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand en hoe u voor
die informatie gaat zorgen? Zo nee, bent u bereid geen onomkeerbare stapppen te nemen
met de herziening van het stelsel van rechtsbijstand voordat deze informatie beschikbaar
is?
Antwoord 2
Ja, ik beschik over cijfers over het aantal ingeschreven strafrechtadvocaten bij de
Raad voor Rechtsbijstand. Uit onderzoek van de Raad voor Rechtsbijstand blijkt dat
de afname van het aantal strafrechtadvocaten dat gesubsidieerde rechtsbijstand verleent
voornamelijk toe te schrijven is aan advocaten die niet meer voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarde
om tenminste vijftien strafzaken per jaar te behandelen. Dit is ook toe te schrijven
aan de afname van het aantal toevoegingen. Ter illustratie: het aantal afgegeven straftoevoegingen
in 2017 bedroeg 120.323. In 2018 is dit afgenomen tot 115.247. Het aantal bij de Raad
ingeschreven strafrechtadvocaten is over diezelfde jaren afgenomen van 2.986 tot 2.927.
Desalniettemin neem ik de signalen serieus en onderstreept dit voor mij het belang
om het stelsel te herzien.
Vraag 3
Deelt u de vrees van de strafrechtadvocaten dat vanwege te lage tarieven voor gesubsidieerde
rechtsbijstand er minder advocaten bereid zullen zijn die rechtsbijstand te gaan verlenen?
Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Iedere advocaat maakt eigen afwegingen als het gaat om de bereidheid om gesubsidieerde
rechtsbijstand te verlenen en de mate waarin. Als Minister voor Rechtsbescherming
draag ik een verantwoordelijkheid voor een voldoende aanbod van advocaten, onder meer
door het bieden van een redelijke vergoeding voor te verrichten werkzaamheden. Vanuit
die verantwoordelijkheid houd ik de ontwikkelingen in het aanbod van beschikbare advocaten
nauwgezet in de gaten. Signalen uit de praktijk dat het aanbod onder druk zou kunnen
komen te staan, neem ik daarbij nadrukkelijk in ogenschouw. Wat we op dit moment zien
is dat er per jaar zo’n 700 advocaten uit het stelsel uitstromen en zo’n 500 advocaten
instromen. De aanwas van advocaten loopt dus enigszins achter. Als het gebrek van
jonge aanwas te maken heeft met bijvoorbeeld de druk die er op kantoren is, waardoor
er onvoldoende ruimte is om mensen op te leiden, dan is dat wat mij betreft een serieus
punt dat ik graag oppak. Ik verwijs voorts naar het antwoord op vraag 2 voor de duiding
die de Raad voor Rechtsbijstand geeft aan de afname van het aantal ingeschreven strafrechtadvocaten.
Vraag 4
Begrijpt u dat, op het moment dat advocaten tegen een te laag tarief rechtsbijstand
moeten verlenen, zij daar om bedrijfseconomische redenen mee moeten stoppen? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Deelt u de mening dat ook in een herzien stelsel van rechtsbijstand, strafrechtadvocaten
voor het verlenen van rechtsbijstand aan mensen met een laag inkomen van groot belang
zullen blijven? Zo ja, hoe gaat u er dan voor zorgen dat deze vorm van rechtsbijstand
voldoende aangeboden gaat blijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja. Uit de cijfers van de Raad voor Rechtsbijstand blijkt dat het aantal ingeschreven
rechtsbijstandverleners weliswaar afneemt, maar dat deze cijfers niet onderschrijven
dat mensen met een laag inkomen zonder rechtsbijstand komen te zitten. Zoals ook gesteld
bij vraag 2 blijkt uit onderzoek van de Raad voor Rechtsbijstand dat de afname van
deelnemende (strafrecht-)advocaten voornamelijk toe te schrijven is aan een afname
van het aantal toevoegingen en daarmee aan advocaten van wie de inschrijving is beëindigd
omdat zij niet meer voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarde ten aanzien van het aantal
te behalen opleidingspunten of het vereiste van de behandeling van ten minste vijftien
strafzaken per jaar.
Toegang tot het recht zal ook onder een herzien stelsel van rechtsbijstand het uitgangspunt
blijven. Ook onder een herzien stelsel zal de Raad voor Rechtsbijstand als stelselverantwoordelijke
het aanbod van strafrechtadvocaten blijven monitoren.
Vraag 6
Deelt u de mening van de Commissie Van der Meer, teneinde advocaten die gesubsidieerde
rechtsbijstand verlenen een redelijk inkomen te garanderen, dat het budget voor de
gesubsidieerde rechtsbijstand omhoog moet? Zo ja, hoe gaat u hier voor zorgen en met
hoeveel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Toegang tot het recht is een groot goed. Daarom zet het kabinet in op de herziening
van het stelsel van rechtsbijstand binnen de budgettaire kaders. Met de contouren
in de brieven van 9 november 2018 ((Kamerstukken II 2018/19, 31 753-155) en 12 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 31 753-171) kan binnen de budgettaire kaders een eerste stap worden gezet richting betere vergoedingen.
De omvang van die eerste stap hangt af van de mate waarin het nieuwe stelsel tot ontwikkeling
gaat komen en het volume van het aantal toevoegingen daalt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.