Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de kinderopvangtoeslag-affaire en alle aspecten daarvan
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de kinderopvangtoeslag-affaire en alle aspecten daarvan (ingezonden 23 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 24 september 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 60.
Vraag 1
Herinnert u zich dat u oordeel Kamer gaf op twee moties, die constateerden dat
– de Belastingdienst meerdere wetten overtrad in de CAF-11-zaak en er sprake was van
onbehoorlijk bestuur1;
– de Belastingdienst onrechtmatig gehandeld heeft tegen de ouders in de CAF-11-zaak
door de kinderopvangtoeslag stop te zetten in plaats van op te schorten, door de termijn
van bezwaar zeer ernstig te overschrijden en door incomplete dossiers aan te leveren
bij de rechterlijke macht2;
dat deze moties met algemene stemmen zijn aangenomen en dat dus nu vaststaat dat de
Belastingdienst onrechtmatig gehandeld heeft?
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van de moties. Ik heb deze moties oordeel Kamer gegeven voor wat
betreft de in de moties opgenomen verzoeken aan de regering. De Raad van State heeft
geoordeeld dat het stopzetten van kinderopvangtoeslag voordat het onderzoek naar het
recht op toeslag was afgerond, niet in overeenstemming is met de systematiek van de
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. In het debat met uw Kamer van 4 juli
jl. is aan de orde gekomen dat deze wijze van stopzetten van lopende toeslagvoorschotten
in de CAF 11-zaak onrechtmatig is.
Eerder heb ik aangegeven dat de beslistermijnen ernstig overschreden zijn en dat door
Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen) incomplete dossiers zijn aangeleverd.
Dit vind ik onzorgvuldig en niet behoorlijk. De Adviescommissie uitvoering toeslagen
(hierna: de Adviescommissie) en de ADR heb ik gevraagd het handelen van Toeslagen
te onderzoeken.
Vraag 2
Klopt het dat het onrechtmatig handelen van de Belastingdienst ten minste geduurd
heeft van 2013/2014 tot en met 2016 en dat dit gebeurd is op een groot aantal Combiteam
Aanpak Facilitators (CAF)-dossiers? Zo nee, van wanneer tot wanneer heeft het onrechtmatig
handelen geduurd en op welke dossiers heeft dit plaatsgevonden?
Antwoord 2
In 2016 is de werkwijze van Toeslagen gewijzigd. Vanaf dat moment zijn voorschotten
kinderopvangtoeslag niet meer op vergelijkbare wijze stopgezet als in de CAF 11-zaak.
Zoals bekend, onderzoekt de ADR in welke andere toeslaggerelateerde CAF-zaken sprake
is geweest van vergelijkbaar handelen als in de CAF 11-zaak. Ik wil niet op de uitkomsten
van dit onderzoek vooruitlopen.
Vraag 3
Heeft het CAF-team zelf besloten tot deze onrechtmatige handelingen? Is het managementteam
van de Belastingdienst waar CAF onder viel betrokken bij deze illegale beslissing?
Wanneer is de Directeur-Generaal (DG) Belastingdienst hierover geïnformeerd of bij
betrokken? Is de politieke leiding (vooraf) geïnformeerd over deze onrechtmatige aanpak?
Wanneer, hoe? Zo nee, waarom niet? Wilt u de onderliggende nota’s openbaar maken?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ik hecht eraan uw Kamer een zo volledig mogelijk beeld te geven. Zoals ik ook heb
aangegeven in de begeleidende brief bij deze antwoorden, heb ik de Adviescommissie
en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken. Daarnaast is de Autoriteit
Persoonsgegevens een onderzoek gestart en is een Wob-verzoek ingediend over een zeer
groot aantal documenten. De analyse van alle documenten en informatie is een enorme
klus, die noodzakelijk is voor een volledig en juist beeld, zodat ook overgegaan kan
worden tot oordeelsvorming. Omdat deze werkzaamheden nog niet zijn afgerond, kan ik
uw vraag op dit moment nog niet beantwoorden.
Vraag 4
Wanneer, op welk moment, werd u persoonlijk duidelijk dat hier niet alleen sprake
was van onbehoorlijk en onzorgvuldig bestuur, maar van onrechtmatig overheidshandelen?
Welke consequenties heeft u daar wanneer aan verbonden? Wilt u dit een precieze tijdlijn
beschrijven? Welke actie is door u wanneer ondernomen tegen deze onrechtmatigheid?
Antwoord 4
Na de uitspraak van de Raad van State in maart 2017 werd duidelijk dat het stopzetten
van het voorschot kinderopvangtoeslag voordat het onderzoek naar het recht op toeslag
was afgerond, niet in overeenstemming is met de systematiek van de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen. In november van dat jaar heb ik ook gereageerd op het rapport van de Nationale
ombudsman («geen powerplay, maar fair play»), waarin ik onder meer heb aangegeven
dat de nadruk teveel heeft gelegen op het tegengaan van misbruik en dat daarbij onvoldoende
oog is geweest voor burgerperspectief. Ook zijn toen alle lopende beroepszaken nogmaals
beoordeeld en getoetst aan de uitspraak van de Raad van State. Daarnaast heb ik toen
excuses gemaakt aan ouders die overlast hebben ondervonden van de handelwijze van
de Belastingdienst.
In mijn brief van 11 oktober 2018 heb ik maatregelen aangekondigd naar aanleiding
van het CAF 11-dossier.3 Ook heb ik in die brief aangegeven dat de behandeling van de bezwaren te lang heeft
geduurd en dat ouders niet goed geïnformeerd zijn over het aanleveren van bewijsstukken.
Zoals ik eerder heb aangegeven, heb ik de consequenties van deze handelwijze van de
Belastingdienst lange tijd onvoldoende onderkend. Eerder heb ik dat een tunnelvisie
genoemd. Op 11 juni 2019 heb ik gesproken met diverse getroffen ouders. Ik heb toen
onder meer aangekondigd de invordering in de CAF 11-zaak met onmiddellijke ingang
op te schorten. Ook heb ik aangekondigd een passende oplossing te zoeken voor alle
getroffen ouders. Daarvoor heb ik zoals bekend de Adviescommissie om advies gevraagd.
In het debat met uw Kamer van 4 juli jl. is aan de orde gekomen dat deze wijze van
stopzetten van lopende toeslagvoorschotten in de CAF 11-zaak onrechtmatig is. De Adviescommissie
en de ADR heb ik gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken.
Vraag 5
Acht u het acceptabel dat de Belastingdienst onrechtmatig handelt en dat jarenlang?
Antwoord 5
Ik vind het van belang dat de Belastingdienst handelt volgens geldende wet- en regelgeving.
Vraag 6
Indien een rijksdienst jarenlang onrechtmatig handelt jegens waarschijnlijk duizenden
burgers, laat u dan onderzoek doen, wie daartoe opdracht gegeven heeft en hoe het
foutieve beleid tot stand gekomen is?
Antwoord 6
Ik heb de Adviescommissie en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken.
Nadat de onderzoeken gereed zijn, zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.
Vraag 7
Wat vindt u van het feit dat de Belastingdienst (en de DG van de Belastingdienst)
het wel nodig vond om een grondig onderzoek te doen naar de klokkenluider, die illegaal
handelen van de Belastingdienst blootlegde en geen onderzoek te doen naar het jarenlang
illegaal handelen van de Belastingdienst, waardoor vele burgers zwaar in de problemen
gekomen zijn?
Antwoord 7
Ik heb de Adviescommissie en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken.
Verder doe ik geen uitspraken over individuen of individuele casussen.
Vraag 8
Vanaf welk moment tot welk moment was er beleid en waren er werkinstructies om de
kinderopvangtoeslag stop te zetten? Kunt u dat beleid en die werkinstructies openbaar
maken?
Antwoord 8
In 2016 heeft Toeslagen de werkwijze aangepast. In 2017 heeft de Raad van State geoordeeld
dat het stopzetten van kinderopvangtoeslag voordat het onderzoek naar het recht op
toeslag was afgerond, niet in overeenstemming is met de systematiek van de Algemene
wet inkomensafhankelijke regelingen.4 In het debat met uw Kamer van 4 juli jl. is aan de orde gekomen dat deze wijze van
stopzetten van lopende toeslagvoorschotten in de CAF 11-zaak onrechtmatig is. Zoals
bekend onderzoeken de ADR en de Adviescommissie het handelen van Toeslagen. In deze
onderzoeken zal ook worden gekeken naar beleid en werkinstructies die betrekking hebben
op die stopzetting. Nadat de onderzoeken gereed zijn, zal ik de uitkomsten ervan met
uw Kamer delen.
Vraag 9
Op hoeveel mensen zijn die werkinstructies en dat beleid – dat illegaal was – bij
benadering toegepast?
Antwoord 9
Zoals bekend, onderzoekt de ADR in welke toeslaggerelateerde CAF-zaken sprake is geweest
van vergelijkbaar handelen als in de CAF 11-zaak. Nadat het onderzoek gereed is zal
ik dit met uw Kamer delen.
Vraag 10
Herinnert u zich uw antwoorden van 11 september 20185 waarin u sprak van collegiale handreikingen en een conceptleidraad voor afhandeling
van april 2016 en juni 2016? Zijn er vóór die data ook handreikingen en leidraden?
Welke? Kunt u die aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 10
Dat herinner ik mij. Ik heb ook aangegeven dat dit interne communicatie op operationeel
niveau is. Ik hecht eraan uw Kamer een zo volledig mogelijk beeld te geven. Zoals
ik ook heb aangegeven in de begeleidende brief bij deze antwoorden, heb ik de Adviescommissie
en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken. Daarnaast is de Autoriteit
Persoonsgegevens een onderzoek gestart en is een Wob-verzoek ingediend over een zeer
groot aantal documenten. De analyse van alle documenten en informatie is een enorme
klus, die noodzakelijk is voor een volledig en juist beeld, zodat ook overgegaan kan
worden tot oordeelsvorming. Omdat deze werkzaamheden nog niet zijn afgerond, kan ik
uw vraag op dit moment nog niet beantwoorden.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de status is van een conceptleidraad? Is dat een leidraad die
gevolgd wordt bij behandelingen maar die door de concept-status niet bij Wob-procedures
en andere uitvragen boven tafel komt?
Antwoord 11
De conceptstatus wordt in de regel gevolgd door een definitieve leidraad. De conceptstatus
is niet bedoeld om te voorkomen dat de leidraad bij Wob-verzoeken en andere uitvragen
boven tafel komt. Het bevestigt voor mij vooral dat de informatiehuishouding bij Toeslagen
onvoldoende op orde was.
Vraag 12
Welke versies van het «Handboek Toeslagen» bestonden er in 2013, 2014, 2015 en 2016?
Welke instructies werden hierin opgenomen? Staan hier regels in omtrent het stopzetten
van toeslagen?
Antwoord 12
In 2013 en 2014 zijn de wijzigingen in het Handboek Toeslagen niet via versiebeheer
bijgehouden. Over 2015 bestaat één versie van het Handboek Toeslagen, over het jaar
2016 zijn dit er zes. In het Handboek Toeslagen staat een uitleg van de voor Toeslagen
relevante wet- en regelgeving, jurisprudentie en processen. In het handboek staan
regels omtrent het herzien, niet-continueren en opschorten van toeslagen.
Vraag 13
Hoeveel van de CAF-projecten waren aan de kinderopvangtoeslag gerelateerd? Hoeveel
gastouderbureaus, vraagouders en gastouders hebben te maken gekregen met maatregelen?
Antwoord 13
In totaal gaat het om circa 170 toeslaggerelateerde CAF-zaken. Daarbij gaat het niet
uitsluitend om kinderopvangtoeslag. Alle relevante informatie over de zaken wordt
op dit moment geïnventariseerd ten behoeve van de onderzoeken van de Adviescommissie
en de ADR. Nadat deze onderzoeken zijn afgerond zal ik uw Kamer informeren over de
uitkomsten.
Vraag 14
Hoeveel gastouderbureaus, vraagouders en hoeveel gastouders zijn in de CAF-zaken uiteindelijk
veroordeeld voor fraude door de rechter? Kunt u aangeven om wat voor een soort straffen
het hier gaat?
Antwoord 14
Alle relevante informatie over de zaken wordt op dit moment geïnventariseerd ten behoeve
van de onderzoeken van de Adviescommissie en de ADR. Nadat deze onderzoeken zijn afgerond
zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.
Vraag 15
Zijn alleen in de CAF 11-zaak stukken proactief aan dossiers toegevoegd, nadat de
Hoge Raad en de Kamer daarom hadden gevraagd? Of heeft u ook opdracht gegeven om in
andere CAF-zaken dossier compleet te maken? Zo ja, wanneer is dat gebeurd en bij hoeveel
dossiers zijn extra stukken ingebracht?
Antwoord 15
In procedures van vraagouders worden de stukken ingebracht volgens de regels die daarvoor
gelden. Alle zaken met lopende (hoger) beroep procedures waarin nog geen zitting was
geweest zijn ruimhartig doorgenomen op het waar nodig inbrengen van aanvullende stukken.
In de zomer 2018 is dit proces in gang gezet. Het is niet vastgelegd bij hoeveel dossiers
er extra stukken zijn ingebracht.
Vraag 16
Hoeveel dossiers waren incompleet door toedoen van de Belastingdienst?
Antwoord 16
Er is niet vastgelegd bij hoeveel dossiers er extra stukken zijn ingebracht.
Vraag 17
Hoe wordt recht gedaan aan een burger, wiens dossier incompleet was in de bezwaar-en
beroepsfase – omdat de Belastingdienst stukken weg hield uit het dossier – en wiens
bezwaar en/of beroep is afgewezen?
Antwoord 17
De vraag suggereert het opzettelijk weghouden van stukken uit dossiers van klanten
die bezwaar of beroep hebben aangetekend. Ik heb geen aanwijzingen dat dit is gebeurd.
De Adviescommissie onderzoekt dossiers in de CAF 11-zaak en aanverwante zaken en de
praktische rechtsbescherming van toeslaggerechtigden in zijn algemeen. Ik wil niet
op de uitkomsten van dit onderzoek vooruitlopen.
Vraag 18
Bent u bekend met jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, waaruit volgt dat
de uitkomsten van ondeugdelijk onderzoek kan worden aangemerkt als «verboden vrucht»,
waarmee de juridische basis van handelen van de staat tegen burgers kan komen te vervallen?
Antwoord 18
Ik ben bekend met de vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake bewijsuitsluiting
(«verboden vruchten»).6
Vraag 19
Welke onderzoeken of disciplinaire maatregelen zijn gevolgd tegen degenen die verantwoordelijk
waren voor de onrechtmatige stopzettingen en voor de reeks onrechtmatige en onzorgvuldige
handelingen daarna, waaronder burgers niet informeren over hun rechten, hen in bezwaarfases
niet informeren over wat van hen werd verlangd, het achterhouden van stukken tegenover
rechters et cetera?
Antwoord 19
Ik hecht eraan uw Kamer een zo volledig mogelijk beeld te geven. Zoals ik ook heb
aangegeven in de begeleidende brief bij deze antwoorden, heb ik de Adviescommissie
en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken. Daarnaast is de Autoriteit
Persoonsgegevens een onderzoek gestart en is een Wob-verzoek ingediend over een zeer
groot aantal documenten. De analyse van alle documenten en informatie is een enorme
klus, die noodzakelijk is voor een volledig en juist beeld, zodat ook overgegaan kan
worden tot oordeelsvorming. Omdat deze werkzaamheden nog niet zijn afgerond, kan ik
uw vraag op dit moment nog niet beantwoorden.
Vraag 20
Indien u geen onderzoek kunt noemen, hoe kijkt u dan aan dat u wel bereid was in te
gaan op het onderzoek tegen de klokkenluider?
Antwoord 20
Ik verwijs u naar wat hierover is gewisseld in het debat van 4 juli jl. Ik doe verder
geen uitspraken over individuen of individuele casussen.
Vraag 21
Zijn er naar uw opvatting ambtsdelicten of ambtsovertredingen begaan?
Antwoord 21
Ik hecht eraan uw Kamer een zo volledig mogelijk beeld te geven. Zoals ik ook heb
aangegeven in de begeleidende brief bij deze antwoorden, heb ik de Adviescommissie
en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken. Daarnaast is de Autoriteit
Persoonsgegevens een onderzoek gestart en is een Wob-verzoek ingediend over een zeer
groot aantal documenten. De analyse van alle documenten en informatie is een enorme
klus, die noodzakelijk is voor een volledig en juist beeld, zodat ook overgegaan kan
worden tot oordeelsvorming. Omdat deze werkzaamheden nog niet zijn afgerond, kan ik
uw vraag op dit moment nog niet beantwoorden.
Vraag 22
Heeft u onderzocht of er ambtsdelicten of ambtsovertredingen begaan zijn? Zo nee,
bent u bereid dit alsnog te doen? Zo ja, wat was de uitkomst van het onderzoek?
Antwoord 22
Ik hecht eraan uw Kamer een zo volledig mogelijk beeld te geven. Zoals ik ook heb
aangegeven in de begeleidende brief bij deze antwoorden, heb ik de Adviescommissie
en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te onderzoeken. Daarnaast is de Autoriteit
Persoonsgegevens een onderzoek gestart en is een Wob-verzoek ingediend over een zeer
groot aantal documenten. De analyse van alle documenten en informatie is een enorme
klus, die noodzakelijk is voor een volledig en juist beeld, zodat ook overgegaan kan
worden tot oordeelsvorming. Omdat deze werkzaamheden nog niet zijn afgerond, kan ik
uw vraag op dit moment nog niet beantwoorden.
Vraag 23
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank in Rotterdam, die een paar
dagen na het laatste debat in een CAF-zaak oordeelde dat: «het besluit van de Belastingdienst
om de toeslag van de vrouw stop te zetten onrechtmatig is. De Belastingdienst moet
niet alleen toeslagen alsnog uitbetalen maar ook schade aan de vrouw vergoeden. Daar
het mislopen van de toeslagen zijn bij de vrouw schulden ontstaan en heeft zij langer
over haar studie gedaan. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alvast
een voorschot op de schadevergoeding moet betalen. Het exacte schadebedrag moet nog
worden vastgesteld. Daarnaast heeft de rechtbank beslist dat de vrouw en haar advocaat
inzage krijgen in het dossier van de Belastingdienst dat betrekking heeft op het onderzoek
naar het door de vrouw ingeschakelde gastouderbureau. De vrouw hoopt hiermee meer
duidelijkheid te krijgen over de gang van zaken.»?7
Antwoord 23
Ik heb kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 jul 2019 in
een kinderopvangtoeslagprocedure.8
Vraag 24
Bent u bereid dit vonnis gewoon uit te voeren of gaat de Belastingdienst weer in hoger
beroep in een poging om documenten geheim te houden?
Antwoord 24
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn brief van 23 augustus 2019
aan uw Kamer over de uitspraak van rechtbank Rotterdam inzake kinderopvangtoeslag.9
Vraag 25
Kunt u de documenten van deze zaak niet alleen aan de vrouw en de advocaat ter inzage
geven maar deze ook openbaar maken en aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 25
Ik doe geen uitspraken over individuele gevallen. Uw Kamer is geen partij in de lopende
procedures. Om die reden kan ik uw Kamer de documenten uit een individuele zaak niet
doen toekomen.
Vraag 26
Kunt u op basis van deze uitspraak onmiddellijk beginnen met het verlenen van een
voorschot in deze zaak voor geleden schade en hetzelfde doen in andere zaken, conform
de aangenomen motie10 die echt niet vraagt om tot oktober of het advies van de commissie-Donner te wachten?
Antwoord 26
Toeslagen stelt in deze zaak geen hoger beroep in op het punt van de toegekende vergoeding
wegens het overschrijden van de redelijke termijn en het voorschot op de vergoeding
van nog nader te bepalen schade. Verder acht ik het niet zorgvuldig vooruit te lopen
op de Adviescommissie.
Vraag 27
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Fiscus frustreert informatieverzoeken van gedupeerden
in toeslagaffaire»?11
Antwoord 27
Ja.
Vraag 28
Bent u bereid, nu de Belastingdienst onrechtmatig gehandeld heeft bij elk van de stopzettingen,
bij de gigantische termijnoverschrijdingen en bij het onrechtmatig aanleveren van
incomplete dossiers in de bezwaar-en beroepsfase, om het complete onderzoeksdossier
van de Belastingdienst en alle achterliggende stukken aan de ouders, de instelling
en de Kamer te sturen?
Antwoord 28
In procedures met vraagouders worden de stukken ingebracht volgens de regels die daarvoor
gelden. Alle CAF 11-zaken met lopende (hoger) beroep procedures waarin nog geen zitting
was geweest zijn alsnog ruimhartig doorgenomen op het aanvullen van het dossier. Uw
Kamer is geen partij in de lopende procedures en de stukken geven geen extra inzicht
in de gang van zaken «in den brede» binnen het CAF 11-project.
Vraag 29
Indien het antwoord op de vorige vraag nee is, welke voor de Belastingdienst onwelgevallige
informatie probeert u dan nog steeds achter te houden?
Antwoord 29
Uw Kamer is geen partij in de lopende procedures en de stukken geven geen extra inzicht
in de gang van zaken «in den brede» binnen het CAF 11-project. Daarom stuur ik uw
Kamer het onderzoeksdossier niet toe.
Vraag 30
Herinnert u zich dat u (en uw ambtsvoorganger) eerdere vragen in algemene termen beantwoord
hebben zonder voldoende onderzoek te doen en zonder de gevraagde documenten aan de
Kamer te doen toekomen en dat dit een bepaald onvolledig beeld van de zaak gaf, bijvoorbeeld
in de antwoorden:
a. Er is niet gebleken dat er ouders, kinderopvanginstellingen/gastouders en bemiddelingsbureaus
zijn die een onnodig grote schade geleden hebben van het abrupt stopzetten en terugvorderen
van kinderopvangtoeslag in 201412
b. De bevoegdheden en verplichtingen voor de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking
tot het stopzetten, controleren en terugvorderen van kinderopvangtoeslag zijn in de
wet- en regelgeving vastgelegd. Er zijn geen aanvullende beleidsinstructies gegeven
voor de kinderopvangtoeslag in 2014 en 2015?13
Antwoord 30
Ik herinner mij de antwoorden van mijn ambtsvoorganger en mijzelf.
Vraag 31
Kunt u de volgende documenten – waar eerder om verzocht is – aan de Kamer doen toekomen:
– alle memo's, e-mails etc. die over deze zaak aan u of aan de DG Belastingdienst zijn
verstrekt in de afgelopen anderhalf jaar over CAF-gerelateerde zaken;
– evaluaties (uit 2015) in andere CAF-zaken
– de vervolgopdracht aan de EDP-auditors van 2 oktober;
– de «onderhandenwerkversies» van de evaluatie CAF Hawai van februari 2016;
– de veertien documenten die zijn overlegd aan de landsadvocaat;
– de twee versies van de casus Caf Hawai (0.9), dwz: de twee versies die eraan vooraf
gingen: 0.1 en 0.2;
– de documenten die EDP-auditors hebben aangetroffen en waarover de Kamer nog niet is
geïnformeerd;
– de Conclusie van Antwoord van de landsadvocaat van juni 2018 (hetgeen een openbaar
stuk is, behandeld in een openbare zitting, en die is gepubliceerd door RTL Nieuws
en Trouw);
– de rapportages over actualiteitsbezoeken in november 2013;
– de vijf documenten uit 2011 die de EDP-auditors hebben aangetroffen in relatie tot
deze zaak, waarbij u stelt dat u er slechts drie kent;
– de scan die de centrale netwerkbeheerder van de Belastingdienst in de zomer van 2018
heeft uitgevoerd «op alle bestanden van de gehele Belastingdienst» (dus niet alleen
bij «Toeslagen»);
– de inventarislijst van 262 documenten die Toeslagen op 26 september ter beschikking
stelde.;
– de inventarislijst van 480 documenten die op 10 oktober door de auditors zijn aangetroffen
op de N-schijf van de coördinator van het CAF-11-project;
– de inventarislijst van de 198 stukken die de EDP-auditors op 22 oktober stuurden;
– de inventarislijst van de niet-onderzochte schijf, met de naam: «SG_TSL_UT_Beroepen-stukken
CAF11»;
– de niet-aangetroffen documenten (6 t/m 8), zie toelichtende mail in proces van beoordeling
EDP-auditors. Over welke documenten gaat dit?
– onderhandenwerkversies» van de evaluatie CAF 11 Hawai?
Antwoord 31
In uw vraag verzoekt u om een omvangrijk aantal specifieke documenten. Een deel van
de
relevante informatie uit de aangeduide documenten is reeds opgenomen in mijn eerdere
brieven over dit onderwerp en in de beantwoording van de vragen die uw Kamer daarover
heeft gesteld. Voor de vervolgopdracht aan de EDP-auditors van 2 oktober geldt dat
deze
onderdeel uit maakte van een Wob-verzoek waar op 13 september 2019 op besloten is
en
welke ik op dezelfde dag met uw kamer heb gedeeld.
De Adviescommissie en de ADR betrekken deze stukken bij hun onderzoek. Daarnaast maak
ik u er op attent dat mijn departement parallel met deze vragen en onderzoeken een
omvangrijk Wob-verzoek heeft ontvangen dat ziet op een groot deel van de gevraagde
documenten. Met het verzamelen en het beoordelen van die documenten is men reeds
begonnen. Omdat dit de nodige inspanningen vergt, zal het vermoedelijk nog enige tijd
vergen voordat ik de documenten aan uw Kamer kan verstrekken.
Vraag 32
Herinnert u zich dat de regering aan de Kamer verklaarde: «De notitie onderscheidt
dit soort gevallen van de situatie waarin een bewindspersoon in eerste instantie een
document niet verstrekt, zonder daarbij een uitdrukkelijke weigering uit te spreken,
of zich te beroepen op het belang van de staat. De Kamer kan in dit niet-verstrekken
(eventueel na overleg) berusten. Maar als de Kamer volhardt in haar verzoek, zal de
bewindspersoon het document alsnog moeten verstrekken, of definitief moeten weigeren
met een beroep op het belang van de staat.»?14
Antwoord 32
Ja.
Vraag 33
Wilt u deze vragen zien als een volharding van mijn eerdere verzoeken en dus per document
een van beide handelingen verrichten
– het document aan de Kamer aanbieden;
– een beargumenteerd beroep doen op het belang van de staat om het document niet aan
de Kamer te overleggen?
Antwoord 33
Er zijn door mij geen inlichtingen aan uw Kamer geweigerd met een beroep op het belang
van de staat. Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 31.
Vraag 34
Wilt u voor de zaken waarop u een belang doet op het belang van de staat, dit belang
toetsen met uw collega’s in het kabinet en aangeven of zij – per document – het beroep
op het belang van de staat kunnen dragen? Kunt u aangeven in welke kabinetsvergadering
u dit aan de orde gesteld heeft en met welke documenten het kabinet instemt dat het
in het belang van de staat is dat zij niet openbaar worden?
Antwoord 34
Ik verwijs u naar het antwoord bij vraag 33.
Vraag 35
Herinnert u zich uw toezegging uit het algemeen overleg van 4 juli 2019, waarin u
beloofde de Kamer te zullen informeren over alle documenten waar de landsadvocaat
de beschikking over had bij het opstellen van de Conclusie van Antwoord van juni 2018?
Kunt u precies, per document aangeven, over welk stuk de landsadvocaat wel beschikte,
welke documenten (nadien) zijn aangetroffen door de EDP-auditoren of bij het nader
onderzoek van Toeslagen, en welke documenten de Kamer onthouden zijn?
Antwoord 35
In het Algemeen Overleg van 4 juli 2019 is onder andere de toezegging gedaan dat ik
de Kamer zal informeren over het mogelijke verschil tussen het aantal stukken waar
de Landsadvocaat over beschikte en het aantal stukken dat deel uitmaakte van de WOB-procedure
in juni 2018. Hierbij doe ik deze toezegging gestand.
In maart 2018 heeft de advocaat van het gastouderbureau in het kader van de civiele
schadevergoedingsprocedure tegen Toeslagen (de Staat) onder meer verzocht om informatie
over CAF-11. Daarbij heeft de advocaat opgemerkt dat dit verzoek te beschouwen was
als een Wob-verzoek. Door Toeslagen is nagegaan welke documenten betrekking hadden
op het verzoek. Dit heeft toen geleid tot zes documenten, zoals vermeld in de inventarislijst
van het primaire Wob-besluit van 12 juni 2018. De advocaat van het gastouderbureau
beschikte al over het document «Rapport Vpb bij het GOB», daarom is dat document niet
meegenomen in de primaire Wob-beslissing. Tijdens de bezwaarfase naar aanleiding van
het Wob-besluit van 12 juni 2018 zijn ook tien documenten aan de Tweede Kamer ter
vertrouwelijke inzage verstrekt; bij de beslissing op bezwaar zijn in de inventarislijst
deze documenten ook opgenomen. Onder deze documenten bevond zich ook het document
«Rapport Vpb bij het GOB».
Voor het overige verwijs ik naar mijn beantwoording van de vragen 19 tot en met 22
van de vaste commissie voor Financiën van 28 juni jl.15
Vraag 36
Herinnert u zich uw toezegging dat documenten «ruimhartig» zouden worden ingebracht
in procedures en dat de landsadvocaat aan de zijde van burgers zou gaan staan? Kunt
u in dit licht (per document) toelichten waarom de 14 door u genoemde documenten in
de brief van 20 november niet zijn ingebracht in individuele procedures?
Antwoord 36
In mijn antwoord van 28 juni op vraag 24 van de vaste commissie voor Financiën heb
ik het volgende geantwoord: «Aan de Landsadvocaat is een aantal door de EDP-auditors gevonden stukken verstrekt
die mogelijk relevant zouden kunnen zijn voor een lopende beroepsprocedure. Het gaat
daarbij om stukken die steeds betrekking hebben op een specifieke procedure. Aan de
Landsadvocaat is gevraagd om ook deze stukken tegen de achtergrond van de betreffende
lopende procedure te beoordelen. Uw Kamer is geen partij in de lopende procedures
en de stukken geven geen extra inzicht in de gang van zaken «in den brede» binnen
het CAF 11-project. Om die reden doe ik uw Kamer de afschriften van de aan de Landsadvocaat
verstrekte stukken niet toekomen.»
In aanvulling daarop merk ik in algemene zin op dat de Landsadvocaat de veertien stukken
in oktober 2018 heeft beoordeeld en dat de uitkomst daarvan was dat de stukken niet
aan de betreffende dossiers toegevoegd behoefde te worden omdat ze ofwel reeds deel
uitmaakten van het dossier dat was overgelegd of omdat ze op dat moment niet als op
de zaak betrekking hebbende stukken kwalificeerden omdat de stukken niet relevant
waren in het licht van de geschilpunten zoals die op dat moment bestonden.
Vraag 37
Worden de documenten die de grondslag vormden voor de onrechtmatige stopzetting van
toeslagen in CAF-11 door de landsadvocaat proactief ingebracht in alle procedures
van vraagouders, gastouders en gastouderbureau, zodat zij hiertegen verweer kunnen
voeren? Zo nee, waarom niet? Wilt u de landsadvocaat hiertoe alsnog opdracht geven?
Antwoord 37
In de procedures van vraagouders worden in elke individuele procedure de op die zaak
betrekking de hebbende stukken ingebracht. In de zaak van het gastouderbureau zijn
conform de regels van het civiele recht de benodigde producties ingediend. Procedures
van gastouders zijn mij niet bekend.
Vraag 38
Bent u bereid om te bewerkstelligen dat ook in de overige 170 CAF-zaken de onderliggende
onderzoekinformatie en bijbehorende documenten op grond van art 8:42 Algemene wet
bestuursrecht (Awb) actief worden overlegd? Zo nee, waarom overtreedt u dan artikel
8:42 van de Awb?
Antwoord 38
In alle procedures worden de stukken ingebracht volgens de regels die daarvoor gelden.
Alle zaken met lopende (hoger) beroep procedures waarin nog geen zitting is geweest
worden door Toeslagen ruimhartig doorgenomen op het waar nodig aanvullen van het dossier.
Vraag 39
Krijgen de commissie-Donner en de Auditdienst Rijk (ADR) de beschikking over deze
onderliggende documenten en alle documenten over CAF-zaken die bij de Belastingdienst,
FIOD, Belastingdienst/Toeslagen en landsadvocaat beschikbaar zijn over CAF-zaken?
Antwoord 39
Zowel de Adviescommissie als de ADR krijgen de beschikking over alle documenten die
zij relevant achten voor hun onderzoeken.
Vraag 40
Kunt u deze vragen zeer zorgvuldig en nauwkeuring, een voor een (zonder verwijzingen
naar vorige vragen) en binnen vijf weken beantwoorden?
Antwoord 40
Uw vragen zijn zorgvuldig, één voor één en tezamen met andere Kamervragen over CAF-zaken
beantwoord.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Leijten (SP),
ingezonden 15 juli 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 58) en van het lid Azarkan (DENK), ingezonden 19 juli 2019 (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 61).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.