Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Van den Hul over het wegpesten van een transgenderstel in Heerlen
Vragen van de leden Kuiken en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over het wegpesten van een transgenderstel in Heerlen (ingezonden 1 augustus 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 24 september 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3668.
Vraag 1
Kent u de berichten «Transgenderstel Heerlen verlaat flat om gedreig en gepest»1 en «Heerlen voert al jaren strijd tegen «transgender-pesters»»?2
Antwoord 1
Ja, die berichten ken ik.
Vraag 2
Kent u meer voorbeelden van het wegpesten van LHBTI’s? Kent u de omvang van dit probleem?
Zo ja, welke zijn die voorbeelden en wat is die omvang? Zo nee, wilt u hier onderzoek
naar laten doen?
Antwoord 2
Mij bereiken met enige regelmaat signalen over homostellen, lesbische stellen of transgenders
die zich genoodzaakt voelen om te verhuizen vanwege pesterijen. Dit is een maatschappelijk
probleem. De beschikbare informatie, waaronder de jaarlijkse multi-agency rapportage
met cijfers van politie en antidiscriminatievoorzieningen en de jaarlijkse cijferrapportage
van het OM geven een beeld van de mate waarin LHBTI te maken hebben met discriminatie.
Pesten kan een discriminatoire uiting zijn. De tweejaarlijkse LHBT-monitor van het
SCP geeft daarnaast inzicht in de veiligheidsbeleving en slachtofferschap van LHBTI’s.
Dat kan gaan om respectloos gedrag (pesten) tot geweldsincidenten. In aanvullend onderzoek
naar wegpesten zie ik geen meerwaarde.
Vraag 3
Beschikken lokale bestuurders en politie over voldoende mogelijkheden om personen,
die LHBTI’s lastig vallen tot wegpesten aan toe, aan te spreken en aan te pakken?
Zo ja, hoe kan het dan toch gebeuren dat het in het bericht genoemde paar weggepest
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja, de lokale bestuurders en politie beschikken over voldoende mogelijkheden om personen,
die LHBTI’s lastig vallen tot wegpesten aan toe, aan te spreken en aan te pakken.
De aanpak van dergelijk pestgedrag is een lokale aangelegenheid, die maatwerk vraagt.
De gemeente Heerlen heeft aangegeven over voldoende instrumenten te hebben beschikt,
waarbij het bestuursrechtelijk opleggen van een gebiedsverbod het meest krachtige
middel was. De politie en de gemeente Heerlen hebben verschillende instrumenten ingezet,
waaronder het voeren van waarschuwingsgesprekken met de ouders van de daders door
de politie en burgemeester, het voeren van gesprekken met het transgenderstel om o.a.
de hulpbehoefte in kaart te brengen door de burgemeester alsmede Anti Discriminatie
Voorziening Limburg, Roze in blauw (politie) en de woningcorporatie, zichtbare aanwezigheid
door de politie, rechercheonderzoek, plaatsing van mobiele camera’s, het opleggen
van een gebiedsverbod aan de hoofddader en een gedragsaanwijzing voor enkele andere
groepsleden. Ten slotte is mede hierdoor een dader veroordeeld. De gemeente Heerlen
heeft aangegeven dat de pesters/daders stevig zijn aangepakt met alle mogelijke middelen
uit het straf- en bestuursrecht en dat die aanpak effect heeft gehad. Desondanks heeft
het transgenderstel besloten te willen verhuizen omdat zij zich niet meer prettig
voelde in de flat. Ik kan me levendig voorstellen dat alles een dusdanige grote impact
heeft gehad op de slachtoffers in Heerlen dat het hun, ondanks alle inzet van de politie
en de gemeente, heeft doen besluiten te verhuizen.
Het beschermen van slachtoffers van haatcriminaliteit (hatecrime) en de aanpak van
daders is een prioriteit voor dit kabinet en het lokaal bestuur. Het beleid is gericht
op de aanpak van daders om de pesterijen tot een einde te brengen. Helaas is dit vaak
niet van de ene op de andere dag te realiseren. Ook geven slachtoffers vaak aan, zoals
ook hierboven aangegeven, dat de gebeurtenissen hun woon- en leefgenot en hun gevoel
van veiligheid dusdanig aantasten dat zij zich genoodzaakt voelen te verhuizen.
Vraag 4
Heeft u in het kader van uw Actieplan Veiligheid LHBTI acties ingezet om het wegpesten
van LHBTI’s tegen te gaan? Zo ja, welke zijn dat en wat is het resultaat daarvan?
Zo nee, waarom niet en bent u alsnog van plan aan dit probleem aandacht te gaan schenken
en op welke wijze?
Antwoord 4
Het Actieplan Veiligheid LHBTI3 bevat diverse maatregelen die direct dan wel indirect bijdragen aan het tegengaan
van pesterijen in de woonomgeving, variërend van het stimuleren van sociale acceptatie
in de wijk (actiepunt 2), trainingen voor politiemedewerkers (actiepunt 5), weerbaarheidstrainingen
(actiepunten 7 en 24), het stimuleren van meldingsbereidheid (actiepunten 12–15),
aandacht voor veiligheid binnen de allianties van OCW (actiepunt 17), het gezamenlijk
bepalen van de meest effectieve aanpak (actiepunt 20), maatjesprojecten (actiepunt
24), etc. Ik ben van mening dat het Actieplan daarmee voldoende handvatten biedt om
de problematiek van pesterijen in de woonomgeving aan te kunnen pakken.
Het kabinet zal over zijn inspanningen om de maatregelen tot uitvoering te brengen
en zal verantwoording afleggen via de jaarlijkse voortgangsbrief over het Nationaal
Actieprogramma Discriminatie.
Vraag 5
Ben u bereid om in overleg met de VNG en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters
te treden om te bezien of er nog aanvullende instrumenten nodig zijn om het wegpesten
van LHBTI’s tegen te gaan? Zo ja, wilt u de Kamer op de hoogte stellen van de uitkomst
van dat overleg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Uit overleg met VNG en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters zijn geen indicaties
ontvangen dat gemeentebesturen/burgemeesters aanvullende instrumenten nodig hebben.
Zie ook het antwoord op vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.