Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Wassenberg over de stalbrand in Niawier, waarbij 42.000 kippen zijn omgekomen
Vragen van de leden Van Raan en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit over de stalbrand in Niawier, waarbij 42.000 kippen zijn omgekomen (ingezonden 15 augustus 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 23 september
            2019).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «42.000 kippen omgekomen in Niawier: grote brand bij pluimveebedrijf»?1
Antwoord 1
            
Ja, daarvan heb ik kennisgenomen.
Vraag 2
            
Zijn er kippen die levend uit de afgebrande stallen hebben weten te ontsnappen? Zo
               ja, wat is er met deze dieren gebeurd en hoe is de zorgplicht ingevuld?
            
Antwoord 2
            
Nee, tot mijn spijt zijn er geen kippen levend uit de afgebrande stallen gekomen.
Vraag 3
            
Erkent u dat de houderijsystemen voor kippen, die onder uw verantwoordelijkheid zijn
               toegestaan, bestaan uit stallen waaruit dieren in de praktijk onmogelijk kunnen ontsnappen
               als er brand uitbreekt?
            
Antwoord 3
            
De stalsystemen in de pluimveehouderij voldoen aan de wettelijke eisen voor stallen.
               Daarnaast worden aanvullende maatregelen genomen om de kans op een brand te verkleinen.
               Zo heeft de pluimveesector verplichte elektrakeuringen opgenomen in hun ketenkwaliteitssysteem.
               Dat is een belangrijke preventieve maatregel, aangezien veel stalbranden ontstaan
               door problemen met elektriciteit en kortsluiting. Daarnaast zijn we met partijen in
               gesprek over aanvullende mogelijkheden om de kans op stalbranden te beperken.
            
Vraag 4
            
Hoeveel kippen zitten er momenteel nog in de derde schuur die op het nippertje werd
               behoed voor de brand?
            
Antwoord 4
            
Volgens de gegevens in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) zijn op 30 maart
               2018 ongeveer 30.000 legkippen in stal 3 geplaatst. Het actuele aantal is onbekend,
               want bij pluimvee wordt uitval niet in I&R geregistreerd.
            
Vraag 5
            
Voor hoeveel dieren had dit bedrijf een vergunning?
Antwoord 5
            
Voor hoeveel dieren het bedrijf een vergunning had, is mij niet bekend. De afgifte
               van omgevingsvergunningen valt onder de bevoegdheid van de desbetreffende gemeente.
               Wel wordt de aan- en afvoer van levende dieren in het I&R-systeem gemeld.
            
Vraag 6
            
Was de bezetting van dit bedrijf op het moment van de brand op maximaal niveau?
Antwoord 6
            
Nee, op het moment van de brand was geen sprake van een maximale productiecapaciteit
               van de stal conform Europese richtlijn 2002/4.
            
Vraag 7
            
Wat was het bouwjaar van de afgebrande stallen?
Antwoord 7
            
Er is mij geen bouwjaar van de afgebrande stallen bekend, dit wordt bij de gemeente
               vastgelegd. De datum van ingebruikname van de drie stallen is wel bekend en deze is
               1 oktober 2010.
            
Vraag 8
            
Bent u van mening dat er sprake was van toereikende brandpreventie in de stallen?
               Zo ja, waaruit bestond die?
            
Antwoord 8
            
In het antwoord op vraag 3 heb ik aangegeven dat de belangrijkste oorzaken van stalbranden
               problemen met elektriciteit en kortsluiting zijn. Om die reden is de elektrakeuring
               opgenomen in de kwaliteitssystemen van onder andere de pluimveesector. Op het getroffen
               bedrijf in Niawier heeft deze elektrakeuring plaatsgevonden. Hierbij zijn geen gebreken
               geconstateerd.
            
Vraag 9
            
Welke onderzoeken zijn er bij u bekend over wat kippen doormaken tijdens een stalbrand?
Antwoord 9
            
Er is mij geen wetenschappelijke literatuur bekend waarin wordt beschreven wat kippen
               doormaken tijdens een stalbrand.
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het levend verbranden van duizenden dieren onacceptabel is?
               Zo ja, erkent u dat dit tot nu toe op geen enkele wijze blijkt uit het kabinetsbeleid?
            
Antwoord 10
            
Een stalbrand is voor de dieren, voor de veehouder, diens familie, hulpverleners en
               omwonenden een dramatische gebeurtenis. Ik vind het dan ook vreselijk als er een stalbrand
               plaatsvindt waarbij dieren omkomen. Dierlijke slachtoffers bij stalbranden moeten
               zo veel als mogelijk voorkomen worden. In het Actieplan brandveilige veestallen 2018
               – 2022 werkt de overheid samen met de Dierenbescherming, het Verbond van Verzekeraars,
               Brandweer Nederland, de Producentenorganisatie Varkenshouderij en LTO aan het terugdringen
               van het aantal stalbranden en het aantal dierlijke slachtoffers. De belangrijkste
               oorzaken van stalbranden worden momenteel aangepakt. Zo hebben inmiddels alle varkens-
               en kalverstallen, die aangesloten zijn bij een kwaliteitssysteem, een elektrakeuring
               gehad. Vóór 2020 zijn ook alle pluimveebedrijven gekeurd. Meer dan negentig procent
               van de primaire bedrijven zijn aangesloten bij deze systemen en worden op deze wijze
               gekeurd. Vanuit het actieplan wordt naast preventieve maatregelen ook gewerkt aan
               schade-beperkende maatregelen, waaronder brand- en rookdetectiesystemen. In mijn brief
               van 14 januari 2019 (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 71) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de huidige maatregelen. Ondanks deze maatregelen
               komen er veel dieren om bij stalbranden. Om die reden heb ik onlangs de partners van
               het actieplan bijeengeroepen om te kijken welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn
               om het aantal stalbranden en het aantal dierlijke slachtoffers nog verder terug te
               brengen. Ook dierenbelangenorganisaties, zoals Eyes on Animals, Wakker Dier en externe
               deskundigen op het gebied van brandveiligheid heb ik bijeen geroepen om ideeën met
               ons te delen. Alle ideeën worden de komende tijd in de stuur- en werkgroep van het
               actieplan besproken en uitgewerkt. Hierna kan het huidige actieplan uitgebreid worden
               met aanvullende maatregelen. Op deze manier moeten we er samen voor blijven zorgen
               dat de kans op een stalbrand – en daarmee dierlijke slachtoffers – verder omlaag blijft
               gaan.
            
Vraag 11
            
Hoeveel dieren moeten er nog omkomen in stalbranden voordat het kabinet maatregelen
               gaat nemen voor brandpreventie in stallen?
            
Antwoord 11
            
Ik verwijs uw Kamer hiervoor graag naar het antwoord op vraag 10.
Vraag 12
            
Welke concrete voornemens heeft dit kabinet om tot wetgeving te komen op het gebied
               van brandpreventie in stallen?
            
Antwoord 12
            
Ik verwijs uw Kamer hiervoor naar het antwoord op vraag 10.
Vraag 13
            
Op welke wijze gaat u de Kamer informeren over de ontwikkelingen in het onderzoek
               naar de oorzaak van deze stalbrand in Niawier?
            
Antwoord 13
            
Uit het brandweeronderzoek is tot op heden geen directe oorzaak naar voren gekomen.
               Wel is brandstichting uitgesloten. Er is dan ook een reële kans dat de oorzaak van
               deze brand niet wordt achterhaald.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.