Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koopmans over onderhandelingen in het kader van de Group of Governmental Experts bij de Conventie voor Conventionele Wapens
Vragen van het lid Koopmans (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over onderhandelingen in het kader van de Group of Governmental Experts bij de Conventie voor Conventionele Wapens (ingezonden 16 augustus 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 september 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de motie Koopmans c.s. waarin het kabinet wordt verzocht om aanjager
te zijn van «een zo breed gedragen en verstrekkend mogelijk verdrag of andere bindende
internationale regelgeving ter beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding
en inzet van nieuw potentiële massavernietigingswapens» zoals drones en killer robots?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe geeft u in de Group of Governmental Experts (GGE) bij de Conventie voor Conventionele
Wapens (CCW) opvolging aan de motie?
Antwoord 2
De motie-Koopmans c.s. constateert dat nieuwe technologische ontwikkelingen hebben
geleid en zullen leiden tot het ontstaan en de verspreiding van nieuwe wapens die
goedkoper en makkelijker te maken zijn, met de potentie om op ongekend grote schaal
dood en verderf te zaaien, en derhalve als massavernietigingswapens kunnen worden
beschouwd. Voorts roept de motie de regering op om aanjager te zijn van een zo breed
gedragen en verstrekkend mogelijk verdrag of andere bindende internationale regelgeving
ter beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële
massavernietigingswapens.
Zoals aan uw kamer is medegedeeld (Kamerstuk 33 694, nr. 45) is het kabinet terughoudend om nieuwe technologieën als (onderdeel van) wapensystemen
categorisch te bestempelen als massavernietigingswapens2. Deze terughoudendheid wordt internationaal breed gedeeld, zoals zichtbaar is op
de agenda van de Group of Governmental Experts on Lethal Autonomous Weapons Systems (GGE LAWS),waar door verdragspartijen bij de Conventie voor Conventionele Wapens (CCW) gesproken
wordt over autonome wapensystemen. Binnen de GGE LAWS wordt zeer zorgvuldig nagedacht
en gesproken over de mogelijke toepassingen van nieuwe technologieën op het gebied
van autonomie in wapensystemen. Dit internationaal forum indachtig herkent het kabinet
(en de internationale gemeenschap) zich niet altijd in het beeld dat juist deze wapensystemen
per definitie in staat zullen zijn om op «ongekend grote schaal dood en verderf» te
zaaien. De toepassing van autonomie in wapensystemen heeft namelijk ook positieve
toepassingen, bijvoorbeeld op het gebied van rekenkracht, inlichtingenvergaring, data-analyse,
snelheid van opereren en precisie. Daarmee kan het gebruik van deze systemen leiden
tot een vermindering van burgerslachtoffers en nevenschade. Bovendien kan de toepassing
van nieuwe technologieën in wapensystemen bijdragen aan het veilig houden van Nederland.
Dat gezegd hebbende, hecht het kabinet eraan te benadrukken dat technologische vooruitgang
alleen kan en mag binnen de kaders van het bestaande internationaal recht. Nederland
zet zich binnen de GGE daarom in voor de toepassing en naleving van het internationaal
recht, dat voor Nederland onverminderd van toepassing is op autonome wapensystemen.
Onderdeel van deze inzet is een nadere duiding van het concept «betekenisvolle menselijke
controle» en het bereiken van internationale overeenstemming daarover. Het hoofddoel
van het kabinet in dit forum is dat autonome wapensystemen te allen tijde onder betekenisvolle
menselijke controle blijven staan en conform het internationaal recht worden ontwikkeld
en ingezet. Ieder jaar biedt de GGE een eindrapport met conclusies en aanbevelingen
aan de jaarlijkse vergadering van verdragspartijen bij de CCW aan, die besluiten (kunnen)
nemen over de voortzetting van de werkzaamheden van de GGE. Nederland heeft zich tijdens
de meest recente onderhandelingen van de GGE (augustus 2019) succesvol ingezet voor
een stevig inhoudelijk rapport dat nadruk legt op de noodzaak tot verdere verduidelijking
en ontwikkeling van het bestaande normatieve en operationele kader t.a.v. autonome
wapensystemen.
Het kabinet wenst hierbij het onderscheid te benadrukken tussen autonome wapensystemen
en volledig autonome wapensystemen. De Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken
en de Adviesraad Internationale Vraagstukken definieerden in hun advies «Autonome
wapensystemen: de
noodzaak van betekenisvolle menselijke controle»3, een autonoom wapen als een systeem dat zelfstandig doelen, offensief of defensief,
die voldoen aan voorgeprogrammeerde kenmerken, selecteert en aanvalt, nadat mensen
hebben besloten het wapen in te zetten en waarbij de mens niet meer kan ingrijpen
om de aanval te stoppen. Volledig autonome wapensystemen daarentegen – door sommigen ook wel aangeduid als «moordrobots»
– zijn zodanig geprogrammeerd dat zij het gehele targeting proces zelfstandig uitvoeren, vanaf het formuleren van het militaire doel tot en
met het bepalen van de plaats en tijd van inzet. Betekenisvolle menselijke controle
over zulke systemen is niet mogelijk en daarmee zijn deze wapens in strijd met het
internationaal recht. Het kabinet verwerpt op voorhand de ontwikkeling en het gebruik
van volledigautonome wapensystemen.
Voor een uitgebreide toelichting van de Nederlandse inspanningen t.a.v. de opvolging
van de motie-Koopmans c.s. – waaronder maar niet uitsluitend binnen de GGE LAWS –
verwijst het kabinet naar de Kamerbrief inzake de motie-Koopmans c.s. over beheersing
van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële massavernietigingswapens
die uw Kamer op 20 september 2019 is toegegaan. In die brief kondigt het kabinet aan
dat Nederland het komend jaar een internationale conferentie zal organiseren, waarbij
partnerlanden, bedrijfsleven, experts en NGO’s met elkaar zullen spreken over internationale
standaarden voor de commerciële Unmanned Aerial Vehicle-industrie, ten behoeve van verantwoorde productie en gebruik.
Vraag 3
Ziet u mogelijkheden om samen te werken met buitenlandse partners om in te zetten
op een internationaal verdrag of andere bindende regelgeving, en welke initiatieven
heeft u daartoe sinds het aannemen van de motie genomen?
Antwoord 3
Nederland acht het bestaande internationaal recht onverminderd van toepassing op autonome
wapensystemen en pleit in het internationale debat voor strikte naleving hiervan t.a.v.
de ontwikkeling en het gebruik van dergelijke systemen. Daarom heeft het kabinet initiatieven
genomen om meer richting te geven aan de interpretatie en toepassing van het bestaande
internationaal recht t.a.v. autonome wapensystemen, zoals ook vermeld in het antwoord
op vraag 2 en uitgebreider omschreven in de hierboven genoemde Kamerbrief inzake de
motie-Koopmans c.s. Zo bevat het consensusrapport met conclusies en aanbevelingen
van de GGE, dat in november aangeboden zal worden aan de verdragspartijen bij de CCW,
elf overeengekomen Guiding Principles voor de ontwikkeling en het gebruik van autonome wapensystemen. Het kabinet zal zich
tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de verdragspartijen bij de CCW inspannen voor
omarming van het rapport van de GGE en voor bekrachtiging door de verdragspartijen
van de elf Guiding Principles.
Het internationale krachtenveld op dit terrein is complex en verdeeld. De standpunten
t.a.v. autonome wapensystemen lopen zeer uiteen en het is een uitdaging om sommige
vastgelopen discussies weer in beweging te brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.