Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ziengs over het bericht 'Forse rookontwikkeling bij brand afvalverwerker Attero in Wijster'
Vragen van het lid Ziengs (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Forse rookontwikkeling bij brand afvalverwerker Attero in Wijster» (ingezonden 7 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
            (ontvangen 23 september 2019).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Forse rookontwikkeling bij brand afvalverwerker Attero
               in Wijster»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoeveel kilo afval wordt er jaarlijks opgehaald binnen de verschillende afvalstromen?
               Kunt u een overzicht van de afgelopen vijf jaar geven?
            
Antwoord 2
            
De Werkgroep Afvalregistratie2 rapporteert jaarlijks over het storten en verbranden van afval in Nederland plus
               het composteren/vergisten van gft-afval. Onderstaande tabel is afkomstig uit de laatste
               rapportage en geeft een overzicht van de hoeveelheden verwerkt afval.
            
Verwerkingsmethode
Hoeveelheid afval (kton)
2013
2014
2015
2016
2017
Storten:
Netto gestort
Bbk-bouwstoffen
Totaal op de stort gebracht
2.020
706
2.727
1.870
334
2.204
1.981
361
2.342
2.369
465
2.834
2.502
417
2.920
Netto storten in eigen beheer
– 45
59
40
– 22
2
Verbranden
7.549
7.601
7.565
7.796
7.627
Vergisten en composteren gft-afval
1.273
1.357
1.356
1.431
1.492
Grondverwerking
3.537
3.642
3.403
3.949
3.744
Baggerspecieverwerking
3.291
4.576
3.746
3.754
2.451
(Bbk= Besluit bodemkwaliteit)
Vraag 3
            
Wordt er onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het afval dat in de verschillende
               afvalstoffen terecht komt? Zo ja, waar is dit te vinden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3
            
De goede kwaliteit van gescheiden deelstromen is essentieel om te komen tot een circulaire
               economie. Binnen de verschillende acties en programma’s die uitgevoerd worden door
               de landelijke overheid, de gemeenten en ook het afvalbedrijfsleven is hier dan ook
               ruim aandacht voor.
            
In 2018 heeft bijvoorbeeld het Learning Center Kunststof Verpakkingsafval een grootschalig
               onderzoek3 gedaan naar de samenstelling van het ingezamelde kunststof verpakkingsafval in gemeenten.
            
Vanuit het Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstof – Huishoudelijk Afval
               VANG-HHA)is in 2018 tevens een verkennend onderzoek4 uitgevoerd naar de kwaliteit van gft-afval, papier, glas en textiel uit huishoudens.
            
Mede naar aanleiding van dit onderzoek ben ik samen met diverse partijen actief bezig
                  met het verbeteren van de kwaliteit van met name textiel en gft-afval, middels het
                  «aanvalsplan gft en textiel».
Vraag 4
            
Hoelang mag het afval maximaal bij het afvalverwerkingsbedrijf blijven liggen tot
               het uiteindelijk wordt verwerkt?
            
Antwoord 4
            
Zoals vastgelegd in het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen mag het
               opslaan van afvalstoffen, voor een ander gebruik dan op een stortplaats zelf, niet
               langer duren dan:
            
– Maximaal één jaar ingeval van opslag voorafgaand aan een vorm van verwijdering
– Maximaal drie jaar ingeval van opslag voorafgaand aan een vorm van nuttige toepassing.
Vraag 5
            
Mag een afvalverwerker aangeleverd afvalmateriaal weigeren? Zo ja, op basis waarvan?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Vergunningsplichtige bedrijven die afvalstoffen ontvangen, moeten beschikken over
               een acceptatie- en verwerkingsbeleid (A&V-beleid) en een beschrijving van de administratieve
               organisatie en interne controle (AO/IC). Deze aspecten worden bij het verstrekken
               van een aangevraagde vergunning reeds meegenomen.
            
Om de risico’s van het verwerkingsproces te beheersen, moet een bedrijf dat zich met
               afvalbeheer bezighoudt, beschrijven welke afvalstoffen worden geaccepteerd en waar
               nodig welke afvalstoffen juist niet worden geaccepteerd (acceptatiebeleid). Ook moet
               worden omschreven welke afvalstoffen op welke manier binnen het bedrijf worden verwerkt
               (verwerkingsbeleid). Daarnaast moeten door technische, administratieve en organisatorische
               maatregelen de relevante processen binnen een bedrijf beheerst worden. Op deze wijze
               worden de milieuhygiënische- en informatietechnische risico’s binnen de bedrijfsvoering
               geminimaliseerd.
            
Vervolgens is de afvalverwerker gehouden conform dit beleid te handelen. De afvalverwerker
               kan dus op basis van het A&V-beleid bepaald aangeleverd afvalmateriaal weigeren.
            
Zie ook onderdeel D.3 van LAP3 over «Acceptatie- en verwerkingsbeleid en administratieve
               organisatie en interne controle».
            
Daarnaast kunnen contractuele afspraken worden gemaakt over de kwaliteit van het aangeleverde
               afvalmateriaal, op basis waarvan de afvalverwerker het materiaal kan weigeren indien
               dit niet aan de afspraken voldoet.
            
Vraag 6
            
Wie is er verantwoordelijk voor de (kwaliteit van) de producten die bij afvalverwerkers
               worden aangeleverd?
            
Antwoord 6
            
In de eerste plaats heeft de ontdoener een cruciale rol in het borgen van voldoende
               kwaliteit. Alles wat hier misgaat, levert later in de keten een uitdaging op. Het
               is vervolgens aan de inzamelaar om erop toe te zien dat wat wordt ingezameld ook daadwerkelijk
               conform de afspraken die zijn gemaakt met de afvalverwerkers aangeleverd wordt. Deze
               afspraken gaan over welke kwaliteit van de afgescheiden deelstromen geaccepteerd wordt,
               passend binnen het A&V-beleid zoals vastgelegd bij de vergunningverlening. Het is
               vervolgens aan de verwerker om te voldoen aan de afspraken uit de vergunningverlening.
            
Vraag 7
            
Klopt het dat op dit moment vooral de kwantitatieve inzamelcijfers centraal staan
               in plaats van de kwaliteit van het aangeleverde materiaal? Zo ja, waarom is hiervoor
               gekozen?
            
Antwoord 7
            
Nee dat klopt niet. Voor het realiseren van de gewenste transitie naar een circulaire
               economie dient een afname van de te verbranden hoeveelheden restafval, ofwel een toename
               van de gescheiden deelstromen, hand in hand te gaan met een goede kwaliteit van het
               verkregen gescheiden materiaal. Zonder het borgen van deze kwaliteitseisen lukt het
               niet hoogwaardige recycling gerealiseerd te krijgen en maken we ook geen stappen richting
               de circulaire economie.
            
Vraag 8
            
Op welke manier kan de focus worden verbreed om niet alleen te kijken naar de hoeveelheid
               afval maar ook naar de kwaliteit hiervan?
            
Antwoord 8
            
Ik werk hier samen met stakeholders aan, binnen het Uitvoeringsprogramma VANG-HHA
               middels het «aanvalsplan gft-afval en textiel». Ik wijs hier ook op de extra acties
               die zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie. Eén van de acties
               in het uitvoeringsprogramma betreft de uitbreiding van producentenverantwoordelijkheid
               naar problematische productstromen als matrassen en textiel. Door toepassing van producentenverantwoordelijkheid
               zal meer inzameling en recycling en minder afvalproductie worden gerealiseerd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.