Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over de uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A27/A12
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A27/ A12 (ingezonden 19 juli 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
1 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3595.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A27/A12?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze uitspraak een logisch gevolg is van de eerdere uitspraak
over het Programmatische Aanpak Stikstof-stelsel (PAS-stelsel) en dat dit niet zozeer
een juridisch probleem is, maar een consequentie van teveel stikstofemissies en te
slechte natuurwaarden?
Antwoord 2
De Raad van State heeft geoordeeld dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt
aan het Programma Aanpak Stikstof (PAS), niet voldoet aan de eisen die het Europese
Hof van Justitie daaraan stelt. Omdat het Tracébesluit A27/A12 zich baseert op de
PAS als ecologische onderbouwing heeft de RvS dit besluit, evenals verschillende andere
besluiten, vernietigd. Daarmee is de vernietiging van het Tracébesluit A27/A12 het
directe gevolg van de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 waarin is aangegeven
dat het PAS niet meer gebruikt kan worden als basis voor toestemmingsverlening.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de oplossing dus moet worden gezocht in het snel verminderen
van de emissies en concentraties totdat de natuur zich voldoende heeft hersteld? Zo
ja, hoe gaat u dit aanpakken? Welke extra maatregelen worden overwogen?
Antwoord 3
De uitspraak van de Afdeling bevestigt het belang van bron- en herstel-maatregelen
voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen voor natuur. Zoals de Minister
van LNV u eerder ook heeft geïnformeerd (DGNVLG-NP/19140219) is het de ambitie van
het kabinet om samen met de verschillende sectoren afspraken te maken over dit onderwerp.
Dit vraagt fundamentele keuzes die het kabinet samen met de bestuurlijke partners
en uw Kamer zal moeten maken.
Vraag 4
Nu de verbreding van de snelwegen bij Utrecht en het toevoegen van extra wegverkeer
voorlopig geen optie is vragen wij hierbij wat u gaat doen om de bereikbaarheid op
een emissievrije manier te verbeteren? Komen alternatieve opties, zoals het verbeteren
van het openbaar vervoer (ov) en de fietsinfrastructuur weer in beeld? Komen maatregelen,
die de verkeergroei niet accommoderen, maar juist verminderen of spreiden, zoals rekeningrijden,
weer in beeld?
Antwoord 4
In de uitwerking van het programma U-Ned werkt het rijk samen met de regio aan een
adaptieve aanpak op het gebied van wonen, werken, leefbaarheid en mobiliteit waardoor
Utrecht nu én straks haar economische belofte als gezonde metropoolregio waarmaakt
en de draaischijffunctie voor Nederland behoudt. Hiervoor is de Ring Utrecht van groot
belang. Ondanks de vernietiging van het Tracébesluit ligt er nog steeds een opdracht
om de regio bereikbaar te houden. De urgentie en noodzaak om het probleem aan te pakken
is nog steeds aanwezig.
Binnen de projectdoelstellingen en de eisen van de natuurwetgeving zal daarom verder
gewerkt worden aan een oplossing voor de stikstofproblematiek voor de Ring Utrecht
en bereid ik een nieuw Tracébesluit voor. Vanuit de afspraken die binnen het klimaatakkoord
gemaakt zijn zal het kabinet, ten behoeve van de volgende kabinetsformatie, een aantal
varianten van betalen naar gebruik onderzoeken. Het is aan een nieuw kabinet om een
besluit te nemen over een eventuele invoering.
Vraag 5
Bent u bereid de verlaging van de snelheid op de ring Utrecht naar 80 km/u te overwegen,
waarmee voldoende capaciteit binnen de huidige bak een optie is, conform de resultaten
van extern onderzoek?2
Antwoord 5
Er is in het verleden diverse keren gekeken naar een mogelijkheid zonder de bak te
verbreden, met minder rijstroken (2x6 ipv 2x7), waarbij de snelheid omlaag gaat naar
80 km/uur en waarbij het ontweven van rijrichtingen in stand blijft.
De commissie Schoof heeft geconcludeerd dat er géén veilige oplossing mogelijk is
binnen de bestaande bak. In hoofdstuk 5 van de Gids van netwerkanalyse tot Ontwerp
Tracébesluit staat beschreven waarom de commissie Schoof tot deze conclusie kwam.
De belangrijkste argumenten voor 2x7 zijn verkeersveiligheid, met name ten aanzien
van de vele weefbewegingen, en de specifieke dwangpunten (de twee spoorviaducten,
de ligging van de folie en de bak) die leiden tot een heel specifiek ontwerp.
Vraag 6
Bent u bereid om op korte termijn wel te starten met de «minder hinder»-maatregelen,
die voorzien waren voor tijdens de werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld automobilisten
te adviseren om -voor wie dat mogelijk is- op andere tijden te reizen, een alternatief
vervoermiddel te kiezen of thuis te werken? Bent u bereid op korte termijn ook andere
maatregelen te nemen die tijdens werkzaamheden vaak gebruikt worden om binnen de bestaande
capaciteit doorstroming op peil te houden, zoals het verlagen van de snelheid en het
versmallen van rijbanen?3
Antwoord 6
De financiering van minder hinder maatregelen is specifiek gekoppeld aan werkzaamheden.
Uw Kamer heeft door de aangenomen motie Hoogland/Visser (Kamerstuk 29 398, nr. 519) besloten dat het toepassen van spitsmijden alleen in geval van groot onderhoud,
wegwerkzaamheden en activiteiten vooruitlopend op wegwerkzaamheden toegestaan is.
Daarnaast is de korte termijn aanpak voor bereikbaarheid een onderdeel van het programma
U-Ned.
Vraag 7
Welke voorbereidende werkzaamheden zijn inmiddels uitgevoerd? Heeft dit onherstelbare
schade aan natuur en landschap aangericht? Worden deze voorbereidende werkzaamheden
nu gestaakt? Wat hebben deze werkzaamheden en de totale voorbereiding van dit project
tot nu toe gekost?
Antwoord 7
Er zijn voorbereidende werkzaamheden gestart, onder andere op het gebied van grondverwerving
en het verleggen van kabels en leidingen. Bestaande processen/activiteiten worden
afgerond. Er worden geen nieuwe processen/ activiteiten gestart. Er is geen onherstelbare
schade aan natuur en landschap aangericht. De totale kosten die tot op heden zijn
gemaakt tellen op tot circa € 50 mln.
Vraag 8
Wat gaat er met de voor dit project gereserveerde fondsen gebeuren? Worden deze toegevoegd
aan de overschotten op de infrastructuurbegroting of ingezet voor projecten die niet
voor meer luchtvervuiling zorgen?
Antwoord 8
De Raad van State heeft het Tracébesluit vernietigd. Dit betekent echter niet dat
het project niet verder uitgevoerd wordt. Binnen de projectdoelstellingen en de eisen
van de natuurwetgeving zal verder gewerkt worden aan een oplossing voor de Ring Utrecht.
Vraag 9
Worden de onderdelen van het project die onomstreden zijn en waarvoor geen wijziging
van het tracébesluit nodig is, zoals de natuurcompensatie of de betere geluidsschermen,
wel uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De maatregelen voor natuur en geluid zijn onderdeel van het Tracébesluit dat door
de Raad van State is vernietigd. Daarmee is de grondslag om deze maatregelen te nemen
komen te vervallen. Er wordt een nieuw besluit voor de Ring Utrecht voorbereid, waarin
de maatregelen voor natuur en geluid een plek krijgen.
Vraag 10
Welke andere projecten die leiden tot extra stikstofemissies zijn nu in voorbereiding?
Welke hiervan lopen eveneens het risico om door de uitspraak van de Raad van State
te worden belemmerd? Ben u van plan dit risico voor elk project te nemen of gaat u
de conclusies van deze zaak toepassen op alle lopende projecten?
Antwoord 10
Een overzicht van IenW-projecten die mogelijk gevolgen ondervinden van de PAS-uitspraak
van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is opgenomen bij de brief
die de Minister van LNV u 13 september j.l. heeft doen toekomen (Kamerstuk 32 670, nr. 165).
Mogelijke gevolgen kunnen uiteenlopen van vertraging in besluitvorming en/of realisatie,
hogere kosten voor onderzoek, het treffen van extra mitigerende of compenserende maatregelen
of een andere wijze van uitvoering van het project.
Deze gevolgen zullen per project worden bezien. Het is altijd de bedoeling geweest
om recht te doen aan de bescherming van Natura 20000-gebieden, dit is niet nieuw.
Uit de uitspraak volgt dat het PAS niet langer als onderbouwing kan worden gebruikt
voor tracébesluiten. De PAS-uitspraak betekent niet dat er helemaal geen activiteiten
meer mogelijk zijn die stikstof veroorzaken. Deze zijn wel mogelijk met een individuele
projectspecifieke beoordeling die voldoet aan de randvoorwaarden, zoals beschreven
in de nadere reactie van de Minister van LNV op de PAS-uitspraak d.d. 11 juni 2019
(Kamerstuk 32 670, nr. 147).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.