Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen het lid Van den Hul over sancties tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het militaire regime in Myanmar
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over sancties tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het militaire regime in Myanmar (ingezonden 7 augustus 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 18 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «VN wil sancties tegen bedrijven uit Myanmar, ook Shell
betrokken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de oproep van de VN-missie van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
in Myanmar om sancties in te stellen tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het militaire
regime in Myanmar? Welke rol ziet u hierin voor Nederland weggelegd?
Antwoord 2
De regering verwelkomt het werk van de VN Fact Finding Mission van de Hoge Commissaris
voor de Mensenrechten (hierna: FFM) als een essentieel element van de internationale
respons op de ernstige mensenrechtenschendingen in Rakhine State.
In haar recente rapport doet de VN Fact Finding Mission een aantal aanbevelingen om
de invloed van het Myanmarese leger in te perken, waaronder de oproep om gerichte
sancties in te stellen tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het Myanmarese leger.
De aanbevelingen van het rapport zullen zorgvuldig worden bestudeerd en in internationaal
verband worden besproken.
Nederland heeft zowel in de VN Veiligheidsraad als in EU-kader ervoor gepleit dat
betrokkenen bij mensenrechtenschendingen in Myanmar ter verantwoording worden geroepen
en zal dit blijven doen. Zoals in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 juni
jl. aan uw Kamer gemeld, heeft Minister Blok de situatie in Myanmar daar opnieuw opgebracht,
zorgen uitgesproken over de voortdurende mensenrechtenschendingen en opgeroepen tot
gerichte sancties tegen de verantwoordelijken voor de mensenrechtenschendingen. Nederland
is geen voorstander van bredere sancties, omdat deze negatieve gevolgen kunnen hebben
voor de gehele bevolking van Myanmar, zoals Minister Blok ook heeft aangegeven tijdens
het 30 leden debat op 17 april jl. Het kabinet zal tevens in EU-kader aandacht vragen
voor dit nieuwe FFM-rapport en bepleiten dat nader onderzocht wordt welke mogelijkheden
er zijn voor gerichte sancties als reactie op de ernstige mensenrechtenschendingen
in Myanmar, op een manier die geen schade doet aan de bredere bevolking en de democratische
transitie.
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van Nederlandse bedrijven die, al dan niet indirect zoals
in het geval van Shell, in verband kunnen worden gebracht met bovenstaande? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
Bedrijven zijn niet verplicht om bij de Nederlandse overheid te melden in welk land
en met welke partijen zij zakendoen. De regering houdt hier dan ook geen overzicht
van bij.
Het rapport noemt tevens een groot aantal bedrijven dat onder directe controle staat
van het leger van Myanmar of dat rechtstreeks zakendoet met het leger. Daaronder zijn
geen Nederlandse bedrijven. Onder de bedrijven die wel worden genoemd, is een aantal
bedrijven met brede vertakkingen binnen de economie van Myanmar, zowel direct als
via dochterondernemingen en joint ventures. Ook hierdoor is het onmogelijk om een
volledig overzicht te geven van indirecte banden die bestaan tussen Nederlandse bedrijven
en de bedrijven op de FMM-lijst.
Indien signalen worden ontvangen over mogelijke betrokkenheid van Nederlandse bedrijven
bij mensenrechtenschendingen, wordt er naar deze signalen gekeken en worden de zorgen
met het bedrijf in kwestie besproken.
Vraag 4, 5, 6, 8
Kunt u toelichten of, en zo ja om welke redenen, de betrokkenheid van Shell bij Max
Energy Myanmar indruist tegen de uitgangspunten van de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen? Zo nee, waarom niet?
Welke stappen vindt u dat Shell moet ondernemen nu klip en klaar is dat Max Energy
Myanmar betrokken is bij de bouw van de omstreden grensmuur?
Is bij de Nederlandse overheid bekend dat Shell zaken deed en doet met Max Energy
Myanmar? Zo ja, was ook reeds bekend dat Max Energy Myanmar betrokken was bij de bouw
van de omstreden grensmuur?
Hoe duidt u de in het artikel opgetekende kwalificatie van Shell dat het hier om een
«complexe en gevoelige kwestie» gaat, maar dat deze kwalificatie ogenschijnlijk geen
aanleiding voor het bedrijf is om het contract te herzien? Bent u bereid hierover
met Shell in gesprek te gaan? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5, 6, 8
Ik deel de in het artikel opgetekende kwalificatie van Shell dat het hier om een complexe
en gevoelige kwestie gaat.
Ten aanzien van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen),
en overigens ook de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, kan worden
gesteld dat het kabinet van Nederlandse bedrijven verwacht dat zij deze onderschrijven
en naleven bij het uitvoeren van hun internationale activiteiten. Conform deze richtlijnen
dienen bedrijven risico’s op negatieve gevolgen van hun activiteiten, producten of
diensten in kaart te brengen, te voorkomen of mitigeren en rekenschap af te leggen
over dit proces. Dit geldt zowel voor de eigen activiteiten, producten of diensten,
als voor die in de waardeketen. Met name bedrijven die zakendoen in conflictgebieden
dienen zeer waakzaam te zijn.
Shell is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop het bedrijf
de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles implementeert. Dat geldt ook voor de samenwerking met Max Energy Myanmar. Deze samenwerking
is in 2017 publiekelijk aangekondigd en als zodanig algemeen bekend. De relatie die
in het FFM-rapport wordt gelegd tussen donaties van bedrijven in Myanmar aan het leger
in de periode tijdens en direct na het geweld in Rakhine en de militaire operaties
die hebben geleid tot de ernstige mensenrechtenschendingen tegen de Rohingya-bevolking
is niet eerder gelegd.
Het ministerie is in contact met Shell over deze kwestie en zal mede aan de hand van
het FFM-rapport Myanmarese en Nederlandse bedrijven nogmaals wijzen op het belang
van voorzorgsmaatregelen om indirecte betrokkenheid bij of bijdragen aan mensenrechtenschendingen
in Myanmar te voorkomen.
Vraag 7
Kunt u uitsluiten dat er Nederlands geld, al dan niet in de vorm van leningen, via
Shell naar Max Energy Myanmar is gegaan of gaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, er is geen financiële betrokkenheid van de Nederlandse overheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.