Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Palland over het bericht dat bezorgers van online supermarkt Picnic de noodklok luiden over de arbeidsomstandigheden
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Bezorgers websuper Picnic luiden noodklok over arbeidsomstandigheden» (ingezonden 17 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 16 september 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bezorgers websuper Picnic luiden noodklok over arbeidsomstandigheden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Het is van groot belang dat mensen gezond en veilig kunnen werken. Iedere werkgever
dient daarvoor te zorgen. Indien er zorgen zijn over de arbeidsomstandigheden is het
goed dat dit gemeld wordt. Dit kan bijvoorbeeld bij de werkgever, de ondernemingsraad
of vakbond. In het uiterste geval kan een klacht worden ingediend bij de Inspectie
SZW. Klachten via de OR of de vakbond worden altijd door Inspectie SZW onderzocht.
Vraag 3
Is er in de opkomende branche van online supermarkten, «websupers», of andere vormen
van e-commerce volgens u sprake van (toenemende) concurrentie op arbeidsomstandigheden?
Doet dit zich online meer en/of in andere vormen voor dan in de traditionele offline
business?
Antwoord 3
Iedere werknemer heeft het recht om gezond en veilig te werken. Het is de plicht van
de werkgever om voor goede arbeidsomstandigheden te zorgen en de preventie van arbeidsrisico’s
vorm te geven, of dit nu bij een online of offline business is. Concurrentie mag niet
ten laste gaan van arbeidsomstandigheden. De Arbowet stelt duidelijke grenzen. Van
belang is dat zowel in de online als in de traditionele offline business aan de wettelijke
eisen wordt voldaan.
Vraag 4
Hoe vindt u dat de e-commerce, waaronder de online supermarkt, zich vanuit zowel werknemers-
als werkgeversperspectief ontwikkelt?
Antwoord 4
Er ontstaan voortdurend nieuwe vormen van bedrijvigheid. Van belang is dat aan de
gestelde wettelijke eisen wordt voldaan.
Vraag 5
Herkent u het signaal, in het artikel afgegeven door Vakbond FNV, dat werkgevers werknemers
ontslaan wanneer zij contact hebben met de vakbond? Hebt u enige indruk hoe vaak dit
in Nederland voorkomt? Is de bescherming hiertegen volgens u voldoende georganiseerd?
Antwoord 5
Een werkgever mag medewerkers alleen ontslaan indien daar een redelijke grond voor
aanwezig is. Contact met een vakbond valt daar niet onder en is geen goede reden voor
een ontslag. Ik heb geen informatie of en zo ja, hoe vaak dit voorkomt. De toetsing
van dergelijke gevallen is aan de rechter.
Vraag 6
Zijn op de arbeidsmarkt uitzendkrachten in uw ogen kwetsbaarder als het gaat om het
opkomen voor hun belangen, bijvoorbeeld via de vakbond, en het aankaarten van slechte
arbeidsomstandigheden? Zou hun positie moeten en kunnen worden verbeterd, bijvoorbeeld
door de mogelijkheid van collectieve vorderingen die niet individueel herleidbaar
zijn?
Antwoord 6
Uitzendkrachten hebben net als de vaste werknemers het recht om gezond en veilig te
werken en het recht om op te komen voor hun belangen. Het beschermen van kwetsbare
groepen werkenden op de arbeidsmarkt, zoals de flexwerkers, is en blijft belangrijk.
Vraag 7
Vindt u het houden van een tevredenheidsonderzoek onder medewerkers een voldoende
maatstaf om te bepalen of klachten over arbeidsomstandigheden wel of niet gegrond
zijn?
Antwoord 7
In de Arbeidsomstandighedenwet bepaalt de overheid met doelvoorschriften wat in het
belang van gezond en veilig werken moet worden gedaan. Werkgevers en werknemers bepalen
zelf hoe ze dat in de concrete werksituatie doen. De wet bepaalt ook dat werkgevers
en werknemers dat in overleg en samenwerking doen. Een tevredenheidsonderzoek kan
daar deel van uitmaken.
Vraag 8
Hoe kan worden voorkomen dat de veiligheid van medewerkers in het geding raakt, omdat
hun materiaal niet veilig is of omdat zij onvoldoende zijn geschoold, met ongelukken
of bijna-ongelukken tot gevolg?
Antwoord 8
Om gezond en veilig te kunnen werken moeten arbeidsmiddelen in goede staat verkeren
en op een juiste wijze worden gebruikt. Bij sommige arbeidsmiddelen is een instructie
en training voor de gebruiker noodzakelijk om het arbeidsmiddel op een juiste wijze
te kunnen gebruiken en kennis te hebben van de risico’s. Ongelukken of bijna-ongelukken
moeten worden betrokken in de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en worden geëvalueerd
op oorzaken en maatregelen. Veel bedrijfstakken maken een Arbo catalogus waarin de
eisen van de Arbowetgeving aan de hand van de specifieke werkzaamheden en ervaringen
in de bedrijfstak nader zijn uitgewerkt.
Vraag 9
Wat vindt u van het verdelen van werkdiensten onder medewerkers als een «wekelijkse
wedstrijd», d.w.z. dat wie het eerst komt het eerst maalt?
Antwoord 9
De werkgever moet aan een aantal verplichtingen voldoen om een eerlijke, veilige en
gezonde arbeidssituatie te creëren voor zijn werknemers. In de Arbeidstijdenwet is
het aantal uur opgenomen dat je per dag en week mag werken en hoeveel rusttijd je
moet nemen. Deze staan in de Arbeidstijdenwet (ATW). Het verdelen van werkdiensten
moet passen binnen de ATW en de aanvullende afspraken van de CAO.
Vraag 10 en 11
Valt een online supermarkt volgens u onder de supermarkt-cao of juist niet?
Hoe staat u tegenover de introductie van een e-commerce cao, waarvoor in het artikel
wordt gepleit?
Antwoord 10 en 11
Interpretatie van de werkingssfeer van een cao is een zaak van cao-partijen. Of de
introductie van een e-commerce cao nodig is, is aan de cao-partijen gezamenlijk te
beoordelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.