Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raak over de sterke groei aan dwangsommen voor de Nationale Politie
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de sterke groei aan dwangsommen voor de Nationale Politie (ingezonden 22 augustus 2019).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 september
2019).
Vraag 1
Waarom gaat de politie zo slecht om met haar eigen medewerkers, dat ze vorig jaar
ruim 500 agenten een dwangsom moest betalen?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het desastreus is voor het vertrouwen in de organisatie als
politiemensen langer dan een jaar op betaling moeten wachten?
Vraag 3
Is de ruim 770.000 euro aan dwangsommen die nu bekend is ook echt alles? Hoeveel heeft
de politie in 2018 in totaal aan dwangsommen of andere vergoedingen aan medewerkers
moeten betalen? Wat zijn de te betalen bedragen voor de eerste helft van 2019?
Vraag 4
Hoe verklaart u de snelle toename van het aantal dwangsommen in de afgelopen jaren?
Kunt u uitsluiten dat dit te maken heeft met de groeiende tekorten aan mensen bij
de politie? Welke andere oorzaken ziet u voor deze snel verslechterende omgang met
de eigen mensen?
Vraag 5
Welke maatregelen gaat u nemen om de snelle groei aan dwangsommen te stoppen, de opgelegde
dwangsommen alsnog direct aan medewerkers te betalen en zo snel mogelijk hervormingen
door te voeren bij de politie zodat dwangsommen niet meer nodig zijn?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP) van uw
Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de sterke groei aan dwangsommen
voor de Nationale Politie (ingezonden 22 augustus 2019) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.