Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ziengs over het bericht 'Risico voor NS met grote bestelling van treinmaterieel HSL'
Vragen van het lid Ziengs (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Risico voor NS met grote bestelling van treinmaterieel HSL» (ingezonden 22 augustus 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
            (ontvangen 13 september 2019).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Risico voor Nederlandse Spoorwegen (NS) met grote bestelling
               van treinmaterieel Hogesnelheidslijn (HSL)»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat dergelijke investeringsrisico’s normaliter pas genomen zouden
               worden nadat er zekerheid is over het al dan niet verwerven van de concessie en dat
               publiek geld nu mogelijk prematuur ingezet wordt?
            
Antwoord 2
            
NS is op grond van de vervoersconcessie verantwoordelijk voor de continuïteit van vervoer voor deze concessie, ook bij het verstrijken van de concessieperiode.
               Dit betekent dat NS moet zorgdragen voor voldoende materieel bij een concessieovergang.
               Met de bestelling van ICNG-treinen voor de lijn Amsterdam-Brussel (ICNG-B) voldoet
               NS aan deze verplichting. De ICNG-B-treinen zijn in de Redelijke Regeling opgenomen2, op grond waarvan NS de garantie heeft gekregen dat deze treinen bij een eventuele
               aanbesteding overgaan naar de nieuwe vervoerder indien NS de nieuwe concessie niet
               gaat rijden. Daarmee is in een dergelijke situatie geen sprake van een investeringsrisico
               voor NS.
            
Overigens is niet het Ministerie van IenW maar NS primair verantwoordelijk voor de
               aanschaf van nieuw materieel. Er is geen sprake van inzet publiek geld. NS doorloopt
               bij de aanschaf een uitgebreid en zorgvuldig proces waarbij zij rekening houdt met
               onder andere wettelijke eisen, concessieverplichtingen, de preferenties van de reiziger
               en de financiële gevolgen.
            
Ook de aanschaf van ICNG-treinen op de lijn Amsterdam-Brussel (IC Brussel) heeft NS
               zorgvuldig afgewogen en uitvoerig onderbouwd. De Minister van Financiën heeft als
               aandeelhouder de investering goedgekeurd, rekening houdend met de mijn beslissing
               om deze treinen onder de Redelijke Regeling te laten vallen.
            
Vraag 3
            
Deelt u daarnaast de mening dat de aankoop van dit materieel de indruk wekt dat er
               door de NS vooruitgelopen wordt op de besluitvorming over het al dan niet openbaar
               aanbesteden van de HSL-lijn?
            
Antwoord 3
            
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld3loopt NS met de bestelling van ICNG-B-treinen voor de IC Brussel niet vooruit op het
               ordeningsbesluit dat ik volgend voorjaar neem. Dit omdat de nieuwe treinen bij eventuele
               aanbesteding van de HSL-Zuid zijn opgenomen in de Redelijke Regeling, zoals toegelicht
               bij het antwoord op vraag 2. Daarmee gaan deze treinen bij een eventuele aanbesteding
               van de HSL-Zuid als separate concessie in principe over naar de volgende vervoerder.
               IenW heeft daarnaast ook de bevoegdheid deze nieuwe treinen toe te wijzen aan het
               HRN. Dit geldt overigens ongeacht welke partij de nieuwe HRN-concessie na 2024 rijdt.
               Deze keuzemogelijkheid is in de Redelijke Regeling vastgelegd. Gebruik hiervan biedt
               aan nieuwe vervoerders de mogelijkheid om bij eventuele aanbesteding eigen materieel
               mee te nemen.
            
Vraag 4
            
Is er bij dit besluit voldoende rekening gehouden met het feit dat het mogelijk is
               dat een andere vervoerder de concessie binnenhaalt?
            
Antwoord 4
            
Zie het antwoord op vraag 2 en 3.
Vraag 5
            
Is bij de besluitvorming voldoende rekening gehouden met de hoge en mogelijk onnodige
               kosten van deze aankoop indien een andere vervoerder inderdaad over zou gaan op het
               gebruik van ander materieel?
            
Antwoord 5
            
NS heeft bij haar besluitvorming meegewogen dat de concessieverlener bij een eventuele
               aanbesteding aan de nieuwe vervoerder kan vragen ander (eigen) materieel mee te nemen.
               IenW zal in dat geval de nu aangeschafte ICNG-B-treinen aan het HRN toewijzen. Uiteraard
               vraagt een dergelijk besluit een zorgvuldige afweging. ICNG-B treinen zijn namelijk
               geschikt om over het HRN, HSL en in België (voor de IC Brussel) te rijden. Deze treinen
               zijn iets duurder dan «binnenlandse» ICNG’s die al eerder zijn besteld, maar de meerkosten
               bedragen slechts een fractie van de totale investeringen van NS in de lopende concessieperiode.
            
Vraag 6
            
Wat zijn de plannen voor de ingekochte treinstellen indien een mogelijke andere vervoerder
               over gaat op het gebruik van ander materieel?
            
Antwoord 6
            
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
            
Waar doelt u op met de door u genoemde mogelijke «alternatieve bestemming» van de
               aangekochte treinstellen?
            
Antwoord 7
            
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat het van belang is dat er een degelijk plan klaarligt voor het
               gebruik van dit aangekochte materieel voor het geval dat een andere vervoerder inderdaad
               besluit over te gaan op het gebruik van ander materieel?
            
Antwoord 8
            
Zoals aangegeven is NS primair verantwoordelijk voor voldoende materieel tijdens en
               bij het verstrijken van de concessieperiode. NS heeft weloverwogen de keuze gemaakt
               voor de ICNG-B treinen die zowel op de HSL, het conventionele deel van het HRN als
               ook naar Brussel kunnen rijden. Ik verwacht dat NS zich voorbereidt op een efficiënte
               infasering van ICNG-B treinen op het (resterende) deel van het HRN, mocht volgend
               jaar bij het ordeningsbesluit worden besloten dat de HSL-Zuid wordt aanbesteed en
               de nieuwe vervoerder eigen materieel mag meenemen. Ik zal hierover indien nodig te
               zijner tijd in overleg treden met NS.
            
Vraag 9
            
Kunt u toelichten waarom NS treinstellen met een snelheid van 200 km/u bestelt terwijl
               oorspronkelijk een hogere snelheid beoogd werd?
            
Antwoord 9
            
Al bij de bestelling van binnenlandse ICNG’s is de conclusie getrokken dat 200 km/h
               voor vervoer over de HSL gegeven de huidige dienstregeling en de daarin opgenomen
               haltering, de juist keuze is. Dit is naar aanleiding van vragen van uw Kamer hierover
               met een externe audit bevestigd4. In de brief over internationaal reizigersvervoer uit 2018 is aangegeven dat met
               de aanschaf van ICNG-treinen (200 km/h) de kwaliteit van de IC Brussel voor de reiziger
               op verschillende onderdelen wordt verhoogd: naar verwachting een betere score op de
               prestatie-indicatoren betrouwbaarheid, klantoordeel en zitplaatskans. Daarnaast is
               de reistijdwinst van hogesnelheidsmaterieel (300 km/h) ten opzichte van ICNG (200m
               km/h) bij een identiek bedieningspatroon beperkt.
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat openbare aanbesteding zorgdraagt voor een gevarieerd aanbod
               van vervoerders en dat daarmee het best mogelijke aanbod voor de reiziger wordt gerealiseerd?
               Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, kunt u dit toelichten?
            
Antwoord 10
            
In het voorjaar van 2020 neem ik een integraal besluit over de marktordening en sturing
               op het spoor na 2024. De positie van de HSL is daar onderdeel van. Daarvoor laat ik
               scenario’s voor binnenlands en internationaal vervoer over de HSL-Zuid in kaart brengen.
               Hierbij kijk ik naar mogelijkheden voor open toegang voor het internationale vervoer,
               voor het combineren dan wel splitsen van binnenlands en internationaal vervoer en
               de mogelijkheden om voor het internationale vervoer voldoende capaciteit op de HSL-Zuid
               te bieden. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek.
            
Vraag 11
            
Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk beantwoorden voor het algemeen overleg Spoor
               van 25 september 2019?
            
Antwoord 11
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.