Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Linde en Middendorp over leeftijdsontslag in het licht van het pensioenakkoord
Vragen van de leden Van der Linde en Middendorp (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over leeftijdsontslag in het licht van het pensioenakkoord (ingezonden 16 juli 2019).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 12 september 2019)
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op eerdere mondelinge vragen en schriftelijke vragen
van de leden Wiersma en Middendorp over functioneel leeftijdsontslag bij de rijksoverheid1 en de toezegging in het debat over de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd om
na de zomer inzicht te geven in cao-afspraken over functioneel leeftijdsontslag?
Vraag 2
Hoeveel ambtenaren die onder de cao rijksoverheid en de CAR-UWO2 vallen gaan de komende jaren eerder met pensioen door de minder snelle stijging
van de AOW-leeftijd?
Vraag 3
Welke gevolgen heeft het eerder stoppen met werken voor de pensioenopbouw bij het
ABP van deze groep ambtenaren?
Vraag 4
Hoe informeert het ABP de betreffende deelnemers over de gevolgen van deze maatregel?
Worden de deelnemers hierbij ook op mogelijkheden gewezen om de gemiste pensioenopbouw
te compenseren?
Vraag 5
In hoeverre kan deze groep ambtenaren – als ze besluiten om langer door te werken
– nog aanvullend pensioen opbouwen? Welke eventuele belemmeringen spelen hierbij een
rol?
Vraag 6
In hoeverre zijn de omstandigheden van de betreffende groep ambtenaren uniek voor
de regelingen die bij het ABP zijn afgesloten? Zijn vergelijkbare gevallen bij u bekend
in andere sectoren?
Vraag 7
Beschouwt u de gewijzigde AOW-leeftijd als een specifiek geval op basis waarvan langer
doorwerken na de AOW-leeftijd mogelijk moet zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Beschouwt u de gewijzigde AOW-leeftijd als «persoonlijke en financiële omstandigheden
van de medewerker» waarvan u eerder heeft aangegeven die nadrukkelijk mee te wegen?
Zo ja, hoe weegt u die mee? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u bekend met artikel 8:2 van het CAR-UWO, waarin is opgenomen dat standaard ontslag
plaatsvindt bij het bereiken van de AOW-leeftijd en het college hiervan in «bijzondere
omstandigheden» kan afwijken?
Vraag 10
Vindt u het nog van deze tijd dat een dergelijk artikel is opgenomen in een cao? In
hoeverre heeft u hier contact over met de VNG?
Vraag 11
Bent u van mening dat de gewijzigde AOW-leeftijd aan te merken is als een bijzondere
omstandigheid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
In hoeverre heeft u met gemeenten gesproken over de wenselijkheid om maatwerk toe
te passen?
Vraag 13
Kunt u deze vragen begin september 2019 ofwel separaat beantwoorden, ofwel expliciet
beantwoorden in uw brief over cao-afspraken over functioneel leeftijdsontslag indien
u deze brief eerder of gelijktijdig toestuurt?
Mededeling
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
dat de schriftelijke vragen van de leden Van der Linde en Middendorp (beide VVD) over
«leeftijdsontslag in het licht van het pensioenakkoord» (ingezonden op 16 juli 2019,
kenmerk 2019Z15163), niet voor de gestelde datum kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording is
namelijk informatie van derden nodig. Het genereren van de betreffende informatie
blijkt meer tijd te kosten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.