Schriftelijke vragen : Het bericht 'Grote zorgen Tweede Kamer na onderzoek salafistische moskeescholen'
Vragen van het lid Wiersma (VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Grote zorgen Tweede Kamer na onderzoek salafistische moskeescholen» (ingezonden 11 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Grote zorgen Tweede Kamer na onderzoek salafistische
moskeescholen»1? Hoe beoordeelt u dit onderzoek van het NRC en Nieuwsuur?2
Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit nieuws, zeker nadat eerder dit jaar de AIVD al wees op salafisten
die via informeel onderwijs en weekendscholen een steeds stevigere greep op het onderwijs
in Nederland krijgen?3 Welke stappen heeft u gezet naar aanleiding van dit AIVD-onderzoek?
Vraag 3
Deelt u de mening dat hier sprake lijkt te zijn van een zeer goed georganiseerde,
geraffineerde en uitgekiende strategie van vijftig salafistische organisaties met
enkel het doel om met hun salafistische lesmethoden kinderen los te weken van de Nederlandse
samenleving? Deelt u de mening dat er dus geen sprake lijkt van een incident?
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat dit onacceptabel is? Deelt u de mening dat alleen
een harde aanpak dit tegen kan gaan? Welke stappen heeft u gezet om deze vorm van
gestructureerde indoctrinatie via informeel onderwijs tegen te gaan?
Vraag 5
Wat is uw aanpak voor scholen waar deze salafistische lessen gegeven worden? Hoe gaat
u ervoor zorgen dat dit soort onderwijsindoctrinatie via bijvoorbeeld weekendscholen,
met als enige doel het omver werpen van Nederland, per direct aan banden worden gelegd?
Vraag 6
Bent u bereid de onderwijsinspectie de bevoegdheid te geven om ook bij informeel onderwijs
te toetsen op burgerschap om zo bij anti-integratief en segregerend onderwijs tot
sluiting te kunnen overgaan? Welke stappen zet u nu om sluiting af te dwingen?
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling dat de onderzochte salafistische lessen op alle mogelijke
manieren aangepakt moeten worden en niet zonder consequenties mogen blijven voor de
betreffende scholen, de betreffende docenten en ook de ouders die moedwillig kiezen
hun kinderen hier naartoe te sturen?
Vraag 8
In hoeverre was u bekend met de genoemde werkwijze en de vijftigtal organisaties die
op deze manier het onderwijs ontwrichten? Welke salafistische groeperingen, zowel
beschreven in dit artikel als daarbuiten, houdt in u de gaten omdat zij een kwalijke
invloed hebben op het onderwijs? Welke stappen zet u tegen deze groepen?
Vraag 9
Bent u voornemens aanvullende maatregelen te nemen naar aanleiding van deze berichtgeving?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
Vraag 10
Was u bekend met het feit dat er concreet lesmateriaal bestaat dat bijdraagt aan het
indoctrineren in salafistisch gedachtegoed, zoals beschreven in dit artikel?
Vraag 11
Hoe beoordeelt u de bizarre uitspraken van de diverse docenten uit het genoemde artikel,
zoals Aboe Aicha? Bent u het eens met de stelling dat dit soort docenten op alle mogelijke
manieren uit het onderwijs verbannen dienen te worden? Wat is uw weging van de verschillende
uitspraken uit het artikel, zijn bepaalde uitspraken in het kader van haatzaaiing
of opruiing bijvoorbeeld strafbaar?
Vraag 12
Was u ervan op de hoogte dat de docenten al sinds de jaren 80 worden opgeleid om het
salafisme te verspreiden? Wat gaat u eraan doen om de opleiding van deze docenten
te stoppen? Welke strafrechtelijke stappen kunnen er worden genomen om deze docenten
te vervolgen en bent u bereid die te zetten?
Vraag 13
Wie financiert deze instellingen die informeel onderwijs geven? Welke stappen zet
u om deze financiering en inmenging tegen te gaan? Welke mogelijkheden ziet u om de
genoemde scholen, de betrokken organisaties en hun besturen aansprakelijk te stellen?
Kunnen we de buitenlandse financiering van dit soort initiatieven stoppen?
Vraag 14
Hoe weegt u de uitspraken van salafistische docenten in relatie tot de criteria die
we hanteren om buitenlandse haatpredikers de toegang tot Nederland te weigeren? Welke
binnenlandse maatregelen neemt u om te verhinderen dat dit soort types hun gif verspreiden?
Is het op basis van lokale bevoegdheid mogelijk om deze mensen te weigeren, zodat
we zorgen dat deze mensen kinderen niet kunnen beïnvloeden? Welke maatregelen neemt
u hiervoor?
Vraag 15
In het artikel kunt u lezen dat in 2015 de Syriër Ahmed Salam zijn strategie al in
een lezing verspreidde, was u hiervan op de hoogte? Zo nee, waarom bereikt dit nieuws
u nu pas? Zo ja, waarom zijn er geen stappen gezet om te zorgen dat deze strategie
zich niet verspreidt?
Vraag 16
Zijn er cijfers bekend over hoeveel docenten zijn opgeleid om deze salafistische lessen
te geven en hoeveel er nog in opleiding zijn? Bent u bereid om een actieplan op te
zetten om deze opleidingen door imams per direct te eindigen?
Vraag 17
Bent u bereid vanuit het oogpunt van integratie, in navolging van voorbeelden rond
bijvoorbeeld sektes, een apart team te formeren dat in dit soort gevallen op alle
vlakken kan optreden, van de vergunningsaanvraag voor de locatie tot de strafbaarheid
van uitspraken, aanpak richting ouders, et cetera?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.