Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over het betalen van invoerrechten en btw voor pakketjes die aan de deur worden afgeleverd
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het betalen van invoerrechten en btw aan de deur (ingezonden 29 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 11 september
2019)
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden van 12 juli 2019 op de op 20 juni 2019 gestelde vragen
van het lid Moorlag over dit onderwerp?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op grond van welke concrete criteria wordt bepaald dat een verlener van de universele
postdienst op grond van artikel 18, tweede lid van de Postwet de uitvoering van de
universele postdienst mag weigeren indien dit strijdig is met de eisen die met het
oog op doelmatig postvervoer in zijn algemene voorwaarden zijn gesteld?
Antwoord 2
Ik ga ervan uit dat met artikel 18, artikel 19 wordt bedoeld. In artikel 19 van de
Postwet is bepaald dat een verlener van de universele postdienst (UPD) de uitvoering
van de universele postdienst kan weigeren indien dit strijdig is met de eisen die
met het oog op een doelmatig postvervoer in zijn algemene voorwaarden zijn gesteld.
Uit de wetsgeschiedenis van dit artikel blijkt dat nadere eisen gesteld kunnen worden
zodat de universele postdienstverlener de universele postdienst doelmatig kan uitvoeren
om de kosten voor de uitvoering te beheersen.2 In een aantal gevallen is dit expliciet uitgewerkt, zoals in de regels over plaats
en afmeting van de brievenbus. Daarnaast is er een kan-bepaling in de wet opgenomen
waarbij nadere eisen kunnen worden gesteld door de verlener van de UPD, voor zover
dat gerechtvaardigd is om de doelmatigheid van het postvervoer te waarborgen. Deze
eisen moeten nader worden ingevuld in de Algemene Voorwaarden voor de Universele Postdienst
(AVP). Het kader daarvoor, inclusief de criteria die daarbij gehanteerd worden, wordt
gevormd door de tariefregulering en de kostentoerekening die is vastgelegd in de Postregeling
en de toetsing daarvan door ACM. Deze heeft immers als doel de betaalbaarheid van
de UPD te borgen.
Hierbij wil ik aangeven dat er slechts sprake is van een tijdelijke aanpassing van
de dienstverlening vanwege de doelmatigheid (zie ook mijn antwoord van 12 juli 2019
en de beantwoording onder vraag 4).
Vraag 3
Kan PostNL zelf in zijn algemene voorwaarden aangeven wanneer er sprake is van strijdigheid
tussen de universele postdienst en doelmatigheidseisen? Zo ja, hoe worden dergelijke
bepalingen in de algemene voorwaarden getoetst en door wie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
PostNL stelt zijn Algemene Voorwaarden in de praktijk niet eenzijdig vast; deze worden
eerst voorgelegd aan en getoetst door de Consumentenbond. De belangen van de consument
worden gewaarborgd door dit tweezijdige voorwaardenoverleg.
Vraag 4 en 6
Deelt u de mening dat, nu pakketten waarvoor bij aflevering eerst een bedrag aan invoerrechten
en/of btw moet worden geïnd alleen opgehaald kunnen worden bij een PostNL-locatie,
in het geval van mensen die vanwege een beperking niet in staat zijn zelf een pakket
op te halen de dienstverlening van PostNL onvoldoende is? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, wat kan PostNL doen om deze groep mensen alsnog wel voldoende van dienst te zijn?
Acht u het mogelijk en wenselijk dat mensen die het bericht krijgen van PostNL dat
zij een pakket kunnen ophalen bij een PostNL-locatie waarvoor een bedrag aan invoerrechten
of btw moet worden geïnd de mogelijkheid krijgen om alsnog een verzoek tot bezorging
aan huis te doen? Zo ja, kunt u hierover met PostNL in overleg treden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4 en 6
PostNL onderzoekt de mogelijkheden om poststukken alsnog af te leveren op het huisadres
van geadresseerden. Zo start PostNL dit jaar een e-payment pilotvoor het betalen van bijkomende kosten op importzendingen (invoer/btw). Consumenten
wordt dan de mogelijkheid geboden om deze kosten voorafgaand aan ontvangst online
te betalen via een betaalverzoek. Het poststuk kan vervolgens, na betaling, direct
aan huis afgeleverd worden, zodat de consument deze niet hoeft af te halen op een
retail-locatie. In dat kader zal gemonitord worden of dit de dienstverlening in algemene
zin ten goede komt. Daarbij zal ook aandacht zijn voor klanten met een beperking.
Overigens wijs ik ook op het feit dat in opdracht van de Europese Commissie wordt
gewerkt aan het online one-stop-shop-portaal (OSS) in verband met de afschaffing van
de btw-vrijstelling tot 22 euro in 2021. Dit portaal faciliteert niet-EU e-commerce
aanbieders bij het vooraf inklaren en verrekenen van belastingen en invoerrechten.
In dat geval kan een bestelling ook gewoon weer aan huis worden afgeleverd, zelfs
zonder e-paymentprocedure. Ik ga er daarom vanuit dat de huidige aanpassing van de dienstverlening
door PostNL een tijdelijk karakter zal hebben.
Vraag 5
Hoe verhoudt het feit dat mensen die vanwege een beperking niet in staat zijn zelf
een pakket op te halen bij een PostNL-locatie, maar zich op grond van de algemene
voorwaarden van PostNL wel daarnaar moeten begeven, zich tot het VN-Verdrag inzake
de rechten van personen met een handicap?
Antwoord 5
Het waarborgen van de rechten die voortvloeien uit het VN-Verdrag inzake de rechten
van personen met een handicap is van groot belang. PostNL heeft het aantal servicepunten
voor pakketten de afgelopen jaren daarom ook fors verhoogd en beschikt nu over een
dicht netwerk met ruim 3.000 PostNL-locaties verspreid over het hele land en die toegankelijk
zijn voor mensen met een beperking. Inclusiviteit en persoonlijke autonomie is hiermee
verzekerd en deze wordt nog versterkt met de pilot voor een online betaaloptie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.