Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra en Lodders over de zandoverlast op de Markerwaarddijk
Vragen van de leden RemcoDijkstra en Lodders (beiden VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het zandprobleem op de Markerwaarddijk (ingezonden 14 augustus 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
16 september 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Markerwaarddijk tot zondagmiddag dicht» en «Maatregelen
tegen zandoverlast op Markerwaarddijk»?1 2
Antwoord 1
Ja, deze artikelen zijn mij bekend.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de Markerwaarddijk, de verbindingsweg tussen Flevoland en Noord-Holland,
al meerdere keren is afgesloten voor het wegverkeer en de laatste keer zelfs enkele
dagen vanwege de zandverschuivingen?
Antwoord 2
Dit is erg vervelend. Rijkswaterstaat doet haar uiterste best om de wegafsluitingen,
als gevolg van zandverstuivingen, zo snel mogelijk tot de verleden tijd te laten behoren.
Er wordt nu een extra laag grond op de zandige oevers aangebracht om zandverstuiving
tegen te gaan. Naar verwachting is dit in oktober afgerond.
Vraag 3
Kunt u toelichten waarom er bij de dijkversterking gewerkt is met het aanbrengen van
zand, terwijl Rijkswaterstaat dit als mogelijk grootste risico zag? Wat is de meerwaarde
van zand op ecologisch, natuurlijk en economisch vlak?
Antwoord 3
Van Enkhuizen tot aan Trintelhaven, halverwege de dijk, is er sprake van versterking
door middel van zandige oevers. Van Trintelhaven tot aan Lelystad wordt de dijk op
traditionele wijze versterkt met breuksteen en gietasfalt.
Er is om verschillende redenen voor een versterking met zand op het eerstgenoemde
deel gekozen. De voordelen wogen daarbij op tegen het risico op zandverstuiving. Om
dit risico tegen te gaan zijn beheersmaatregelen getroffen en middelen gereserveerd
voor eventuele aanvullende beheersmaatregelen. Deze aanvullende maatregelen zijn helaas
nodig gebleken.
De redenen om voor een versterking met zand op het eerstgenoemde deel te kiezen, waren:
a) het Markermeer kan zich door de keuze van zandige oevers op ecologisch vlak sterk
ontwikkelen. De natuurvriendelijke zandige oevers, het bijbehorende natuurgebied Trintelzand
en een slibvangput die bij deze zandwinning zijn ontstaan, ondersteunen de flora,
fauna en waterkwaliteit;
b) het gebruik van zand is op dit deel goedkoper dan gebruik van steen;
c) het gebruik van zand is duurzamer dan gebruik van steen: het zand komt uit het Markermeer
zelf, terwijl bij een versterking van steen er grote hoeveelheden steen moeten worden
gewonnen in groeves in het buitenland en vervolgens naar de Houtribdijk vervoerd dienen
te worden. Daarnaast wordt hierbij een grote hoeveelheid gietasfalt gebruikt;
d) het is een wereldprimeur om zandige oevers als dijkversterking te gebruiken in een
binnenwater zonder getijden. De kennis en expertise die hiermee wordt opgedaan kan
vervolgens ook elders in het binnenland en buitenland worden toegepast;
e) het gebruik van zandige oevers werd vanuit landschappelijk oogpunt hoger gewaardeerd
dan het gebruik van breuksteen en gietasfalt.
Met name argumenten a) en e) werden gewaardeerd door stakeholders uit de omgeving,
zoals de Provincie Flevoland en Natuurmonumenten.
Vraag 4
Welke alternatieven (in plaats van zand of combinatie met zand) zijn overwogen bij
de dijkversterking?
Antwoord 4
Er zijn drie opties onderzocht om de Houtribdijk te versterken:
a) de Houtribdijk deels versterken met zandige oevers en deels versterken met breuksteen
en gietasfalt;
b) de Houtribdijk in zijn geheel versterken met breuksteen en gietasfalt;
c) de Houtribdijk in zijn geheel versterken met zandige oevers.
Vraag 5
Deelt u de mening dat bij dit soort projecten de meest geschikte alternatieven gekozen
dienen te worden waarbij er rekening gehouden wordt met de omstandigheden zoals in
dit geval bijvoorbeeld de aanwezigheid van wind, het belang van de verbindingsweg
tussen Flevoland en Noord-Holland en de kosten die zich voordoen bij calamiteiten
zoals in dit geval het schoonmaken van de weg. Hoe is de afweging hierin gemaakt?
Antwoord 5
Ik deel de mening dat het meest geschikte alternatief gekozen dient te worden, waarbij
rekening wordt gehouden met de omstandigheden. Deze afweging is gemaakt in de milieueffectrapportage
waarbij de verschillende alternatieven zijn beoordeeld op de milieueffecten.
Welke argumenten ten grondslag liggen aan de keuze om optie 1 (deels zand, deels steen)
te verkiezen boven optie 2 (geheel steen) heb ik beantwoord in mijn antwoord op vraag
3. Dat is gekozen voor optie 1 ten opzichte van optie 3 (geheel zand) is een gevolg
van de waterdiepte op het traject Trintelhaven – Lelystad. Voor het in zijn geheel
uitvoeren van een versterking van de Houtribdijk met zandige oevers zou veel meer
zand benodigd zijn, omdat de waterdiepte op het traject Trintelhaven – Lelystad groter
is. Een zandige versterking zou daarom hier veel duurder zijn dan een versterking
met breuksteen en gietasfalt.
Vraag 6
Welke economische gevolgen heeft de wegafsluiting voor de regio?
Antwoord 6
De economische gevolgen van de wegafsluiting voor de regio zijn mij niet bekend.
Elke ongeplande wegafsluiting is er één te veel, vanwege de hinder die daarbij komt
kijken zoals omrijden of het moeten wachten om de oversteek te maken. Rijkswaterstaat
spant zich in om de overlast bij zandverstuivingen zoveel mogelijk te beperken. Zo
worden in overleg met wegbeheerder Provincie Flevoland zo snel mogelijk veegmachines
ingezet.
Rijkswaterstaat heeft zich ook gedurende de looptijd van de dijkversterking ingespannen
om de bereikbaarheid maximaal te houden. Zo is er geen enkele geplande afsluiting
van de N307 voorzien ten behoeve van de realisatie van het project. Ook heeft Rijkswaterstaat
degenen die gebruik maakten van het fietspad op de Houtribdijk gefaciliteerd door
een pendelbus in te stellen en door delen van het fietspad zo snel mogelijk weer open
te stellen wanneer dit kon. Sinds eind juni van dit jaar is het fietspad weer volledig
open gesteld.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe u ervoor gaat zorgen dat de wegafsluitingen verleden tijd gaan
zijn? Wanneer worden deze maatregelen uitgevoerd? Zijn deze maatregelen afdoende en
heeft daar onderzoek naar plaatsgevonden?
Antwoord 7
Na het opspuiten van het zand voor de zandige oevers zijn er beheersmaatregelen tegen
zandverstuiving ingezet. Deze beheersmaatregelen hebben echter niet afdoende gewerkt.
Daarom is Rijkswaterstaat overgegaan op een extra beheersmaatregel: het aanbrengen
van een extra laag grond op de zandige oevers. Het aanbrengen van de laag grond is
gestart in juni van dit jaar en zal naar verwachting zijn afgerond in oktober. Deze
laag houdt het zand op zijn plek.
Tot nog toe blijkt uit de praktijk dat het aanbrengen van de laag grond effectief
is: op de delen waar grond is aangebracht, heeft met de recente storm geen verstuiving
plaatsgevonden. Tot de tijd dat de laag grond is aangebracht over de gehele oppervlakte
van de zandige oevers, blijft het risico voortbestaan dat zandverstuiving wederom
plaatsvindt. Daarmee blijft er ook een kans bestaan dat wegbeheerder Provincie Flevoland
bij extreme weersomstandigheden de keuze moet maken om de weg af te sluiten uit veiligheidsoverwegingen.
Op termijn zal reeds ingezaaid gras de functie van het tegengaan van zandverstuiving
overnemen van de laag grond.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.