Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Leijten en Alkaya over het bericht dat het witwasbeleid van ABN Amro volgens de toezichthouder faalt
Schriftelijke vragen van de leden Leijten en Alkaya (beiden SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat het witwasbeleid van ABN Amro volgens de toezichthouder faalt (ingezonden 9 augustus 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 10 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «DNB geeft ABN Amro tik op vingers om falende witwascontrole»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Kunt u aangeven wanneer De Nederlandsche Bank (DNB) heeft bepaald dat het witwasbeleid
van ABN Amro tekortschiet en dat alle particuliere klanten moeten worden doorgelicht?
Welke stappen heeft DNB – voor de publieke aansporing – gezet richting ABN Amro om
te zorgen dat het naleven van de financiële poortwachtersfunctie verbetert?
Kunt u aangeven waarom de ene bank een schikking met boete heeft getroffen en de andere
bank een aanwijzing heeft gekregen?
Antwoord 2, 3 en 4
ABN Amro heeft zelf naar buiten gebracht dat zij op aanwijzing van DNB haar particuliere
klanten opnieuw moet doorlichten. DNB kan zelf geen informatie naar buiten brengen
over aanwijzingen omdat dit toezichtvertrouwelijke informatie betreft. DNB kan de
aanwijzing ook niet met mij delen.
DNB beschikt over verschillende handhavingsinstrumenten in de uitvoering van haar
taken, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen zogenoemde reparatoire instrumenten
en punitieve instrumenten. De reparatoire instrumenten zijn gericht op herstel, de
punitieve instrumenten zijn bestraffend van aard. Een voorbeeld van een reparatoir
handhavingsinstrument is de aanwijzing. Een bestuurlijke boete is een punitief instrument.
Voor overtreding van sommige bepalingen van de financiële wetgeving kan zowel een
strafrechtelijke als een bestuurlijke punitieve sanctie worden opgelegd. Het una via-beginsel
bepaalt dat voor een overtreding niet zowel een strafrechtelijke als een bestuurlijke
punitieve sanctie mag worden opgelegd. Om een dergelijke ongeoorloofde samenloop van
bestuurlijke en strafrechtelijke sancties te voorkomen, hanteren het Openbaar Ministerie,
de FIOD, de AFM en DNB een afstemmingsprocedure die in een convenant is vastgelegd.2
Bij constatering van overtredingen van wet- en regelgeving neemt DNB maatregelen (formeel
en informeel) en wordt herstel en verbetering afgedwongen. In de brief die DNB op
24 september 2018 aan mij heeft gezonden naar aanleiding van de transactie van het
OM met ING, heeft DNB laten weten dat zij sinds 2014 op basis van haar handhavingsbeleid
bij 17 banken formele maatregelen heeft opgelegd gerelateerd aan overtredingen van
de Wwft.3
Ten aanzien van eerdere maatregelen bij ABN Amro heeft DNB desgevraagd laten weten
gebonden te zijn aan haar geheimhoudingsplicht. Om redenen van toezichtvertrouwelijkheid
kan DNB niet ingaan op vragen over specifieke instellingen onder haar toezicht.
Vraag 5
Waren er ten tijde van het versturen van uw brief over de schikking van ING met het
Openbaar Ministerie (OM) inzake jarenlange en structurele overtreding van de Wet ter
voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) al signalen bekend dat
ook ABN Amro tekortschiet bij het naleven van de Wwft?4
Antwoord 5
Naar aanleiding van de transactie van ING met het Openbaar Ministerie heb ik DNB gevraagd
naar de naleving van deze wetgeving in de sector. In haar brief van 24 september 2018
heeft DNB benoemd dat nog te vaak binnen de bankensector de poortwachtersfunctie onvoldoende
op orde is en dat uit onderzoek van DNB blijkt dat bij verschillende banken sprake
is van het doen van onvoldoende klantonderzoek en een gebrekkige transactiemonitoring.
DNB laat in de brief weten bij meerdere banken overtredingen van de Wwft te hebben
geconstateerd en hiervoor, al dan niet door handhaving, herstelmaatregelen te hebben
afgedwongen. Op specifieke vragen over ABN AMRO kan DNB vanwege haar geheimhoudingsplicht
geen antwoord geven.
Vraag 6
Welke stappen zijn door u, door de toezichthouder en/of door ABN Amro gezet sinds
er signalen zijn van tekortschietend anti-witwasbeleid?
Antwoord 6
Ik ben op 3 augustus jl. op de hoogte gesteld van de herstelmaatregelen die ABN Amro
moet treffen en was niet eerder op de hoogte van een aanwijzing van DNB. DNB kan gezien
de toezichtvertrouwelijkheid geen informatie verstrekken over individuele instellingen.
ABN AMRO heeft aangegeven al enige tijd bezig te zijn met maatregelen ter verbetering
van de naleving van integriteitswetgeving en hier ook de nodige investeringen voor
te doen.
Vraag 7
Krijgt ABN Amro een boete opgelegd? Zo ja, van wie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals aangegeven bij het antwoord op de vragen 2, 3 en 4 kunnen punitieve sancties
worden opgelegd, zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk. Het is aan de toezichthouder
en het Openbaar Ministerie om te oordelen of sprake is van overtredingen en welke
bevoegdheden zij inzetten.
Vraag 8
Erkent u dat hier sprake is van bestuurlijk falen? Zo ja, welke gevolgen moet dit
volgens u hebben? Zo nee, hoe kan het niet naleven van de wettelijke taak als financiële
poortwachter gezien worden als acceptabel?
Antwoord 8
Een adequate vervulling van de poortwachtersfunctie is een belangrijke maatschappelijke
taak. Dat ABN Amro haar retailklanten opnieuw moet beoordelen vind ik zorgelijk. Tegelijkertijd
past dit in het beeld dat DNB in haar brief naar aanleiding van de transactie met
ING schetste. Naar aanleiding van de aanwijzing van DNB investeert ABN Amro de nodige
middelen om de gebreken te herstellen. Het is niet aan mij om te oordelen over het
bestuurlijk handelen. Het bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, de
raad van commissarissen houdt hier toezicht op.
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat het OM bij vervolging de route van een schikking zal kiezen
om de zaak af te doen, waarmee vervolging dus wordt afgekocht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ik kan geen uitspraak doen over waar het Openbaar Ministerie wel of geen strafrechtelijk
onderzoek naar doet, ook niet over de wijze waarop een eventueel strafrechtelijk onderzoek
af moet worden gedaan. Hierbij zij verder in algemene zin opgemerkt dat als het OM
overgaat tot het opleggen van een hoge transactie de aanwijzing hoge transacties en
bijzondere transacties van het OM van toepassing is.
Vraag 10
Kunt u toelichten hoe het kan dat een bank die nog altijd voor het grootste deel in
handen van de staat is, niet de best mogelijke naleving van wetgeving en van de poortwachtersfunctie
laat zien?
Antwoord 10
Ik verwacht van alle banken dat zij hun wettelijke verplichtingen als poortwachter
adequaat naleven. Ik blijf banken hierop aanspreken. Het is van belang dat zij voortdurend
investeren in hun rol als poortwachters. In het plan van aanpak witwassen dat ik samen
met de Minister van Justitie en Veiligheid op 30 juni 2019 aan uw Kamer zond, is dit
ook nogmaals benadrukt.
Vraag 11
Deelt u de mening dat banken, indien twijfel kan bestaan over de juistheid of volledigheid
van het resultaat van het cliëntenonderzoek, net als trustkantoren in een dergelijke
situatie geen zakelijke relatie zouden mogen aangaan? Kunt u uw antwoord toelichten?5
Antwoord 11
Banken zijn verplicht risicogebaseerd cliëntenonderzoek te verrichten voordat zij
een zakelijke relatie aangaan, waaronder ook relaties met particuliere klanten vallen.
Het onderzoek naar de cliënt moet een bank in ieder geval in staat stellen de identiteit
van de cliënt vast te stellen, het doel van de zakelijke relatie te achterhalen en
de transacties te monitoren. Als de bank hier niet toe in staat is, kan geen zakelijke
relatie worden aangegaan. Voor trustkantoren geldt dat aan trustdiensten een inherent
hoog risico is verbonden. Daardoor zijn trustkantoren verplicht bovenop bovengenoemde
zaken aanvullende onderzoeksmaatregelen te treffen alvorens zij een zakelijke relatie
kunnen aangaan.
Vraag 12
Hoeveel ongebruikelijke transacties zijn door de verschillende banken bij de Financial
Intelligence Unit (FIU) gemeld in het afgelopen jaar? Om welke bedragen gaat het per
transactie?
Antwoord 12
Het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties door de verschillende banken
staat vermeld in de openbare jaaroverzichten van de FIU-Nederland. Deze jaaroverzichten
worden ook aan uw Kamer aangeboden.6 In 2018 zijn door de verschillende banken 68.217 ongebruikelijke transacties gemeld
bij de FIU-Nederland. De bedragen van de door FIU-Nederland verdacht verklaarde transacties
verschillen van onder de 10.000 euro tot boven de 10 mln. euro.
Vraag 13
Zijn er signalen dat ABN Amro of andere Nederlandse banken onderzocht worden in internationale
witwasonderzoeken, zoals bij de «Troika Laundromat»?
Antwoord 13
Ik ben niet bekend met dergelijke signalen. Zoals ook in relatie tot mogelijk onderzoek
van het Openbaar Ministerie is aangegeven, kan ik geen uitspraken doen over strafrechtelijke
onderzoeken, ook niet door buitenlandse autoriteiten. Wat DNB betreft, geldt in algemene
zin dat bij signalen van internationale onderzoeken, DNB de onder haar toezicht staande
instellingen vraagt naar eventuele betrokkenheid en daarover contact heeft met buitenlandse
toezichthouders. Vanwege de toezichtvertrouwelijkheid kan DNB geen informatie verschaffen
over specifieke instellingen onder haar toezicht.
Vraag 14
Kunt u aangeven hoe het er bij de andere de Nederlandse grootbanken voor staat met
het naleven van de financiële poortwachtersfunctie? Is bijvoorbeeld te merken dat
er meer meldingen van ongebruikelijke transacties zijn, nu banken meer mensen hebben
ingezet om te controleren op witwassen?
Antwoord 14
In de eerder genoemde brief van DNB naar aanleiding van de transactie van ING geeft
DNB aan dat zij binnen de bankensector nog te vaak constateert dat de poortwachtersfunctie
onvoldoende op orde is. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, heb ik DNB gevraagd jaarlijks
in haar zbo-verantwoording uitgebreid in te gaan op de naleving van de integriteitswetgeving
door de banken en de ontwikkelingen hierin. De volgende rapportage verwacht ik aan
het einde van het eerste kwartaal van 2020.
Verder blijkt uit het jaaroverzicht 2018 van de FIU-Nederland dat het aantal ongebruikelijke
transacties dat is gemeld door de banken aanzienlijk is gestegen tussen 2017 en 2018,
van 22.789 naar 68.217. De FIU-Nederland heeft aangegeven dat dat naar haar mening
mede is ingegeven door de verhoogde inzet, ook qua capaciteit, van de banken.
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat na de publicatie door DNB van «good practices» voor de banken,
door banken wordt betwist dat belastingontwijking makkelijk te signaleren zou zijn?7
, 8
Antwoord 15
Op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) met betrekking tot een integere
bedrijfsvoering en de Wwft in het kader van het cliëntenonderzoek hebben instellingen
een onderzoeksplicht om belastingontduiking van belastingontwijking te onderscheiden.
Om te voorkomen dat banken betrokken raken bij belastingontduiking door cliënten,
zullen banken belastingontwijkende structuren moeten beoordelen op kenmerken van belastingontduiking.
Ook doen banken onderzoek naar belastingontwijking omdat bepaalde fiscale structuren
door deze banken als maatschappelijk niet betamelijk worden gezien of omdat die structuren
anderszins niet passen binnen hun «risk appetite». DNB biedt met de Good Practices
fiscale integriteitsrisico’s bij cliënten van banken, die op 4 juli 2019 zijn gepubliceerd
op de website van DNB, praktische handvatten, in de vorm van voorbeelden uit de praktijk,
om risico’s op belastingontduiking te kunnen herkennen, bijvoorbeeld in complexe cliëntstructuren
en -transacties die (door de cliënt) zijn vormgegeven als fiscaal-gedreven structuren
en transacties.9
Vraag 16
Erkent u dat de banken hier een verkeerde moraal laten zien, omdat zij zeggen een
bestaande wettelijke taak – namelijk het signaleren, melden en voorkomen van belastingontwijking –
niet te kunnen of willen naleven? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 16
Zoals hierboven beschreven, hebben instellingen op grond van de Wft en de Wwft een
onderzoeksplicht om belastingontduiking van belastingontwijking te onderscheiden.
Banken zullen belastingontwijkende structuren moeten beoordelen op kenmerken van belastingontduiking,
om te voorkomen dat zij betrokken raken bij belastingontduiking door cliënten. Ook
zullen banken onderzoek doen naar belastingontwijking omdat bepaalde fiscale structuren
door deze banken als maatschappelijk niet betamelijk worden gezien of omdat die structuren
anderszins niet passen binnen de «risk appetite» van deze banken. DNB ziet in de praktijk
dat banken scherper letten op fiscale risico’s bij hun klanten. DNB constateert echter
dat banken stappen moeten zetten om dit verder te verbeteren in hun bedrijfsvoering.
Daarom heeft DNB met de Good Practices de sector een handreiking geboden, in de vorm
van voorbeelden uit de praktijk, hoe zij risicogebaseerd om kunnen gaan met fiscale
integriteitsrisico’s van klanten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.