Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Linde over "automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen”
Vragen van het lid Van der Linde (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over waardeoverdracht van kleine pensioenen (ingezonden 3 juli 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 10 september
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het DNB-nieuwsbericht «Waardeoverdracht kleine pensioenen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de analyse van DNB dat pensioenuitvoerders die een klein pensioen
overdragen met een andere ontstaansoorzaak dan een baanwissel in strijd met de wet
handelen? Kunt u dit antwoord nader toelichten?
Antwoord 2
Artikel 70a van de Pensioenwet (Pw) geeft de pensioenuitvoerder na beëindiging van
de deelneming het recht op automatische waardeoverdracht, maar onder voorwaarden.2 Er moet sprake zijn van (i) opgebouwd pensioen van een gewezen deelnemer (ii) onder
de afkoopgrens, en (iii) toetreding tot een pensioenregeling van een nieuwe werkgever.
In de memorie van toelichting van de Pensioenwet3 is verduidelijkt dat van die beëindiging geen sprake is indien een werkgever een
andere pensioenuitvoerder kiest maar de arbeidsverhouding met de betreffende werknemer
in stand blijft. In die gevallen bestaat er ook geen recht op individuele waardeoverdracht.
DNB heeft willen verduidelijken onder welke voorwaarden automatische waardeoverdracht
mag plaatsvinden. Dat heeft DNB tijdig en terecht gedaan. Tijdig, want de eerste automatische
waardeoverdrachten hebben daadwerkelijk plaatsgevonden vanaf 1 augustus jl. En terecht
omdat DNB zo bijdraagt aan de kenbaarheid van de normen uit de wet.
Vraag 3
Hoe vaak is sinds de ingang van de «Wet waardeoverdracht klein pensioen» succesvol
een klein pensioen overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder?
Antwoord 3
Ik beschik nu niet over exacte cijfers, dit zal pas in de evaluatie van de wet aan
de orde komen die is voorzien voor 2021. Ik heb begrepen dat het systeem al wel werkzaam
is, en dat er vanaf 1 augustus jl. daadwerkelijk kleine pensioenen automatisch zijn
overgedragen.
Vraag 4
Hoe kan een pensioenuitvoerder vaststellen dat sprake is van een baanwissel? Klopt
het beeld dat in de huidige praktijk een waardeoverdracht pas kan plaatsvinden wanneer
is aangetoond dat er sprake is van een baanwissel als oorzaak?
Antwoord 4
Een pensioenuitvoerder mag, zoals ik al aangaf, alleen gebruik maken van zijn wettelijk
recht op automatische waardeoverdracht van het opgebouwde pensioen van (i) een gewezen
deelnemer indien sprake is van (ii) een pensioen onder de afkoopgrens, en (iii) toetreding
tot een pensioenregeling van een nieuwe werkgever. Deze eisen betekenen dat de betreffende
pensioenuitvoerder moet weten of de voormalige werknemer elders pensioen opbouwt.
Een pensioenuitvoerder kan vaststellen dat een werknemer niet langer deelneemt aan
de pensioenregeling dan wel gewezen deelnemer is geworden. Indicaties van gewezen
deelnemerschap of baanwisseling kunnen zijn dat de werkgever de werknemer heeft afgemeld
wegens uitdiensttreding maar de werkgever nog is aangesloten bij de pensioenuitvoerder.
Of dat de pensioenuitvoerder structureel geen premie meer ontvangt voor de pensioenopbouw
van die gewezen deelnemer terwijl, ook hier weer, de werkgever nog is aangesloten.
Een check bij het pensioenregister kan informatie opleveren of een gewezen deelnemer
deelnemer is bij een andere pensioenuitvoerder.
Vraag 5
Wat gebeurt er met aanspraken die niet overgedragen kunnen worden omdat onduidelijk
is of een baanwissel de oorzaak is?
Antwoord 5
De pensioenuitvoerder kan dan geen gebruik maken van zijn wettelijk recht op automatische
waardeoverdracht. Dat geen automatische waardeoverdracht plaatsvindt heeft geen gevolgen
voor het behoud van de pensioenbestemming van die kleine pensioenen; die bestemming
blijft namelijk behouden. De betreffende pensioenuitvoerder moet de niet overgedragen
kleine pensioenen blijven uitvoeren zoals overeengekomen met de werkgever. Voor de
goede orde noem ik dat de nodige premie is betaald voor die uitvoering tot in lengte
van jaren. De gewezen deelnemer is uiteraard zelf wel op de hoogte van een eventuele
baanwisseling, en kan in dat geval zelf waardeoverdracht aanvragen.
Vraag 6
Wat gebeurt er met kleine aanspraken van mensen bij een pensioenuitvoerder als hun
werkgever overstapt op een andere pensioenuitvoerder?
Antwoord 6
Een werkgever, die besluit over te stappen op een andere pensioenregeling bij een
andere pensioenuitvoerder, heeft twee keuzes. Hij kan besluiten, in overleg met de
werknemers, om geen collectieve waardeoverdracht aan te vragen. De werkgever kiest
er dan voor om alle opgebouwde pensioenen, dus al of niet onder de afkoopgrens, achter
te laten bij de oude pensioenuitvoerder. Verdere opbouw van pensioen vindt dan plaats
bij een nieuwe pensioenuitvoerder van een andere pensioenregeling. In deze situatie
heeft een individuele deelnemer geen recht op waardeoverdracht, en ook de pensioenuitvoerder
heeft geen recht op automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen. De deelnemer
is immers nog in dienst bij de werkgever. De deelnemer loopt in beginsel ook geen
risico op afkoop en dus op verlies van pensioenbestemming.
Die werkgever kan ook besluiten, in overleg met de werknemers, wel collectieve waardeoverdracht
aan te vragen. In dat geval gaan in beginsel alle opgebouwde pensioenen op in de nieuwe
pensioenregeling van de nieuwe pensioenuitvoerder. De betreffende werknemers hebben
dan nog alleen te maken met de nieuwe pensioenregeling.
Het kan zijn dat een werknemer bezwaar maakt tegen collectieve waardeoverdracht van
zijn of haar pensioen. Het gevolg van dat bezwaar is dat de opgebouwde pensioenen
van deze werknemer achterblijven in de pensioenregeling bij de oude pensioenuitvoerder,
die verantwoordelijk blijft voor de uitvoering daarvan.
Vraag 7
Klopt het dat alleen al in de sectoren horeca, schoonmaak, landbouw, detailhandel,
levensmiddelen en de uitzendbranche ruim 2,5 miljoen zogenaamde «slapers» een pensioenaanspraak
hebben die onder de wettelijke afkoopgrens ligt? Wat kunnen mensen die zo’n kleine
aanspraak hebben nu doen als zij een waardeoverdracht willen?
Antwoord 7
Ja, dat klopt.4 Indien deelnemers na baanwisseling zijn toegetreden tot een andere pensioenregeling,
kunnen zij vragen om individuele waardeoverdracht. Zij kunnen ook besluiten hun opgebouwde
pensioenen achter te laten. Specifiek voor achtergelaten kleine pensioenen hebben
pensioenuitvoerders het recht gekregen deze automatisch over te dragen indien de betreffende
gewezen deelnemer elders pensioen opbouwt.
De betreffende pensioenuitvoerders hebben geen recht meer op tussentijdse afkoop,
tenzij er na vijf pogingen van automatische waardeoverdracht geen nieuwe uitvoerder
blijkt te zijn. Pensioenfondsen in deze sectoren schatten de kans niet heel groot
in dat sprake is van kleine pensioenen als gevolg van collectieve beëindiging. Het
zou maar sporadisch voorkomen dat wisseling van bedrijfsactiviteiten leidt tot opbouw
bij een andere pensioenuitvoerder, tot collectieve beëindiging en het ontstaan van
kleine pensioenen. Dit zou betekenen dat pensioenfondsen wel vanaf 1 januari a.s.
kunnen beginnen met het maken van voorbereidingsplannen voor automatische waardeoverdrachten
van de vele bestaande, kleine pensioenen. Ik kan mij voorstellen dat dit anders ligt
voor verzekeraars. In de mate waarin collectieve beëindigingen vooral bij hen voorkomen
kan het zo zijn dat deze pensioenuitvoerders nog niet kunnen beginnen aan het opstellen
van plannen voor automatische waardeoverdracht van bestaande kleine pensioenen.
Vraag 8
Herinnert u zich dat de intentie van de «Wet waardeoverdracht klein pensioen» is om
ervoor te zorgen dat kleine pensioenen hun pensioenbestemming behouden? Deelt u de
mening dat deze intentie in de huidige praktijk onvoldoende wordt waargemaakt? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ja, dat herinner ik mij. De «Wet waardeoverdracht klein pensioen» kent meerdere doelen.
Inderdaad is het primaire doel om verlies te voorkomen van pensioenbestemming van
kleine pensioenen. Daartoe is het recht op afkoop vervangen door het recht op automatische
waardeoverdracht. Dat is gedaan voor die gevallen waarin de deelnemer, die wel heeft
gekozen voor een andere werkgever met een andere pensioenregeling bij een andere pensioenuitvoerder,
echter niet heeft gevraagd om individuele waardeoverdracht. Om de kosten van uitvoering
van de daardoor ontstane kleine pensioenen te verlagen is in die context het recht
op automatische waardeoverdracht ingevoerd.
Bij collectieve beëindiging speelt echter niet de situatie dat de werknemer heeft
gekozen voor een andere werkgever met een andere pensioenregeling en een andere pensioenuitvoerder.
Integendeel, de werkgever en diens werknemers hebben ervoor gekozen om de opgebouwde
kleine (en grote) pensioenen achter te laten. Het passeren van die keuze door uitbreiding
van de wet is daarmee van een andere orde dan nu is geregeld. Daarbij is het voor
nu nog een vraag of de problematiek van het niet kunnen onderscheiden van kleine pensioenen
ontstaan door baanwisseling van die ontstaan door collectieve beëindiging aanzienlijk
minder speelt bij pensioenfondsen met verreweg de meeste kleine pensioenen. Mijn beeld
is dat de intentie vooralsnog niet in gevaar lijkt te komen.
Vraag 9
Deelt u de mening dat een aanpassing van artikel 70a Pensioenwet (recht op waardeoverdracht)
nodig is als de huidige praktijk tot problemen leidt voor mensen met kleine aanspraken?
Bent u bereid hiervoor voorbereidingen te treffen?
Antwoord 9
Het hoofddoel van de Wet waardeoverdracht klein pensioen zag op het behouden van de
pensioenbestemming van kleine pensioenen. De mogelijkheid van tussentijdse afkoop
is zeer ingeperkt. Dat is in het belang van de deelnemers. Om pensioenadministraties
niet al te veel te belasten met kleine pensioenen, is het systeem van automatische
waardeoverdracht tussen pensioenuitvoerders ingericht. Bij de vormgeving van dit systeem
is het uitgangspunt geweest dit zo simpel en efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden.
Indien een pensioenuitvoerder geen gebruik mag maken van het recht op automatische
waardeoverdracht, omdat deze er in zijn administratie moeizaam onderscheid kan maken
tussen de verschillende soorten kleine pensioenen, dan is dat niet direct nadelig
voor deelnemers. De pensioenbestemming blijft immers behouden. Via mijnpensioenoverzicht.nl
behoudt de werknemer het overzicht van alle pensioenen, waar ook uitgevoerd of in
uitvoering. De betreffende deelnemer kan het wel aantrekkelijk vinden om alle pensioenpotjes
bij elkaar te hebben.
Van de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars
heb ik op 9 april jl. het verzoek gekregen tot uitbreiding van het recht op automatische
waardeoverdracht met ook achtergelaten kleine pensioenen vanwege het niet collectief
overdragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder. Er zijn pensioenuitvoerders die kennelijk
moeite hebben met het onderscheiden van de verschillende soorten achtergelaten kleine
pensioenen in hun administraties.
Ik heb de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars
per brief laten weten dat ik in beginsel positief tegenover het verzoek sta, maar
dat ik nadere informatie nodig heb om een gedegen afweging te kunnen maken.
Ik onderzoek onder meer wat de gevolgen voor werknemers en werkgevers kunnen zijn
als ik het recht op automatische waardeoverdracht zou uitbreiden. Ik wil daarbij oog
houden voor de belangen van de werknemers. Zij hebben er tenslotte samen met hun werkgever
voor gekozen de opgebouwde pensioenen niet collectief over te dragen maar juist achter
te laten. Een begrijpelijke reden voor die keuze kunnen bijvoorbeeld garanties zijn.
Dit roept de vraag op of het mogelijk en wenselijk is om die kennelijke keuze van
werknemers en werkgever te passeren. Waarbij speelt dat de benodigde premies zijn
betaald en er in beginsel geen risico op afkoop bestaat. Voorts kan de werkgever te
maken krijgen met bijbetaling en, zo ja, wat betekent dat dan? Natuurlijk heb ik bij
deze afweging ook oog voor een zo efficiënt mogelijk proces van opschoning van de
vele kleine pensioenen in de administraties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.