Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Buitenweg en Westerveld over geweld in de jeugdzorg
Vragen van de leden Buitenweg en Westerveld (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over geweld in de jeugdzorg (ingezonden 11 juli 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Ministers van Justitie
en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 10 september 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3557.
Vraag 1
Kent u het bericht dat psychische kindermishandeling volgens de Hoge Raad tot op de
dag van vandaag niet strafbaar is?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met het bericht in Trouwd.d. 2 juli 2019. In dit bericht staat niet vermeld dat psychische kindermishandeling
volgens de Hoge Raad tot op de dag van vandaag niet strafbaar is. Het artikel vermeldt
dat «psychische mishandeling» nergens in het Wetboek van Strafrecht is vastgelegd,
maar dat het Gerechtshof Den Haag in 2017 iemand toch onder meer voor psychische mishandeling
veroordeelde.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat het ontbreekt aan een strafbepaling die psychische kindermishandeling
strafbaar stelt? Zo ja, kunt u aangeven hoe het openbaar ministerie omspringt met
dit soort gevallen? Bestaan er alternatieve wegen om straffeloosheid van daders te
voorkomen?
Deelt u de mening dat de strafbaarstelling van alle vormen van kindermishandeling
zich leent voor een herziening van het Wetboek van Strafrecht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Een verdachte van kindermishandeling kan op basis van diverse artikelen in het Wetboek
van Strafrecht (Sr) worden vervolgd. In artikel 304 Sr is bepaald dat de gevangenisstraf
van mishandeling met een derde kan worden verhoogd als de schuldige zijn kind mishandelt.
Psychische kindermishandeling is in het Wetboek van Strafrecht niet nader gedefinieerd
en is als zodanig niet expliciet strafbaar gesteld. Toch kan het Wetboek van Strafrecht
grond bieden om psychische kindermishandeling strafrechtelijk aan te pakken. Zo kunnen
vormen van psychische kindermishandeling strafbaar zijn als vorm van mishandeling
op grond van artikel 300 Sr. Het eerste lid van deze bepaling ziet op het toebrengen
van pijn of letsel, terwijl in het vierde lid is bepaald dat opzettelijke benadeling
van de gezondheid wordt gelijkgesteld aan mishandeling. Het bereik van artikel 300
Sr is in theorie dus vrij groot.
Het Gerechtshof Den Haag is van oordeel dat de bewoordingen van artikel 300 Sr niet
uitsluiten dat psychische mishandeling kan worden aangemerkt als mishandeling in de
zin van dat artikel. Hoewel in de wetsgeschiedenis van artikel 300 Sr niet wordt gesproken
over de geestelijke gezondheid, kan niet worden uitgesloten dat de wetgever ook dit
belang beoogt te beschermen, aldus het Hof. In ieder geval biedt de in het vierde
lid genoemde gelijkstelling van mishandeling met benadeling van de gezondheid volgens
het Hof aanknopingspunten voor strafbaarheid van niet alleen het veroorzaken van lichamelijke
pijn, letsel of onlust, maar ook voor mishandelingen van psychische aard. Het Hof
komt in de desbetreffende zaak dan ook tot een bewezenverklaring van overtreding van
artikel 300 Sr.2
Nu de grenzen van de strafbaarheid van psychische kindermishandeling op grond van
het huidige recht nog niet zijn uitgekristalliseerd, acht ik een herziening van het
Wetboek van Strafrecht op dit punt vooralsnog niet opportuun. Het OM onderzoekt in
voorkomende gevallen de mogelijkheid of onderzoek en vervolging van psychische kindermishandeling
aangewezen is, conform de Aanwijzing huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierin
wordt psychische mishandeling als een van de mogelijke vormen van geweld in de privésfeer
vermeld.3 Ook in de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is psychische mishandeling
opgenomen in de definitie van kindermishandeling.4
Vraag 4
Welke maatregelen bent u voornemens te nemen om psychische kindermishandeling te voorkomen
en te bestrijden?
Antwoord 4
Dit kabinet zet zich zin in om mishandeling van kinderen in alle vormen aan te pakken.
Dat doet zij op verschillende manieren.
Met het programma Geweld hoort nergens thuis is de aanpak van huiselijk geweld en
kindermishandeling sinds 2018 geïntensiveerd. Het doel is dat fysiek, psychisch en
seksueel geweld in huiselijke kring overal in Nederland eerder en beter in beeld komt,
effectief gestopt wordt en structureel wordt opgelost. In de voortgangsrapportage
die op 2 juli jl. naar uw Kamer is gestuurd is de stand van zaken nader toegelicht.5
Een van de aandachtspunten in dit programma is het versterken van de samenwerking
tussen de politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, de
reclassering en Veilig Thuis bij (vermoedens van) kindermishandeling. Deze organisaties
hebben in 2017 voor hun medewerkers de handreiking «Samenwerken bij strafbare kindermishandeling»
opgesteld, waarin ook psychische kindermishandeling als een strafbare vorm van kindermishandeling
is aangemerkt (als overtreding van artikel 300 Sr). Verbetering van de gezamenlijke
werkwijze moet ertoe leiden dat de betrokken organisaties zo vroeg mogelijk met elkaar
bepalen welke stappen gezet moeten worden om te weten wat er is gebeurd en om het
kind in veiligheid te brengen en te houden. Naast het strafrecht kunnen vrijwillige
hulp of zorg, kinderbeschermingsmaatregelen en het bestuursrecht (o.a. huisverbod)
worden ingezet.
Verder ontving u op 12 juni 2019 de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie
De Winter over fysiek en psychisch geweld in de jeugdzorg met daarin een overzicht
van de maatregelen gericht op een veiliger leefklimaat in de instellingen voor zorg
aan jeugdigen.6 De meeste hiervan zijn al onderdeel van het programma «Zorg voor de Jeugd» en het
plan «De best passende zorg voor kwetsbare jongeren» van de VNG, de brancheorganisaties
jeugdhulp, betrokken beroepsverenigingen en andere veldpartijen.
Daarnaast ligt het wetsvoorstel herwaardering strafbaarheid actuele delictsvormen
(35 080) nu bij de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel bevat enkele aanpassingen die strekken
tot verruiming van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor kindermishandeling.
Met een wijziging van artikel 304 Sr wordt voorgesteld de strafverzwaringsgrond voor
kindermishandeling uit te breiden tot kinderen die aan de zorg, opleiding of waakzaamheid
van een ander zijn toevertrouwd. Verder wordt de invoering van een strafverzwaringsgrond
voor stelselmatige kindermishandeling voorgesteld. Tot slot bevat dit wetsvoorstel
een aanpassing van de verjaringstermijn voor kindermishandeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.