Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Van Nispen over het bericht dat bedrijven feitenonderzoek kunnen doen naar fraude en corruptie
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Groothuizen (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat bedrijven zelf feitenonderzoek kunnen doen naar fraude en corruptie (ingezonden 6 juni 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 september
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3212.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten in het Financieel Dagblad, waarin wordt geschreven
over zelfonderzoek door bedrijven naar fraude en corruptie? Kunt u, aanvullend op
uw antwoorden in het vragenuur, meer feitelijke informatie verstrekken over wat hier
nu precies aan de hand is en waarom u deze werkwijze verdedigt?1
2
3
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van de berichten in het Financieel Dagblad. Het Openbaar
Ministerie (OM) heeft in het geciteerde artikel een beeld gegeven van ontwikkelingen
ten aanzien van strafrechtelijke onderzoeken naar in het bijzonder complexe fraudegevallen.
Daarin wordt kort en zakelijk weergegeven dat het OM in de toekomst vaker gebruik
wil maken van zelfstandige onderzoeken van advocaten die door verdachte bedrijven
zelf zijn ingehuurd, waarbij bepaalde, hieronder toegelichte randvoorwaarden in acht
worden genomen. Tevens wordt door het OM bevestigd dat daarover gesprekken worden
gevoerd met de advocatuur.
Het OM is en blijft verantwoordelijk voor een strafrechtelijk onderzoek en beslist
over het inzetten van strafvorderlijke bevoegdheden en over de vervolging.
Bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) worden de aangeleverde onderzoeksresultaten
gecontroleerd op diepgang, volledigheid en juistheid en het OM verifieert dat FIOD-onderzoek.
De waarde van een door een bedrijf gedaan eigen feitenonderzoek hangt dus af van de
diepgang, volledigheid en juistheid van het eigen feitenonderzoek. In zijn algemeenheid
zal de waarde van zo’n onderzoek groter zijn, indien uit de opzet daarvan blijkt dat
het onderzoek onafhankelijk heeft plaatsgevonden en niet te beperkt is geweest. Zelfmelding
en medewerking aan het feitenonderzoek door bedrijven alsook door natuurlijke personen
worden verder meegewogen bij de afdoening van de strafzaak door het OM. Overigens
zal in de gevallen waarin in de media al melding is gemaakt van strafbaar handelen,
een buitenlandse toezichthouder in actie is gekomen of in Nederland al een strafrechtelijk
onderzoek is gestart, afhankelijk van de omstandigheden per geval worden beoordeeld
of nog sprake kan zijn van zelfmelding.
Vraag 2
Acht u het wenselijk dat in plaats van het openbaar ministerie (OM) advocaten feitenonderzoek
doen naar fraude en corruptie bij bedrijven, terwijl zij door die bedrijven zelf worden
betaald? Aan welke (tucht)rechtelijke regels moeten advocaten zich bij dergelijk onderzoek
houden? Is er al ervaring met deze werkwijze in Nederland? Zo ja, wat zijn daarvan
de resultaten?
Antwoord 2
Ik acht het van belang dat, indien advocaten en (forensisch) accountants feitenonderzoeken
verrichten, voorop staat dat het OM dit onderzoek altijd door de FIOD zal laten controleren
op diepgang en volledigheid en het OM dat FIOD-onderzoek verifieert. In de regelgeving
voor advocaten en accountants zijn geen specifieke voorschriften opgenomen met betrekking
tot het doen van forensische onderzoeken. Zij dienen zich te houden aan de voor hen
geldende beroeps- en gedragsregels op grond waarvan verplichtingen kunnen voortvloeien
indien fraude door hen wordt geconstateerd. De naleving van deze regels wordt in beide
gevallen geborgd door het voor de beroepsgroep geldende tuchtrecht.
Het komt al veel langer voor dat bedrijven zelf feitenonderzoek doen en de resultaten
daarvan delen met het OM, bijvoorbeeld als zij zelf aangifte doen van geconstateerde
misstanden. In die zin is geen sprake van een nieuwe werkwijze, maar is het een middel
om op een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze een complex strafrechtelijk onderzoek
aan te pakken.
Vraag 3
Wanneer is besloten over te gaan tot deze werkwijze? Is de Kamer hierover geïnformeerd?
Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord in de laatste alinea
van de vorige vraag. Uw Kamer is hierover geïnformeerd door middel van antwoorden
van mijn ambtsvoorgangers op eerdere, vergelijkbare vragen van uw Kamer.4
Vraag 4
Om hoeveel zaken gaat het waarbij het feitenonderzoek naar fraude en/of corruptie
aan bedrijven zelf is overgelaten sinds met deze werkwijze is begonnen? Waarom geeft
de coördinerend officier van justitie fraudeopsporing in antwoord op vragen van het
Financieel Dagblad geen cijfers over het aantal zaken waarbij feitenonderzoek aan
bedrijven zelf is overgelaten? Waarom is het OM hierover niet transparant?
Antwoord 4
Het aantal zaken waarin het feitenonderzoek naar fraude en/of corruptie door bedrijven
op enigerlei wijze een rol heeft gespeeld, wordt niet als zodanig geregistreerd bij
het OM. Leidend is het aantal strafrechtelijke onderzoeken, het zelfmelden door een
bedrijf wordt daarin meegenomen. Over het aantal strafrechtelijke onderzoeken in fraudezaken
wordt sinds 2015 gerapporteerd door het OM en deze rapportages van het OM worden aan
uw Kamer aangeboden.5
Vraag 5
Vindt u het wenselijk dat fraude onderzocht wordt door advocaten(kantoren)? Zijn zij
hier net zo bekwaam in als het OM? Moeten advocaten die dit soort onderzoek uitvoeren
hiervoor een speciale opleiding of cursus volgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het is aan bedrijven zelf om een al dan niet geschikte (externe) onderzoeker in te
schakelen indien interne fraude wordt ontdekt. Dat kunnen zoals in antwoord op vraag
2 is aangegeven advocaten zijn, maar ook (forensisch) accountants. Het is aan de onderzoeker
zelf om een afweging te maken of een opleiding of cursus voor het verrichten van feitenonderzoek
gevolgd dient te worden. Voor het OM is zoals aangegeven op vraag 1 verder cruciaal
of het feitenonderzoek waarde heeft voor het strafrechtelijk onderzoek.
Vraag 6
Waarom worden frauduleuze en corrupte bedrijven beloond met strafvermindering als
zij zelf advocaten inhuren om de frauduleuze en corrupte praktijken te constateren?
Gaat hiervan het juiste signaal uit naar de samenleving volgens u? Zo ja, waarom denkt
u dat?
Antwoord 6
De hoogte van de strafeis van het OM voor een verdachte is altijd afhankelijk van
alle feiten en omstandigheden van het geval, Indien een verdachte meewerkt in een
strafproces, bijvoorbeeld door tijdens een verhoor tekst en uitleg te geven over hetgeen
hem wordt verweten, is dat een omstandigheid die door het OM in de regel positief
wordt meegewogen bij het bepalen van de strafeis. Dat is niet nieuw, maar gangbare
praktijk in de stafrechtspleging. Verder is de samenleving erbij gebaat dat zo spoedig
mogelijk duidelijkheid wordt verkregen over vermeende strafbare feiten, waartegen
handhavend door het OM wordt opgetreden.
Vraag 7
Klopt het dat er op dit moment geen enkele formele richtlijn is die voorschrijft waar
een feitenonderzoek precies aan moet voldoen en welke financiële sanctie-verlichtingen
er mogelijk zijn? Acht u dit wenselijk? Zo ja, waarom?
Antwoord 7
Voorop staat dat het OM in het geval van een feitenonderzoek door de verdachte zelf,
dit onderzoek altijd door de FIOD zal laten controleren op diepgang en volledigheid
en het OM dat FIOD-onderzoek verifieert. Of een door een bedrijf gedaan feitenonderzoek
diepgaand en volledig genoeg is, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van
het specifieke geval. Het ligt daarom niet in de rede een formele richtlijn voor te
schrijven waaraan het feitenonderzoek moet voldoen. Wat betreft de straf(vermindering),
daarvoor verwijs ik naar de antwoorden op vragen 6 en 8.
Vraag 8
Hoe en door wie wordt bijvoorbeeld nu besloten aan welke eisen een onderzoek moet
voldoen? Wie beslist uiteindelijk over welke vorm van straf(vermindering) er wordt
toegepast?
Antwoord 8
Het OM beslist op welke wijze een strafrechtelijk onderzoek wordt ingericht. Wanneer
een strafzaak aan de rechter wordt voorgelegd beslist de rechter over eventuele strafverminderende
(of -verzwarende) omstandigheden. Indien een strafzaak tot een transactie leidt, doet
het OM een transactie-aanbod waarbij dezelfde afwegingen worden gemaakt.
Het OM heeft aangegeven te onderzoeken of afwegingen met betrekking tot de hoogte
van een strafeis uitgebreider dan voorheen kunnen worden opgenomen in het requisitoir.
Een (hoge) transactie wordt al uitgebreid toegelicht in het persbericht en het feitenrelaas.
Vraag 9
Hoe gaat het OM om met de noodzakelijke verificatie van de gerapporteerde feiten,
als de advocaat met een beroep op verschoningsrecht geen inzage hoeft te geven in
zijn reden van wetenschap? Kan het verschoningsrecht van advocaten een beperkende
factor zijn bij de waarheidsvinding in dit soort onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zoals al eerder aangegeven staat voorop dat het OM in het geval van een feitenonderzoek
door de verdachte zelf, dit onderzoek altijd door de FIOD zal laten controleren op
diepgang, volledigheid en juistheid en het OM dat FIOD-onderzoek verifieert. Indien
door een beroep op het verschoningsrecht van de advocaat de feiten zoals die in het
overlegde onderzoek worden gepresenteerd niet kunnen worden gecontroleerd of geverifieerd,
dan zal dit worden meegewogen in de waarde van het onderzoek. Tevens heeft het voorgaande
invloed op de vraag of aanvullend strafrechtelijk onderzoek nodig is.
Vraag 10
Welke eisen worden er op dit moment gesteld aan de onafhankelijkheid van advocaten
die een feitenonderzoek uitvoeren? Mogen advocaten(kantoren) die worden ingehuurd
voor een feitenonderzoek ook andere werkzaamheden voor dat bedrijf hebben uitgevoerd?
Zo ja, waarom acht u dit wenselijk?
Antwoord 10
Advocatenkantoren die worden ingehuurd voor een feitenonderzoek mogen ook andere werkzaamheden
voor dat bedrijf hebben uitgevoerd. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 moeten
zij zich daarbij houden aan de beroeps- en gedragsregels zoals onder andere neergelegd
in de kernwaarden genoemd in artikel 10a van de Advocatenwet. Zo dienen zij bij het
uitvoeren van het onderzoek voldoende onafhankelijkheid te betrachten ten opzichte
van hun opdrachtgever.
Vraag 11
Kunnen het OM en de Fiod altijd de juistheid en volledigheid van het aangeleverde
dossier beoordelen en zelf nog aanvullend onderzoek doen? Zo ja, gebeurt dit ook?
Hoe uitvoerig en zorgvuldig gebeurt dit? Als dit uitvoerig en zorgvuldig gebeurt,
wat is dan precies de efficiencybesparing van deze constructie?
Antwoord 11
Allereerst verwijs ik hierbij naar het antwoord op vraag 1. De efficiëntie en tijdwinst
van een zelfmelding bestaan eruit dat relevante gegevens direct voor de opsporing
en dus het strafrechtelijk onderzoek beschikbaar en controleerbaar zijn.
Vraag 12
Vindt u ook dat als het OM afspraken maakt met bedrijven voor eventuele strafverlichting
als die bedrijven zelfonderzoek doen naar fraude en corruptie, die afspraken in ieder
geval openbaar gemaakt moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Indien het OM een transactie sluit met een verdacht bedrijf, dan zal het OM zo transparant
mogelijk zijn over onder meer de aard en omvang van de verdenking, de omstandigheden
die hebben geleid tot de keuze voor een transactie en over de inhoud van de transactie
zelf. Daartoe publiceert het OM een persbericht en een uitgebreid feitenrelaas. Zoals
in het antwoord op vraag 8 aangegeven heeft het OM aangegeven te onderzoeken of het
mogelijk is de afwegingen met betrekking tot de hoogte van een straf voortaan uitgebreider
op te nemen in een requisitoir.
Vraag 13
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.