Schriftelijke vragen : Een leerling-zweminstructeur die wordt verdacht van ontucht met minderjarigen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en voor Medische Zorg over een leerling-zweminstructeur die wordt verdacht van ontucht met minderjarigen (ingezonden 6 september 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een leerling-zweminstructeur ontucht zou
hebben gepleegd met zes jonge kinderen en dat de zwemclub waar hij voor werkte het
heeft nagelaten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te vragen van de bewuste instructeur;
wat is daarop uw reactie?1 2
Vraag 2
Klopt het dat verdachte in het verleden een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting
voor Jeugdigen) opgelegd heeft gekregen?
Vraag 3
Op grond waarvan woonde de verdachte in een begeleidwonenproject? Waaruit bestond
deze begeleiding precies? Hield deze begeleiding bijvoorbeeld ook in dat er toezicht
was?
Vraag 4
Was de achtergrond van verdachte bekend bij de instelling van het begeleidwonenproject?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Klopt het, dat de begeleidwoneninstelling en de zwemclub geen contact met elkaar hebben
gehad over verdachte? Hoe kan dat en vindt u dat wenselijk?
Vraag 6
De Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) adviseert zwemclubs een VOG te vragen,
maar vindt u ook dat een VOG verplicht zou moeten zijn voor (leerling)zweminstructeurs?
Zo ja, hoe gaat u dit regelen?
Vraag 7
Worden zwemclubs op dit moment steekproefsgewijs gecontroleerd op het gegeven of zij
wel of niet een VOG vragen van hun medewerkers c.q. leerling-medewerkers? Zo nee,
waarom niet en bent u bereid deze controles alsnog in het leven te roepen?
Vraag 8
Vindt u dat zwemclubs ouders actief zouden moeten informeren als zij inderdaad VOG’s
vragen voor hun medewerkers, maar zeker ook wanneer zij dit niet doen? Zo nee, waarom
niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.