Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over branden in Aramese dorpen in Turkije
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over branden in Aramese dorpen in Turkije (ingezonden 14 augustus 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 september 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Christelijke dorpen in Turkije geteisterd door brand»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de afgelopen weken diverse branden schade hebben aangericht
in Aramese dorpen in de Turkse provincie Mardin die worden bevolkt door Oosterse christenen,
en dat ook het eeuwenoude Mor Hananyoklooster werd getroffen?
Antwoord 2
De branden hebben schade aangericht aan de omgeving van Aramese, gemengde Aramees/Koerdische
en Koerdische dorpen in de regio. De branden hebben de dorpen zelf niet bereikt. De
rook van de branden is wel tot in de dorpen gekomen. Hetzelfde geldt voor het Mor
Hananyo (of Deyrulzaferan) klooster: de landerijen eromheen zijn voor een groot deel
afgebrand, maar de branden hebben het klooster zelf niet bereikt.
Vraag 3
Beaamt u dat deze branden onderdeel lijken te zijn van systematische benadeling van,
of aanvallen op Turkse christenen door middel van onder meer brandstichting, berovingen
en dreigingen, waarbij Turkse autoriteiten niet altijd ingrijpen?
Antwoord 3
De ambassade in Ankara onderhoudt nauw contact met de Aramese gemeenschap en NGO’s
die zich bezighouden met de rechten van minderheden in Turkije. Ook over deze branden
is contact geweest met de Aramese gemeenschap enerzijds en de lokale Turkse autoriteiten
anderzijds. Bovendien heeft Nederland dit onderwerp op hoog niveau onder de aandacht
gebracht bij het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Hieruit is de indruk ontstaan dat de autoriteiten zich hebben ingezet voor de bestrijding
van de branden, en dat de bestrijding van de branden in deze regio niet substantieel
lijkt af te wijken van hoe bosbranden in andere regio’s van Turkije in de afgelopen
weken zijn bestreden.
Vraag 4
In hoeverre is hier sprake van verwijtbare nalatigheid van Turkse autoriteiten, ook
bijvoorbeeld inzake het onderhoud van elektriciteitsinfrastructuur in of rond deze
dorpen?
Antwoord 4
De staat van de infrastructuur in en rond deze dorpen is vergelijkbaar met die in
en rond andere plaatsen in het zuidoosten van Turkije.
Vraag 5
Indien dit er sprake is van nalatigheid, veroordeelt u dit, en bent u bereid de negatieve
gevolgen van de branden en andere bedreigingen aan te kaarten bij de Turkse overheid,
juist gezien de van oudsher gemarginaliseerde positie van (Aramese) christenen in
Turkije?
Antwoord 5
Mij is niet gebleken dat er sprake is van op de (Aramese) christenen gerichte nalatigheid.
De positie van (Aramese) christenen wordt door Nederland met regelmaat aan de orde
gesteld in contacten met de Turkse autoriteiten, als genoemd laatstelijk op hoog niveau
naar aanleiding van de genoemde branden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.