Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over stilleggen van diertransporten tijdens de hittegolf
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het stilleggen van diertransporten tijdens de hittegolf. (ingezonden 24 juli 2019)
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 10 september
2019)
Vraag 1
Heeft u gezien dat woensdag 24 juli, donderdag 25 juli en vrijdag 26 juli 2019 temperaturen
van 35 graden Celsius en hoger worden verwacht in Nederland?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom is er nog geen vervoersstop aangekondigd voor diertransporten op deze dagen?
Antwoord 2
Gedurende die dagen is het Nationaal Plan voor veetransport bij extreme temperaturen
in werking getreden. Dit plan voorziet niet in het afkondigen van een vervoersstop.
Het is een vrijwillige afspraak uit het Nationaal plan voor transport bij extreme
temperaturen om bij 35 graden of meer geen dieren meer te vervoeren. Zoals ik heb
aangegeven in mijn brief zal ik deze grens wettelijk laten vastleggen om meer duidelijkheid
hierover te scheppen.
Vraag 3
Bent u bereid alsnog per direct over te gaan tot het afkondigen van een vervoersstop
voor diertransporten op deze dagen?
Antwoord 3
Zie hiervoor het antwoord op vraag 2 en mijn brief (Kamerstuk 28 286, nr. 1061)
Vraag 4
Zo nee, wat hebben de dieren aan de erkenning van de veesector in het «Nationaal plan
voor veetransport tijdens extreme temperaturen»2 dat de uiterste (buiten)temperatuur «door alle betrokkenen» wordt gezien als «te
extreem om op diervriendelijke manier transport te kunnen realiseren» als de transporten
op dergelijke dagen niet tijdig worden stilgelegd?
Antwoord 4
Tijdens hete dagen is het van belang dat er tijdens de koelere uren van de dag vervoerd
wordt. Op de momenten van de dag dat het 35 graden of meer is zouden zoals afgesproken
in het Nationaal plan voor veetransport bij extreme temperaturen geen dieren meer
vervoerd worden. Er geldt echter geen wettelijk verbod of algehele vervoersstop. Zoals
gezegd ga ik deze grens nu wettelijk vastleggen om onduidelijkheid weg te nemen. De
NVWA voert tijdens dagen dat het nationaal plan in werking is extra controles uit.
Zij bepalen aan de hand van observaties aan de dieren of het welzijn is aangetast
en hanteren hierbij niet een grens ten aanzien van de buitentemperatuur. Ook bij lagere
temperaturen dan 35 graden kan er sprake zijn van welzijnsaantasting ten gevolg van
transport onder te warme omstandigheden. Indien dat het geval is kan en moet er handhavend
worden opgetreden, onafhankelijk van de temperatuur.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het huidige Nationaal plan ruimte laat om dieren op transport
te zetten zolang de temperatuur ter plaatse maar onder de 35 graden Celsius is?
Antwoord 5
Ja. Het nationaal plan beschrijft maatregelen die genomen worden tijdens warme dagen,
zoals het aanpassen van de beladingsdichtheid en het transporteren tijdens koelere
momenten van de dag. Het doel van deze maatregelen is het voorkomen van onnodig lijden
van de dieren.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat het huidige Nationaal plan ruimte laat om (grote) risico’s te
nemen met de dieren in transportwagens, omdat vertraging onderweg (zoals files of
omleidingen) en problemen bij het slachthuis ertoe kunnen leiden dat de dieren langer
in de transportwagen vastzitten dan van tevoren was gedacht, waarbij de buitentemperatuur
inmiddels wel gestegen kan zijn tot boven de 35 graden Celsius?
Antwoord 6
Zoals in antwoord 4 en 5 is toegelicht, worden er als het Nationaal plan voor veetransport
bij extreme temperaturen van toepassing is maatregelen genomen om onnodig lijden van
dieren te voorkomen en kan de NVWA optreden zodra het welzijn van de dieren lijdt
onder de hoge temperaturen. Dit kan ook al het geval zijn bij temperaturen onder de
35 graden. In uiterste gevallen kan beroep op de politie gedaan worden om transporten
onder begeleiding buiten de file te geleiden.
Vraag 7
Vindt u het verantwoord om dergelijke risico’s te nemen met het welzijn van dieren,
die – let wel – al bij temperaturen vanaf 25 tot 27 graden Celsius last kunnen krijgen
van hittestress?
Antwoord 7
Het is de verantwoordelijkheid van de vervoerder om van tevoren een inschatting te
maken van de kans op dit soort situaties.
Vraag 8
Erkent u dat een vervoersstop voor diertransporten makkelijker te handhaven is voor
de NVWA en ook minder risico op gesjoemel met de regels met zich meebrengt dan wanneer
de NVWA voor ieder individueel diertransport zou moeten achterhalen bij welke plaatselijke
buitentemperatuur de dieren op transport zijn gezet, wat de plaatselijke temperaturen
waren onderweg en hoe hoog de plaatselijke temperatuur is als de dieren, opgesloten
in de transportwagen, staan te wachten bij het slachthuis?
Antwoord 8
De controles van de NVWA richten zich vooral op de dieren zelf en of zij onnodig lijden
door hittestress, en niet op de exacte temperatuur. Ook een vervoersstop zou inzet
van de NVWA vragen om dit te controleren. Mijn inzet is er op gericht dat de betrokken
partijen hier maximaal hun verantwoordelijkheid nemen en in de keten de aanvoer van
dieren en het proces van vervoer en slachten aanpassen aan extreme temperaturen. De
NVWA biedt verruimde openingstijden aan voor de exportcertificering en het toezicht
in de slachthuizen. Daarnaast controleert en handhaaft de NVWA zoals beschreven als
er sprake is van onnodig lijden van dieren. Omdat in een aantal gevallen de vrijwillige
afspraken helaas niet worden nageleefd, ga ik wettelijk vastleggen dat transporten
bij een buitentemperatuur boven de 35 graden niet zijn toegestaan, zolang deze uitsluitend
op Nederlands grondgebied plaatsvinden.
Vraag 9
Hoeveel inspecteurs zet de NVWA in voor deze omslachtige manier van handhaven? Hoeveel
zijn dat er ten opzichte van dagen waarop geen hoge temperaturen worden verwacht?
Antwoord 9
De controles op vervoer worden gedurende de dagen dat het Nationaal plan voor veetransport
bij extreme temperaturen in werking is, geïntensiveerd en ongeveer verdubbeld ten
opzichte van andere periodes. In de afgelopen hitteperiode in juli waren er op de
heetste dagen 7 controleteams op pad, daarnaast was er elke dag minimaal 1 dierenarts
van de dierenwelzijnsteams beschikbaar. Bij de slachthuizen wordt er door de toezichthoudende
dierenartsen extra aandacht besteed aan de welzijnscheck bij aankomst en aan de omstandigheden
in de aanvoerhal of wachtruimtes. Hiervoor worden geen extra dierenartsen ingezet.
Vraag 10
Wat betekent de inzet van de NVWA voor deze omslachtige manier van handhaven van het
hitteprotocol voor diertransporten voor de capaciteit voor de broodnodige reguliere
inspecties in de veehouderij?
Antwoord 10
De NVWA zet haar capaciteit op dierenwelzijn risicogebaseerd in en houdt bij de opstelling
van haar jaarplan ook rekening met de inzet die gevraagd zou kunnen worden tijdens
periodes van extreme hitte. Bij warme periodes waarbij het nationaal plan in werking
is, betekent dit dat ook inzet gevraagd wordt van de dierenartsen van de welzijnsteams
van NVWA zoals beschreven bij vraag 9. Dit betekent dat die dierenarts op dat moment
geen andere controles kan uitvoeren. Ook zal van de vervoersteams meer inzet op dat
punt gevraagd gaan worden.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.