Verslag van een bijeenkomst : Verslag van een Interparlementaire conferentie inzake de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
35 274 Interparlementaire conferentie inzake de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
Nr. 1 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE
Vastgesteld 4 september 2019
Een delegatie uit de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
heeft van zondag 7 tot en met dinsdag 9 april 2019 deelgenomen aan de jaarlijkse Global
Parliamentary Conference on the World Bank and IMF in Washington D.C. De delegatie
bestond uit de leden Amhaouch (CDA) en Bouali (D66), alsmede adjunct-griffier Meijers.
Van 12 tot 14 april 2019 vond in Washington D.C. de voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep
en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) plaats. In dat kader vond op maandag 8
en dinsdag 9 april de jaarlijkse Global Parliamentary Conference on the Worldbank
and IMF (GPC) plaats, waarbij parlementariërs van over de hele wereld samenkomen om
de belangrijkste ontwikkelingen in het kader van de Wereldbank en het IMF te bespreken
en te beïnvloeden. Deze conferentie geeft parlementariërs een unieke kans om te spreken
met het leiderschap van de Wereldbank en het IMF en met collega parlementariërs om
zo de besluitvorming in deze instellingen te kunnen beïnvloeden. In 2018 hebben de
leden Bouali (D66) en Diks (GroenLinks) deelgenomen aan de GPC.
Een aanzienlijk deel van het Nederlandse budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt
jaarlijks via de Wereldbank besteed. Parlementaire controle op de Wereldbank, middels
debatten met het kabinet, maar ook door deelname aan de jaarlijkse parlementaire conferentie,
is daarom van groot belang. De Nederlandse regering beschouwt de Bank als een belangrijke
en effectieve partner voor het realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor
2030 en de internationale klimaat-agenda. De brede inzet van de Bank sluit nauw aan
op de geïntegreerde benadering van de regering voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast wordt kapitaalinleg door het financiële model van de Bank verveelvoudigd,
hetgeen de ontwikkelingsimpact van de Nederlandse financiële inzet in de Wereldbankgroep
op Nederlandse prioriteiten (zoals onderwijs, klimaat, fragiele staten en private
sectorontwikkeling) in belangrijke mate versterkt.
De jaarlijkse GPC wordt georganiseerd door the Parliamentary Network on the World Bank & International Monetary Fund1. Alle parlementsleden van lidstaten van de Wereldbank en het IMF kunnen lid worden
van het Parlementair Netwerk (PN). Naast de jaarlijkse conferentie organiseert het
PN ook parlementaire workshops en werkbezoeken, en publiceert het periodiek de PN
Review met bijdragen van haar leden en rapporten over verschillende onderwerpen.
De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij
het organiseren van dit bezoek.
De delegatie,
Amhaouch en Bouali
De griffier van de delegatie, Meijers
Zondag 7 april
Voorafgaand aan de Global Parliamentary Conference heeft de delegatie een tweetal
gesprekken gevoerd: met mw. Heleen Bakker, plaatsvervangend ambassadeur van Nederland
in Washington en met dhr. Koen Davidse, de Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank.
Met Heleen Bakker heeft de delegatie gesproken over de handelsbetrekkingen van Nederland en de EU met
de VS. Op het gebied van handel spelen er een aantal grote onderwerpen die een impact
hebben op de wereldeconomie en de mondiale handelsbetrekkingen, waaronder die tussen
de EU en de VS. De delegatie heeft van gedachten gewisseld over de bilaterale handelsbetrekkingen
tussen de EU en de VS, de dreigende importheffingen, het handelsconflict tussen de
VS en China, het nucleaire akkoord met Iran en de opnieuw ingestelde sancties, die
ook Europese bedrijven raken, en de ontwikkelingen in de Wereldhandelsorganisatie
(WTO) op het gebied van geschillenbeslechting.
Ook is gesproken over de verschillende politieke visies binnen de VS over deze onderwerpen.
De handelspolitiek van president Trump lijkt minder in lijn met de traditionele Republikeinse
visie op handel, maar hij ondervindt tegelijkertijd ook weerstand vanuit Democratische
zijde, bijvoorbeeld op het gebied van het nieuwe handelsakkoord met Mexico en Canada,
ter vervanging van NAFTA. Het is dan ook nog onduidelijk wanneer dit akkoord aangeboden
wordt aan het Congres.
De bilaterale handelsrelatie tussen Nederland en de VS lijkt nog geen schade te ondervinden
van dit alles. Ook is er geen teruglopende trend te ontdekken in investeringen. De
Global Economic Summit die Amerika en Nederland in juni samen organiseerden in Den
Haag is een belangrijk voorbeeld van de bilaterale betrekkingen op het gebied van
handel.
Aansluitend vond er een gesprek met Koen Davidse plaats. Dhr. Davidse heeft de delegatie nader geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen
binnen de Wereldbank. Nederland vertegenwoordigd een kiesgroep van 12 laden, waarvan
10 landen zelf programma’s van de Bank hebben (voornamelijk landen in de Balkan en
voormalige Sovjet-landen). Nederland spreekt daarom niet enkel als donorland, maar
vertegenwoordigd bredere belangen.
Met dhr. Davidse heeft de delegatie van gedachten gewisseld over de verschillende
onderdelen van de bank en hoe de programma’s zich tot elkaar verhouden, de hervormingen
binnen de Bank, de meest recente kapitaalverhoging, de positie van China binnen de
Bank, waaronder de nieuwe strategie van de Bank richting China die binnenkort wordt
verwacht, en de verhouding van de Bank met het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
en de Verenigde Naties (VN).
Maandag 8 april
De eerste dag van de Global Parliamentary Conference begon met een sessie getiteld Policies that work for the next generation and the need to invest in human capital. Mw. Annette Dixon, vicevoorzitter Human Development van de Wereldbank, gaf hierbij
een toelichting op het Human Capital-project van de Bank. Zij benadrukte dat de kans
op werkloosheid voor jongeren drie keer groter is dan voor volwassenen. De hoge bevolkingsgroei
vergroot deze druk alleen maar. Daarom moet geïnvesteerd worden in kinderen vanaf
een jonge leeftijd, met name in onderwijs en de zogeheten learning gap – het verschil tussen het aantal jaren in school en het aantal jaren leren. Ook moet
geïnvesteerd worden in gender en onderwijs voor meisjes.
Mw. Gita Gopinath, directeur van de onderzoeksafdeling van het IMF, benoemde een aantal
problemen en uitdagingen: het informele karakter van werk, automatisering en technologische
ontwikkeling waardoor de aard van werk verandert, en de gevoeligheid van jeugdwerkgelegenheid
voor cycli – in tijden van recessie worden jongeren gemiddeld dubbel zo hard geraakt,
wat gevolgen heeft voor de rest van iemands carrière. Daarom moet geïnvesteerd worden
in leven lang leren en de creatie van banen. Ook gender is een belangrijke onderdeel
van de oplossing.
Mw. Gargee Ghosh, directeur Development Policy and Finance van de Gates Foundation
benadrukte het belang van goede kwaliteit en regelmatige data, zodat de juiste groepen
bereikt kunnen worden met het juiste beleid. Ook is er meer data nodig over vrouwen
en meisjes. Hoewel de problematiek universeel is, zijn er geen generieke oplossingen.
Mw. Vjosa Osmani, voorzitter van de Commissie Buitenlandse Zaken van het Kosovaarse
parlement lichtte toe hoe human capital en problematiek als braindrain in haar eigen
land aan de orde van de dag is.
De conferentie werd vervolgd met een sessie over de laatste aanvulling van de International Development Association
(IDA), het onderdeel van de Bank wat zich richt op de armste 75 landen ter wereld. Dhr.
Akihio Nishio, vicevoorzitter Development Finance van de Wereldbank, gaf een presentatie
over de meest recente aanvullingscyclus, die op dit moment in volle gang is. IDA wordt
iedere drie jaar aangevuld door de lidstaten van de Bank. Dit betreft de 19e aanvulling. Dhr. Nishio gaf aan dat de 18e aanvulling historisch hoog was, 50% hoger dan de 17e aanvulling. De thema’s waar IDA op inzet voor haar 19e cyclus zijn kwetsbaarheid, conflict en geweld, gender, banen en economische transformatie,
klimaatverandering, en goed bestuur en instituties. De 19e aanvulling eindigt met een donorvergadering in december 2019.
Vervolgens vond er een speciale sessie met mw. Christine Lagarde, Managing Director van het IMF en mw.
Kristalina Georgieva, interim President van de Wereldbank plaats. Mw. Lagarde benadrukte het belang van investeren in tijden van voorspoed.
Het dak moet gerepareerd worden wanneer de zon schijnt, en er komt nu stormachtig
weer aan, zoals de spanningen op het gebied van handel, landenspecifieke ontwikkelingen
zoals de Brexit en een afnemende groei in landen als China. Er zijn geen generieke
oplossingen, maar per land moet gekeken worden naar de beste maatregelen. Er is een
half triljoen dollar nodig om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) te halen in de
laagste inkomenslanden in 2030. Ook moet er meer geïnvesteerd worden in gendergelijkheid
en -inclusiviteit. Vrouwen moeten meedoen in alle lagen van de samenleving om duurzame
economische groei te bewerkstellen. Hiervoor is gendermainstreaming nodig in al het beleid, niet alleen in bepaalde sectoren.
Mw. Lagarde sprak daarnaast over de inzet van het IMF op het gebied van corruptiebestrijding.
Corruptie beperkt economische groei en ontwikkeling in dusdanige mate, met name in
lage inkomenslanden, dat het een mondiale zorg moet zijn. Corruptiebestrijding vraagt
daarbij een inclusieve aanpak, omdat meerdere, zo niet alle schakels in een keten
er bij betrokken zijn. Mw. Lagarde benadrukte dat ook in corruptiebestrijding een
genderperspectief gehanteerd moet worden. Vrouwen kunnen een belangrijke rol spelen
in het bestrijden van corruptie en corruptie moet bestreden worden om vrouwen volledig
bij de economie te kunnen betrekken.
Mw. Georgieva gaf aan dat de Bank op dit moment haar beste financiële positie ooit
heeft, met een bestedingsruimte van 100 miljard dollar per jaar. Ook benadrukte zij
dat de nieuwe president van de Bank, dhr. Marpass, zich sterk heeft gecommitteerd
aan inzet in die landen waar dat het hardst nodig is. Hierbij wordt ingezet op het
uitbannen van extreme armoede. Daarbij benadrukte mw. Georgieva wel dat er nog een
lange weg te gaan is en zij riep de aanwezige parlementariërs op bij hun regeringen
de nieuwe aanvulling van IDA te bepleiten. Daarbij benadrukte mw. Georgieva ook het
belang van genderinclusiviteit. Het potentieel van alle mensen moet aangeboord worden
om duurzame groei te kunnen bewerkstelligen.
Na de lunch ging de conferentie verder met een sessie getiteld Empowering women, empowering prosperity, waarbij het lid Bouali optrad als moderator. Mw. Gloria Macapagal Arroyo, de eerste
vrouwelijk voorzitter van het Filipijnse parlement en voormalig president, benadrukte
het belang van overheidsbeleid voor gender gelijkheid, bijvoorbeeld op het gebied
van zwangerschapsverlof, onderwijs en quota’s. Mw. Henriette Kolb, manager van de
International Finance Cooperation, gaf een toelichting op de programma’s van de IFC
gericht op het dichten van de gender-kloof. Belangrijke obstakels voor vrouwen in
ondernemerschap zijn de zorg voor kinderen (wereldwijd werkt maar 49% van de vrouwen),
toegang tot financiering en onderwijs. Zij benadrukte dat diverse teams betere resultaten
bereiken dan teams alleen of voornamelijk bestaande uit mannen. Mw. Kalpana Kochhar,
directeur van de Human Resources-afdeling van het IMF, benadrukte dat het niet alleen
gaat om toegang tot de arbeidsmarkt, maar toegang op de juiste plekken. Automatisering
en digitalisering raakt vrouwen in verhouding harder dan mannen, omdat vrouwen meet
gestandaardiseerd werk doen. Er is vooruitgang geboekt, maar de snelle ontwikkeling
van techniek maakt snellere ontwikkelingen noodzakelijk.
Vervolgens vond er een sessie getiteld Acting against climate change plaats. Dhr. John Roome, senior directeur Klimaatverandering bij de Wereldbank, benadrukte
dat klimaatverandering een serieuze bedreiging vormt, maar tegelijkertijd ook kansen
biedt. Wanneer wij in staat zijn over te schakelen naar volledig klimaatbestendigheid,
dan genereert dit 65 miljoen nieuwe banen in 2030. De schaal en urgentie van het klimaatprobleem
zijn gigantisch en actie is nodig. Ook moet ingezet worden op klimaatadaptatie, want
ook als de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 2 graden, zal de impact groot
zijn. Daarbij benadrukte dhr. Roome de gender-dimensie van het klimaatprobleem. Vrouwen
worden harder geraakt door klimaatverandering, maar het betrekken van vrouwen bij
de oplossingen zorgt tevens voor betere resultaten. Ook moet meer aandacht besteed
worden aan steden, stedenbouw en weerbaarheid van steden, in het bijzonder in Afrika.
Dhr. Ian Parry, hoofdexpert fiscaal milieubeleid bij het IMF, bepleitte de voordelen
van een CO2-taks.Niet alleen zal een dergelijke belasting de uitstoot terugdringen,
het geld dat het opbrengt kan de nodige investeringen in klimaatmitigatie en -adaptatie
financieren.
De laatste sessie van de eerste dag ging Good governance and political accountability. Dhr. Lahcen Haddad, parlementariër uit Marokko en lid van het bestuur van het Parlementair
Netwerk, presenteerde het boek dat het Netwerk onder zijn redactie heeft uitgegeven
getiteld Holding governments accountable to the people: tools, rules and practices. Het boek focust op de zes clusters van indicatoren voor goed bestuur die de Wereldbank
hanteert en kijkt naar aansprakelijkheid en verantwoordingsplicht op alle verschillende
niveaus. Dhr. Haddad benadrukte dat informatievoorziening en transparantie hiervoor
essentieel zijn.
Dhr. Gerd Schwartz, onderdirecteur fiscale aangelegenheden bij het IMF, benadrukte
ook het belang van tijdige, relevante, accurate en heldere (TRAC, timely, relevant,
accurate, clear) informatie voor het maken van goed beleid. Meer informatie en transparantie
is altijd beter. Dhr. Schwartz lichtte toe hoe het IMF beleidsmakers en parlementariërs
kan ondersteunen bij het verkrijgen van de juiste informatie, zodat verantwoording
en controle goed plaats kunnen vinden.
De dag werd afgesloten met de verkiezing van een nieuw bestuur van het Parlementair
Netwerk. Het nieuwe bestuur bestaat uit de volgende parlementariërs:
1. Verenigd Koninkrijk: dhr. Liam Byrne (Voorzitter)
2. Bangladesh: dhr. Muhiuddin Khan Almagir
3. Canada: dhr. Percy Downe
4. Kosovo: mw. Vjosa Osmani
5. Marokko: dhr. Lahcen Haddad
6. Portugal: dhr. Ricardo Baptista Leite
7. Somalië: mw. Hodan Osman
8. Tunesië: mw. Olfa Soukri Cherif
9. Uganda: dhr. Nathan Nandala Mafabi
Dinsdag 9 april
Voor de start van de tweede dag van de conferentie heeft de delegatie deelgenomen
aan een ontbijtsessie Strengthening parliamentary engagement in education, georganiseerd door dhr. Stephen Twigg, voorzitter van de commissie Internationale
Ontwikkeling en de All Parliamentary Group for Global Education van het Britse Lagerhuis.
Hierbij heeft de delegatie met andere parlementariërs, mw. Alice Albright, CEO van
de Global Partnership van Education, en met vertegenwoordigers van Save the Children
en de Global TB Caucus van gedachten gewisseld over het mogelijk oprichten van een
Interparliamentary Network for Education. De delegatieleden hebben hierbij aangegeven
graag te willen bijdragen, maar hebben geadviseerd niet te veel nieuwe structuren
op te zetten. Onderzocht moet worden wat mogelijk is binnen reeds bestaande kaders
en structuren. Verwacht wordt dat het netwerk gelanceerd zal worden via een oprichtingsbijeenkomst
waar een declaratie ondertekend zal worden. Bijeenkomsten zullen daarna beperkt blijven
tot het uitwisselen van best practices en eventuele veldbezoeken. Het secretariaat
zal verantwoordelijk zijn voor het verspreiden van informatie en het ondersteunen
van de verschillende parlementariërs. Zodra er meer informatie bekend is over de oprichtingsbijeenkomst
en het netwerk, dan zal deze gedeeld worden.
De conferentie begon de tweede dag met een sessie over Disruptive technologies and data for economic development. Mw. Mamta Murthi, directeur strategie en operaties van de Infrastructure Practice
Group van de Wereldbank, gaf een toelichting op de verschillende programma’s die de
Wereldbank heeft om technologie in te zetten voor duurzame ontwikkeling. De Bank zet
zich in om landen te ondersteunen in de transitie naar nieuwe technologieën. Disruptieve
technologieën kunnen ook kansen en mogelijkheden bieden, indien ze goed gebruikt worden.
Dhr. Louis-Marc Ducharme, directeur van de afdeling statistiek van het IMF, benadrukte
dat disruptieve technologieën een facilitator kunnen zijn voor het verkrijgen voor
meer, snellere en betere informatie. Ze kunnen informatie meer inclusief maken. Het
IMF kan landen en andere actoren helpen met het verkrijgen van data, maar ook met
het op de juiste en veilige manier leveren van data. Zo heeft het IMF de centrale
bank van Indonesië in 2018 gekoppeld aan Nederlandse experts op het gebied van Big
Data om te adviseren over het verzamelen van scanner data en hoe de verzamelde data
te gebruiken voor de ontwikkeling van high frequency indicators.
In reactie op een vraag van het lid Amhaouch naar de uitdagingen voor midden en lage
inkomenslanden, benadrukten de sprekers het belang van connectiviteit. Goede infrastructuur
is essentieel voor het ontwikkelen van ondernemerschap. Ook moeten de mogelijkheden
die low tech biedt in veel gebieden niet onderschat worden.
Vervolgens vond er een sessie getiteld Global financial stability: the role of fintech and cybersecurity plaats. Dhr. Nigel Jenkinson, adjunct-directeur monetaire en kapitaal markten bij
het IMF, lichtte toe hoe fintech digitalisering en innovatie toe laat nemen en de
toegang tot financiële diensten vergroot. Het verandert de financiële sector op een
grote schaal. Daarom hebben de Wereldbank en het IMF vorig jaar tijdens de jaarvergadering
de Bali Fintech Agenda opgesteld, met daarin de belangrijkste aandachtspunten voor
beleidsmakers: capaciteitsopbouw, innovatie, monitoring, regulering, infrastructuur
en internationale samenwerking. Dhr. Jenkinson gaf aan dat de keerzijde van fintech,
zoals met veel innovaties, is dat het ook gebruikt kan worden door entiteiten met
kwade bedoelingen. Cybersecurity moet daarom ook een blijvend aandachtspunt zijn.
Aansluitend sprak dhr. David Beasley, directeur van het World Food Programme de conferentie toe als speciale gastspreker. Dhr. Beasley benadrukte dat voedselveiligheid
ten grondslag licht aan duurzame ontwikkeling en andere vormen van veiligheid. Zolang
er iedere vijf toch acht seconden een kind sterft van de honger, zullen andere uitdagingen
zoals migratie en radicalisering blijven bestaan. Wanneer mensen hun kinderen en zichzelf
niet kunnen voeden, gaan zij opzoek naar kansen elders. Bij de aanpak van deze problematiek
is beleidscoherentie essentieel: voedselveiligheid gaat samen met investeringen in
zaken als infrastructuur en onderwijs, niet alleen landbouw en voedselproductie. Dhr.
Beasley riep op de traditionele donor-silo’s te doorbreken en humanitaire hulp breder
en ongeoormerkt in te zetten.
De laatste sessie waar de delegatie aan deel heeft genomen was een gesprek met vier Development Champions: dhr. Knight Ganje, oprichter van H&G Advertising, een van de grootste communicatiebureaus
in Afrika, dhr. Bert Koenders, speciaal adviseur van mw. Georgieva en voormalig Minister
van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking, dhr. William Cowan, voorzitter
van Global Affairs and Policy bij General Electric en mw. Gwen Hines, directeur Global
Programs bij Save the Children. De verschillende sprekers reflecteerden vanuit hun
eigen positie op internationale ontwikkelingssamenwerking. Dhr. Ganje benadrukte het
belang van de private sector voor duurzame ontwikkeling. Investeringen in jong ondernemerschap
zou bovenaan de beleidsagenda’s moeten staan. Dhr. Koenders schetste twee belangrijke
uitdagingen voor internationale ontwikkelingssamenwerking: het afnemende vertrouwen
in regeringen en instituties wereldwijd en de afnemende interesse in multilateralisme
van veel landen. Hij benadrukte dat ontwikkelingssamenwerking echter veel meer is
dan technocratische instituties en groot geld. Het gaat om het verbeteren van levens
voor iedereen. De focus daarop moet centraal blijven staan. Dhr. Cowan benadrukte
het belang van investeren in human capital en dan met namen voor vrouwen. De belangen
van bedrijven en van duurzame ontwikkeling liggen vaak in één lijn. Beiden profiteren
van investeringen in zaken als onderwijs en gezondheidszorg. Mw. Hines benadrukte
tot slot het belang van blijvende (internationale) samenwerking. Donoren en ontvangende
partijen moeten voortdurend met elkaar blijven communiceren over behoeften, resultaten,
best practices en ontwikkelingen en innovaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Amhaouch, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier -
Mede ondertekenaar
A. Bouali, Tweede Kamerlid