Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ojik over het bericht "Deportaties in Turkije: 'Ze hebben hem naar Syrië gestuurd'"
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de deportatie van Syrische vluchtelingen door Turkije (ingezonden 19 augustus 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(ontvangen 5 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 t/m 4
Kunt u bevestigen dat Turkije vluchtelingen uit Syrië oppakt en deporteert naar onveilig
gebied in Syrië, al dan niet gebruikmakend van gedwongen ondertekende verklaringen
over vrijwillig vertrek?
Indien u het in vraag 2 genoemde niet kunt bevestigen, bent u bereid de Europese Commissie
te verzoeken hier eigenstandig onderzoek naar te laten doen? Zo nee, waarom niet?
Indien het klopt dat Turkije vluchtelingen terugstuurt naar onveilig gebied in Syrië,
wat betekent dit volgens u voor de mate van veiligheid van Turkije voor vluchtelingen?
Antwoord 2 t/m 4
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen
van het lid Groothuizen (D66) over «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië
gestuurd» die parallel aan de beantwoording van deze vragen aan uw Kamer is aangeboden.
Aanvullend hierop merkt het kabinet ten aanzien van het onder dwang ondertekenen van
verklaringen tot vrijwillige terugkeer op, dat Turkije gehouden is aan het principe
van non-refoulement. Turkije is hier aan gehouden op grond van zowel het VN-Vluchtelingenverdrag
als de eigen nationale wetgeving.
Vraag 5
Is de Turkijedeal nog van kracht, nu Turkije heeft gesteld de afspraken voorlopig
op te schorten en geen vluchtelingen uit Griekenland meer over te nemen vanwege het
uitblijven van visumliberalisatie?2
Antwoord 5
Noch uit de contacten tussen de Europese Unie en de Turkse autoriteiten, noch uit
de praktische uitvoering van de Verklaring blijkt dat Turkije gestopt is met het terugnemen
van vluchtelingen uit Griekenland. Begin augustus heeft nog een terugkeeroperatie
plaatsgevonden vanaf de Griekse eilanden.
Vraag 6 en 7
Hoeveel geld van de tweede tranche van de in de Turkijedeal afgesproken € 6 miljard,
die vanuit de EU zou worden geïnvesteerd in de opvang van vluchtelingen in Turkije,
is inmiddels overgemaakt?
Kan het geld dat nog vanuit de EU naar Turkije wordt overgemaakt in het kader van
de Turkijedeal voorwaardelijk worden gemaakt aan het stoppen van arrestaties en deportaties
van Syrische vluchtelingen door Turkije? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten
bij de Europese Commissie?
Antwoord 6 en 7
In de EU-Turkije Verklaring is door de EU een tweede tranche van EUR 3 miljard toegezegd,
in aanvulling op de reeds in 2015 toegezegde eerste tranche, eveneens EUR 3 miljard,
middels de Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije (FRIT) In totaal is tot juli 2019
via de eerste en tweede tranche EUR 5,6 miljard gecommitteerd en zijn voor EUR 3,45 miljard
aan contracten gesloten.3 De looptijd van projecten onder de tweede tranche is tot 2025.
Zoals gemeld in de beantwoording van de vragen van het lid Groothuizen (D66) over
«Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»», is er op dit moment
geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een structureel beleid om Syrische
vluchtelingen uit Turkije uit te zetten. Het uitgangspunt van de EU-Turkije Verklaring
is dat deze binnen geldende juridische kaders plaatsvindt, waaronder dus ook de verplichting
om het principe van non-refoulement te respecteren. Bovendien dragen de middelen die
in het kader van de FRIT worden besteed via VN-organisaties en internationale ngo’s,
juist bij aan het verbeteren van de omstandigheden van vluchtelingen in Turkije. Zo
hebben dankzij de Faciliteit meer dan 635.000 Syrische kinderen in Turkije toegang
tot onderwijs, en zijn meer dan 5 miljoen consultaties in ziekenhuizen aan vluchtelingen
verleend. Daarnaast ontvangen 1,5 miljoen kwetsbare vluchtelingen via de Faciliteit
een bijdrage voor hun basisbehoeften.
Vraag 8
Bent u bereid om op bilateraal niveau aan de Turkse overheid te kennen te geven dat
Nederland niet gediend is van het deporteren van Syrische vluchtelingen in strijd
met het non-refoulement beginsel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
In contacten met de Turkse autoriteiten wordt met grote regelmaat gewezen op het belang
om te zorgen voor adequate opvang en bescherming van vluchtelingen conform geldende
internationale kaders, waaronder het beginsel van non-refoulement. Daarbij erkent
Nederland ook de grote uitdaging waar Turkije voor staat als het grootse opvangland
van vluchtelingen in de wereld. Het is van belang om Turkije bij zijn inspanningen,
die ook een gedeelde verantwoordelijkheid zijn, te blijven steunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.