Amendement : Amendement van de leden Van den Berge en Buitenweg over categorische uitzondering van hulpverleners en journalisten
35 125 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)
Nr. 8 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN BERGE EN BUITENWEG
Ontvangen 4 september 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt artikel 134b als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «anders dan in opdracht van de staat of een volkenrechtelijke
organisatie,»
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Niet strafbaar is de Nederlander die, zonder toestemming van Onze Minister van Justitie
en Veiligheid, opzettelijk verblijft in een gebied als bedoeld in het eerste lid,
voor zover dat verblijf:
a. in opdracht is van de staat, een volkenrechtelijke organisatie, een door het internationale
recht erkende humanitaire organisatie of een erkende en toegelaten rechtspersoon als
bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit Rode Kruis 1988; of
b. erop gericht is beroepsmatig of regelmatig als journalist in het kader van nieuwsgaring
informatie te verzamelen of verspreiden.
3. In het derde lid wordt «eerste lid» vervangen door «eerste lid en lid 1a».
Toelichting
Indieners stellen voor om bij toepassing van de strafbaarstelling een uitzondering
te maken voor georganiseerde hulpverleners (zoals het Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen
e.d.) en journalisten. Indieners zijn van mening dat het toestemmingsvereiste onverenigbaar
is met de noodzakelijke onafhankelijkheid en neutraliteit van journalisten en professionele
hulpverleners.
Van den Berge
Buitenweg
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
K.M. Buitenweg, Tweede Kamerlid