Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt, Van den Berg en Geurts over de Nederlandse voorbereiding op een harde Brexit
Vragen van de leden Omtzigt, Van den Berg en Geurts (allen CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Financiën en de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de Nederlandse voorbereiding op een harde Brexit (ingezonden 12 augustus 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van
Financiën en de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit (ontvangen 6 september 2019).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de kans op een harde, chaotische Brexit (cliff edge-scenario)
op 31 oktober 2019 onverminderd aanwezig is en dat de regering in de planning rekening
moet blijven houden met dat scenario?
Antwoord 1
Ja. De inzet van het kabinet blijft gericht op een ordelijk vertrek van het Verenigd
Koninkrijk(VK) uit de Europese Unie(EU) mét terugtrekkingsakkoord, maar de kans op
een no dealscenario blijft onverminderd aanwezig. Het kabinet blijft zich inzetten om zo goed
als mogelijk voorbereid te zijn op dit scenario. Ondanks de voorbereidingen zal een
no dealscenario overigens onvermijdelijk gepaard gaan met verstoringen.
Vraag 2
Herinnert u zich dat in dat scenario 928 extra douaniers nodig zouden zijn en dat
er op 31 maart 2019 500 mensen geworven waren en 300 inzetbaar?1
Antwoord 2
Ja. De wervings- en inzetbaarheidsdoelstellingen voor 29 maart 2019 (ruim 500 FTE
ingestroomd, waarvan ruim 300 FTE inzetbaar) zijn behaald.
Vraag 3
Hoeveel nieuwe douaniers zijn er op 31 oktober aanstaande aangesteld en hoeveel van
die douaniers zijn op dat moment inzetbaar?
Antwoord 3
Naar verwachting zijn op 31 oktober 2019 ongeveer 930 FTE ingestroomd, waarvan ongeveer
600 inzetbaar.
Vraag 4
Welke aanbevelingen uit het EY-rapport over de douane en Brexit neemt de douane slechts
gedeeltelijk of niet over?2
Antwoord 4
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld (TK 2018–2019, 31 934, nr. 19), heeft de Douane alle aanbevelingen van EY overgenomen.
Vraag 5
Herinnert u zich dat de Algemene Rekenkamer schreef: «Met de dan beperkt beschikbare
capaciteit moeten keuzes in handhaving en controle worden gemaakt. Bij het afsluiten
van het onderzoek was nog geen besluit genomen over de keuzeopties»?3
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Zijn de keuzes over handhaving en controle nu wel gemaakt en kan de Tweede Kamer daar
inzage in krijgen?
Antwoord 6
Over deze keuzes is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van het kabinet d.d.
18 januari 2019 (Kamerstuk 23 987, nr. 304) en in het verslag van een schriftelijk overleg over het rapport van de Algemene
Rekenkamer d.d. 22 januari 2019 (Kamerstuk 31 934, nr. 20).
De keuzes gingen uit van een no deal Brexit op 29 maart jl, De Douane zou direct op alle ferryterminals aanwezig zijn
om toe te zien op de naleving van douaneformaliteiten, zoals het doen van een aangifte.
Indien hieraan niet wordt voldaan worden goederen niet vrijgegeven voor verder vervoer.
Voor wat betreft de handhaving van fiscale (o.a. invoerrechten) en niet-fiscale verplichtingen
(o.a. op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu) was – in overleg met de
opdrachtgevende beleidsdepartementen – ervoor gekozen om deze geleidelijk aan op te
bouwen. Dit naar de mate waarin er meer douaniers instromen en naar de mate waarin
beter zicht ontstaat op de risico’s in de goederenstroom tussen het VK en Nederland.
De Douane is immers een risicogerichte handhavingsorganisatie die de mensen en middelen
inzet daar waar risico’s het grootst zijn.
Het toezicht op de kleine vliegvelden en havens zou eveneens geleidelijk aan worden
opgebouwd naar de mate waarin meer douaniers instromen. Ook zou voorrang worden gegeven
aan de verwerking en afgifte van vergunningaanvragen in het kader van de terugtrekking
uit het VK en de door de EU verplichte herbeoordeling van alle onder het oude Douanewetboek
van de Unie afgegeven vergunningen voor 1 mei 2019, boven administratieve controles
bij bedrijven.
Door de keuze om de handhaving op de goederenstroom tussen het VK en Nederland geleidelijk
aan op te bouwen, zouden de gerichte handhavingsinspanningen op de andere goederenstromen
ook in 2019 doorgang vinden.
Doordat de datum van een no dealBrexit is verschoven naar 31 oktober 2019, zijn de keuzes niet geëffectueerd. De keuzes
zijn nu van toepassing bij een no dealBrexit op 31 oktober aanstaande. Aangezien op die datum ongeveer 600 FTE’s extra inzetbaar
zijn in plaats van ruim 300 fte’s op 29 maart jl., zal het handhavingsniveau op de
ingangsdatum van de Brexit hoger zijn. Aangezien ook op deze datum niet alle voor
de Brexit benodigde aantal douaniers inzetbaar zijn (930 FTE), gelden bovengenoemde
keuzes nog steeds, zij het dat dan meer gehandhaafd kan worden dan op 29 maart jl.
Vraag 7
Herinnert u zich de unaniem aangenomen motie van de leden Omtzigt en Van den Berg
(beiden CDA), waarin de regering wordt verzocht «in nauwe samenwerking met zorginstellingen
en inkooporganisaties, leveranciers en groothandels te voorkomen dat er als gevolg
van een no-deal Brexit tekorten ontstaan aan kritieke medicijnen en medische hulpmiddelen,
en verzoekt de regering tevens, binnen een maand de Kamer te informeren hoe de beschikbaarheid
van alle geneesmiddelen op de CBG-lijst geborgd wordt na een harde Brexit, en verzoekt
de regering, in kaart te brengen waar tekorten in hulpmiddelen ontstaan, alternatieven
in kaart te brengen en voorbereidingen te treffen voor het verlenen van ontheffingen
voor de import van kritieke hulpmiddelen zodat deze ontheffingen wanneer nodig zo
snel mogelijk verleend kunnen worden»?4
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Kunt u op elk van de drie punten van de motie precies ingaan op de stand van zaken?
Antwoord 8
Zoals gemeld in de brief van de Minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) van 19 maart
jl. (Kamerstuk 23 987, nr. 331) is voor alle producten op het overzicht van kritieke geneesmiddelen zoals opgesteld
door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) een oplossing gevonden en/of
een plan van aanpak beschikbaar voor wanneer een no deal scenario zich voordoet. De oplossingsmaatregelen en instrumenten die in voornoemde
brief genoemd zijn, blijven van kracht, zoals de reeds bestaande ontheffing van de
Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor de invoer van specifieke geneesmiddelenproducten
uit derde landen wanneer deze niet langer op de Nederlandse markt beschikbaar zijn.
Het aantal kritieke producten op dit overzicht is verder gedaald. Dit past bij het
beeld dat handelsvergunninghouders in toenemende mate aan de eisen voor registratie
in een EU-lidstaat voldoen. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die centraal op EU-niveau
worden toegelaten via het Europees geneesmiddelenbureau (EMA). In de aanloop naar
de nieuwe deadline van 31 oktober 2019 zal de Minister van MZS samen met alle betrokken
partijen de voorbereidingsmaatregelen blijven toetsen op actualiteit. Ondanks de voorbereidingen,
valt er geen garantie te geven dat er geen geneesmiddelentekorten zullen ontstaan,
bijvoorbeeld bij geneesmiddelen die niet op het kritieke overzicht staan. Tekorten
komen ook nu voor en worden in voorkomende gevallen door betrokken partijen zo snel
mogelijk opgelost. Het speciale Brexit-team met experts vanuit VWS, het CBG en de
Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd zal paraat staan om eventuele problemen
snel het hoofd te bieden en aan te pakken.
De extra tijd die door het uitstel van de Brexit datum is verkregen, heeft bedrijven
en zorginstellingen meer ruimte gegeven om zich voor te bereiden op een no dealscenario. Zoals de Minister van MZS in eerdere brieven aan uw Kamer heeft gemeld,
is het voor medische hulpmiddelen en in-vitro diagnostica (IVD) niet mogelijk om precies
aan te geven voor welke producten er specifieke risico’s bestaan op tekorten. Een
overzicht met kritieke medische hulpmiddelen is niet goed vast te stellen vanwege
de grote hoeveelheid en verscheidenheid aan producten op de markt (indicatief: het
gaat hier om enkele honderdduizenden producten). Ook eenvoudige producten kunnen een
onmisbare schakel vormen bij specifieke handelingen.
Zoals de Minister van MZS in zijn brief van 6 februari 2019 (Kamerstuk 23 987, nr. 311) aangaf, heeft het RIVM beter in beeld proberen te krijgen voor welk type medische
hulpmiddelen en IVD’s er mogelijk leveringsproblemen kunnen ontstaan bij een no deal scenario. In haar eindrapportage van deze inventarisatie heeft het RIVM enkele handvatten
aangereikt waarmee zorginstellingen gerichter in kaart kunnen brengen aan welke producten
zij specifiek aandacht moeten schenken.5 Het gaat dan bijvoorbeeld om producten waar specifieke trainingen of vaardigheden
voor vereist zijn, «dedicated consumables» zonder welke een bepaald medisch hulpmiddel
niet meer gebruikt kan worden (zoals specifieke infuuslijnen of bepaalde IVD’s) en
waarvan mogelijk ook bekend is dat deze via of vanuit het VK geleverd worden. Aan
de hand van de productetiketten kan vervolgens worden nagegaan om welke Britse notified body het gaat. Ten slotte kunnen zorginstellingen daarbij ook in kaart brengen of het
gaat om producten met een hoge omloopsnelheid, met een korte houdbaarheidsduur of
producten waarvoor er nu al vertragingen optreden bij leveranties.
De Minister van MZS heeft in zijn brief van 19 maart 2019 uiteengezet dat er een ontheffingsprocedure
is ingericht voor medische hulpmiddelen en IVD’s die op de Brexit-datum nog bij een
Britse notified body geregistreerd staan en die op de Nederlandse markt worden aangeboden. Deze ontheffingsmogelijkheid
is gebaseerd op artikel 8 van de Wet op de medische hulpmiddelen (Wmh) en biedt de
Minister de mogelijkheid tot het verlenen van een ontheffing voor een periode van
zes maanden voor het in de handel brengen van medische hulpmiddelen of IVD’s die niet
voldoen aan alle gestelde eisen uit de medische hulpmiddelen regelgeving.
Deze mogelijkheid tot ontheffing is ook na 31 oktober 2019 beschikbaar voor producten
met een certificaat afgegeven door een Britse notified body. Deze ontheffing kan online worden aangevraagd bij Farmatec (CIBG). Van deze ontheffing
kan alleen gebruik worden gemaakt in uitzonderlijke situaties in het belang van de
volksgezondheid. Dit is het geval wanneer er bij een no deal scenario geen of onvoldoende alternatieven beschikbaar zijn van een product en er
risico’s bestaan voor de continuïteit van zorg in Nederland. De fabrikant in kwestie
zal wel aan de gestelde voorwaarden voor de ontheffing moeten voldoen.
Ondanks alle voorbereidingen is het van groot belang dat bedrijven en instellingen
in de zorg zich blijven voorbereiden op een no deal scenario. De kans bestaat nog steeds dat verstoringen zich voordoen in de leveringsketen
van geneesmiddelen of medische hulpmiddelen, bijvoorbeeld wanneer zich aan de Britse
zijde van de grens met de EU opstoppingen voor zullen doen bij het vervoer van goederen.
Deze effecten kunnen zich ook enige tijd na de Brexit-datum zelf voordoen. De komende
weken zal de Minister van MZS onverminderd hiervoor aandacht blijven vragen, onder
meer via informatiebijeenkomsten en andere kanalen.
Vraag 9
Herinnert u zich dat u dit voorjaar aan de Kamer schreef dat «Op basis van informatieverzameling-
en uitwisseling tussen EU-lidstaten bestaat het beeld dat er op dit moment naar schatting
nog minstens 30% van het totaal aantal door Britse Notified Bodies (NoBo’s) afgegeven
certificaten voor medische hulpmiddelen en in-vitro diagnostica in het Verenigd Koninkrijk
geregistreerd staan» en dat zonder EU-certificaten deze middelen niet beschikbaar
zijn in de Europese Unie?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Kunt u aangeven wat de huidige stand van zaken is en voor welke hulpmiddelen er niet
tijdig EU-certificaten zullen zijn?
Antwoord 10
In de afgelopen maanden zijn vrijwel alle medische hulpmiddelen en IVD’s die bij de
grootste Britse notified body BSI UK geregistreerd stonden, overgezet naar de Nederlandse notified body BSI NL. De Britse notified body UL is samenwerking aangegaan met een notified body in Polen en heeft inmiddels bijna alle certificaten overgeheveld. De Britse notified body SGS UK hevelt voor zover mogelijk certificaten over naar SGS in België. Omdat SGS
België niet over de expertise beschikt om dezelfde productgroepen te beoordelen als
SGS UK kunnen niet alle certificaten worden overgezet. Tenslotte zal de notified body LRQA (Lloyds) haar werkzaamheden medio september 2019 staken in de sector medische
hulpmiddelen en IVD’s, waardoor alle bij deze instantie geregistreerde CE-certificaten
bij een andere notified body moeten worden ondergebracht. Leveranciers van medische
hulpmiddelen in Nederland en de daarbij aangesloten zorginstellingen doen er daarom
goed aan om proactief contact op te nemen met fabrikanten die certificaten hadden
ondergebracht bij LRQA.
Met deze ontwikkelingen is het aantal certificaten dat nog bij Britse notified bodies staat geregistreerd aanzienlijk gedaald ten opzichte van begin van dit jaar. Mochten
er in deze restgroep van in het VK geregistreerde certificaten producten zitten die
van belang zijn voor de Nederlandse gezondheidszorg waar ook geen alternatief voor
beschikbaar is, dan kan de fabrikant een beroep doen op de hierboven genoemde ontheffingsmogelijkheid.
Vraag 11
Kunt u aangeven op welke wijze u ervoor gaat zorgen dat er een functionerend keurpunt
voor levend vee zal zijn op 31 oktober 2019, zoals meerdere keren gevraagd in moties
en Kamervragen? Waar zal dat keurpunt zijn?
Antwoord 11
Over de eventuele inrichting van een inspectiepost voor levende dieren bij de ferryhavens
lopen de gesprekken nog. De Minister van LNV blijft zich inspannen om samen met de
NVWA en betrokken private partijen voortdurend naar geschikte (tijdelijke) locaties
en oplossingen te zoeken. Voor zover dit mogelijk is binnen de Europese staatsteunkaders
en de grenzen die deze stellen aan percentages en omvang van bedragen, wil LNV deze
oplossingen faciliteren door onder strikte voorwaarden een subsidie te verstrekken
voor de inrichting van een inspectiepost en een garantiestelling op het verlies op
een eventuele grondpositie. Het blijkt voor het bedrijfsleven lastig om goede businesscases
rond te krijgen, mede vanwege de geringe aantallen levende dieren die via de zeehavens
ons land binnenkomen en de onzekerheid rond de beschikbaarheid van alternatieven via
andere routes vanuit het VK naar de EU. Er is op dit moment een aanvraag voor een
inspectiepost voor bepaalde soorten levende dieren ingediend, de NVWA is in gesprek
met de indiener hierover met het oog op een complete en tijdige aanmelding van een
kansrijke aanvraag bij de Europese Commissie. De locatie van een inspectiepost voor
levende dieren zal in de directe nabijheid van de aankomstlocatie moeten liggen.
Vraag 12
Wie heeft in Frankrijk keurpunten ingericht?
Antwoord 12
De informatie over de Franse inspectieposten is te vinden op deze website6. In Calais zijn bijvoorbeeld twee posten ingericht waarvan één direct bij de Eurotunnel
en één direct bij de aankomstlocatie van de ferrylijn zijn gelegen. Over deze locaties
is ons niet bekend hoe de (terminal)eigenaren Eurotunnel en het havenbedrijf dit exact
hebben vormgegeven.
Vraag 13
Kunt u aangeven of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voldoende is
voorbereid op het cliff edge-scenario?
Antwoord 13
Ja. Zie ook de uiteenzetting hieronder in het antwoord op vraag 14.
Vraag 14
Hoeveel extra mensen zijn aangesteld en volledig aangesteld voor de Brexit op 31 oktober
aanstaande?
Antwoord 14
De NVWA bereidt zich ook onverminderd voor op een no deal Brexit op basis van de huidige volumestromen. De NVWA heeft in aanloop naar 29 maart
de nodige voorbereiding op een no dealBrexit getroffen. Uw Kamer is meerdere malen geïnformeerd over onder andere de werving
en het opleidingsbeleid van de benodigde extra 143 fte. Nu de uittredingssdatum is
gesteld op 31 oktober, gaat de werving van de benodigde medewerkers onverminderd voort
en de huidige extra gegunde tijd wordt benut om de recent aangenomen medewerkers verder
op te leiden waarmee hun inzetbaarheid flexibeler wordt. Zoals eerder gemeld aan uw
Kamer, zal de NVWA bij een no deal Brexit in het worst case scenario 143 fte extra nodig hebben, bij gelijkblijvende
handelsstromen. 100 van deze 143 fte zijn toezichthoudende dierenartsen, waarvan 20
fte voor de import en 80 fte voor de export.
De NVWA heeft inmiddels een fors aantal medewerkers van de voorziene 143 personeelsleden
geworven voor de diverse activiteiten. Van de 80 benodigde dierenartsen voor exportcertificering
zijn de eerste 21 momenteel in de praktijk aan het werk. Een tweede tranche van 31
(nog niet-Nederlandstalige) dierenartsen is in april 2019 gestart met hun opleiding.
Zij zijn vanaf april 2020 volledig inzetbaar, na afronding van hun taaltraining en
opleiding. Recent zijn 24 fte aan toezichthoudende dierenartsen geworven welke per
aanstaande 1 september met de taaltraining starten. Verder zijn 25 medewerkers voor
importinspecties en 7 medewerkers voor overige activiteiten geworven. Het kabinet
wijst hierbij op de krapte op de arbeidsmarkt voor Nederlandstalige dierenartsen.
Daardoor heeft de NVWA al jaren moeite met het vullen van vacatures voor toezichthoudende
dierenartsen. De NVWA spant zich in om op het tekort aan dierenartsen zo goed als
mogelijk op te vangen: zoals de flexibele inzet van personeel, bijvoorbeeld door de
tijdelijke invoering van een ander roostersysteem en het inzetten van niet-dierenartsen
voor bepaalde werkzaamheden (waar toegestaan). Deze maatregelen kunnen er wel voor
zorgen dat het niveau van dienstverlening tijdelijk wordt verlaagd.
Vraag 15
Welke grote problemen zijn de laatste tijd naar boven gekomen in de Brexit-voorbereidingen
en op welke wijze wordt er naar oplossingen gezocht?
Antwoord 15
De gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU op alle terreinen zijn in aanloop
naar de eerste no deal deadline van 29 maart 2019 in kaart gebracht, waarna zowel op Europees als nationaal
niveau passende contingency maatregelen zijn genomen of voorbereid. Sinds april zijn geen nieuwe aandachtsgebieden
naar boven gekomen. Uw Kamer is steeds uitgebreid geïnformeerd over mogelijke problemen
en getroffen maatregelen, zoals laatstelijk in de brief met de Kabinetsappreciatie
van de Commissiemededeling Brexit van 12 juni en stand van zaken nationale voorbereidingen
no deal scenario (Kamerstuk 23 987, nr. 362). Hoewel de laatste tijd geen nieuwe aandachtsgebieden zijn geconstateerd, betekent
dit niet dat er zich geen verstoringen zullen voordoen. Deze blijven onvermijdelijk
in een no dealscenario. Daarbij geldt bovendien dat niet alle oplossingen van de rijksoverheid kunnen
komen: burgers, bedrijven en instellingen hebben een eigen verantwoordelijkheid om
zich tijdig en gedegen voor te bereiden op de terugtrekking van het VK uit de EU,
inclusief in geval van een no dealscenario.
Vraag 16
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.