Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Den Boer over ‘Politie wordt niet diverser door afhakers’
Vragen van het lid Den Boer (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Politie wordt niet diverser door afhakers» (ingezonden 9 augustus 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 september
            2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3770.
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Politie wordt niet diverser door afhakers»?1
Antwoord 1
            
Ja
Vraag 2, 3, 4 en 5
            
Kunt u bevestigen dat jonge agenten met een migratie-achtergrond vaak al binnen twee
               jaar afhaken bij de politie? Zo nee, hoe groot is dit aantal dan?
            
Hoe komt het, dat jonge agenten met een migratie-achtergrond al na zo’n korte tijd
               de politie weer willen verlaten? Welke specifieke oorzaken ziet u die hier aan ten
               grondslag liggen en welke oplossingen ziet u teneinde deze snelle uitstroom tegen
               te gaan? Hoe gaat u deze trend keren?
            
Klopt het dat het aantal afhakers met een migratie-achtergrond ongeveer even groot
               is als het aantal nieuwkomers met een migratie-achtergrond, en de diversiteit bij
               de politie qua personeelsbestand dus niet is toegenomen? Zo nee, wat is volgens u
               dan de juiste verhouding tussen in- en uitstroom van mensen met een migratie-achtergrond?
            
Hoe verklaart u dat de diversiteit van agenten met een migratie-achtergrond terugloopt,
               terwijl vanuit de politie nadrukkelijk op diversiteit wordt ingezet? Deelt u de mening
               dat deze terugloop een slechte ontwikkeling is en zo ja, wat gaat u doen deze instroom
               weer te laten toenemen?
            
Antwoord 2, 3, 4 en 5
            
Er is geen wettelijke grondslag om personeelsgegevens te koppelen aan culturele achtergrond.
               Om toch zicht te krijgen op de culturele diversiteit van het politiepersoneel, heeft
               het CBS in opdracht van de korpschef onderzoek uitgevoerd naar de diversiteit van
               het korps op geanonimiseerd niveau. Uit de meting die de politie door het CBS heeft
               laten uitvoeren, blijkt dat het aandeel medewerkers met een migratieachtergrond in
               de bezetting (totale korps) zowel in 2017 als in 2018 13% was. Het aandeel medewerkers
               met een migratieachtergrond dat is uitgestroomd (totale korps) was zowel in 2017 als
               in 2018 12%. In 2017 en 2018 ligt het aandeel uitgestroomde medewerkers met een migratieachtergrond
               (12%) dus lager dan het aandeel in de bezetting (13%).
            
Uit de cijfers van het CBS is niet af te leiden wat het aandeel is in de totale uitstroom
               van jonge (aspirant)agenten met een migratieachtergrond in combinatie met het aantal
               dienstjaren. Ook is het uitstroomcijfer gebaseerd op de complete groep en niet alleen
               van (aspirant)agenten om mogelijke herleidbaarheid naar personen te voorkomen. De
               samengestelde conclusie «jonge agenten», «vaak» en «binnen twee jaar» is dan ook niet
               valide.
            
Ook is uit de meting van CBS niet te herleiden hoe het aantal ingestroomde medewerkers
               zich verhoudt tot de uitgestroomde, omdat het CBS alleen percentages in hele aantallen
               levert. Het vergt nadere analyse om te bevestigen of ontkrachten dat het aantal medewerkers
               met een migratieachtergrond is toe- of afgenomen. Bovendien vallen medewerkers van
               derde generatie migratieachtergrond en verder buiten de gehanteerde definitie.
            
Op dit moment ontbreekt de wettelijke basis voor het registreren van de migratieachtergrond
               van personen. Dientengevolge zal er ook geen overzicht kunnen worden gegenereerd van
               de redenen waarom medewerkers met een migratieachtergrond onvoorzien uitstromen. Gegeven
               het belang dat de politie hecht aan het vergroten en behouden van een diverser personeelsbestand,
               investeert ze extra in een sociaal veilig werkklimaat waarbij een ieder tot zijn recht
               kan komen. Ook wordt gewerkt aan een landelijke standaard voor het voeren en registreren
               van exitgesprekken.
            
De politie blijft investeren in nieuwe manieren om de diversiteit in de personeelssamenstelling
               verder te vergroten. De komende periode wordt hieraan op verschillende manieren gewerkt:
            
De politie zet extra in op het verbeteren van de reputatie van werkgever. In mei van
               dit jaar is er een wervingscampagne gestart: «Met alles wat je in je hebt, maak er
               politiewerk van». De campagne is zowel wervend als reputatieversterkend en benadrukt
               de complexheid van politiewerk. Tegelijkertijd laat de campagne zien dat je je als
               mens ontwikkelt bij de politie. Dit sluit aan bij de behoefte van de wervingsdoelgroep.
               In boodschap, vormgeving en communicatiekanalen is rekening gehouden met diversiteitsdoelgroepen.
            
Collega zoekt collega: Met een speciale referral-app kunnen wijkagenten en andere
               collega’s vanuit hun netwerk «meewerven» en direct een geïnteresseerde aanmelden.
            
Innovaties om de uitval tijdens de selectieprocedure te verminderen, zoals het borgen
               van het project Blauw Talent in het reguliere selectietraject tot het bieden van extra
               begeleidingsmogelijkheden voor schaarse en moeilijk te werven doelgroepen.
            
Lokale samenwerking met bijvoorbeeld (keten)partners op de regionale arbeidsmarkt
               versterken. Dit kan door bijvoorbeeld gezamenlijke open dagen te organiseren of door
               partners te vragen de vacatures van de politie te delen binnen hun netwerk.
            
Vraag 6
            
In hoeverre ziet u een relatie tussen gebrek aan mensen met een migratie-achtergrond
               in de top van de politieorganisatie en de snelle uitstroom van jonge agenten met een
               migratie-achtergrond?
            
Antwoord 6
            
De politie streeft naar een korps dat divers is opgebouwd om zo in verbinding te blijven
               met de burgers in de samenleving. Dat is noodzakelijk voor de legitimiteit van de
               politie, de informatiepositie van de politie en het vertrouwen van burgers in de politie.
               De korpsleiding heeft de afgelopen jaren met een talentprogramma juist geïnvesteerd
               in diversiteit in achtergrond en gender op leidinggevende posities. De korpschef heeft
               extra ontwikkelplekken toegevoegd aan de strategische top voor divers talent. Uit
               de literatuur blijkt dat zichtbare rolmodellen een belangrijke rol spelen in de instroom
               en de doorstroom. Dat er een correlatie is tussen minder zichtbaarheid van rolmodellen
               en uitstroom, is mij onbekend. Om te voorkomen dat politiemedewerkers onnodig uitstromen
               zijn leiderschapskwaliteiten van groot belang. Teamchefs en operationeel experts nemen
               deel aan leiderschapsdagen die in het teken staan van het creëren van een veilige,
               inclusieve werkcultuur. De diverse instrumenten en methodieken zijn beschikbaar gesteld
               op intranet en een groeiend aantal teamchefs weet de weg hiernaar te vinden. Ook vragen
               zij vaker om ondersteuning van onder meer coaches en veranderkundigen.
            
Vraag 7 en 8
            
Vindt u dat de politieorganisatie voldoende toegankelijk is teneinde agenten met een
               diverse achtergrond aan te trekken? Zo ja, waarom?
            
Denkt u dat de cultuur binnen de politieorganisatie tolerant genoeg is om een veilige
               werkomgeving te zijn voor mensen met een diverse achtergrond? Zo ja, waarom? Welke
               verbeteringen ziet u?
            
Antwoord 7 en 8
            
In een veilige, inclusieve werkcultuur voelt iedereen zich begrepen en gerespecteerd
               en kunnen talenten optimaal ingezet worden. Daarom investeert de politie ook extra
               in een sociaal veilig werkklimaat. Zo wordt er bijvoorbeeld ingezet op het vormen
               van kleinere teams, of kleinere werkverbanden binnen teams, zodat er meer tijd en
               aandacht is voor het individu en voor elkaar. Daarnaast bestaan diverse instrumenten
               en bewustwordingsprocessen om politiemedewerkers weerbaarder te maken en om het goede
               gesprek te stimuleren. Zo is er een toolbox ontwikkeld met middelen om het goede gesprek
               te voeren en bewustwording te creëren op goed omgaan met elkaar d.m.v. trajecten als
               «over de streep», het waarde(n)volle gesprek en geweldloze communicatie. Ook is de
               theatervoorstelling Rauw ontwikkeld, bedoeld om het onderlinge gesprek te bevorderen,
               en zijn er dilemmatrainingen.
            
De rol van de leidinggevende bij het zorgen voor een veilige en inclusieve werkcultuur
               is niet te onderschatten. Om de leidinggevenden beter in positie te brengen, worden
               er tweedaagse cursussen gegeven waarin aandacht wordt besteed aan sociale veiligheid,
               omgangsvormen en het goede gesprek. In de ontwikkeltrajecten wordt ook aandacht besteed
               aan hoe om te gaan met culturele verschillen binnen het team.
            
Vraag 9 en 10
            
Wat zijn de resultaten van de door de politie aangestelde diversiteitsrecruiters tot
               nu toe? Bent u van mening dat de aanstelling van diversiteitsrecruiters succesvol
               is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Wat kan er in uw ogen beter?
            
In hoeverre wordt er binnen de zoektocht naar een meer divers personeelsbestand, bijvoorbeeld
               door de diversiteitsrecruiters, nog specifiek ingezet op het recruiten van mensen
               met een niet-westerse migratie-achtergrond?
            
Antwoord 9 en 10
            
De inzet van extra diversiteitsrecruiters is een tijdelijke, bovenformatieve maatregel
               om extra te investeren in netwerkopbouw (intern en extern) en kennisontwikkeling in
               de werving van kandidaten met een migratieachtergrond. Dit is – naast de wervingscampagne,
               versnelling van de selectieprocedure en initiatieven voor kandidaatgerichte begeleiding
               – een van de maatregelen om de culturele diversiteit in de instroom te vergroten.
               Diversiteitsrecruiters hebben bijgedragen aan het persoonlijk contact met de doelgroep.
               De komende periode wordt gekeken of er algemene inzichten kunnen worden ontleend aan
               de bevindingen van de diversiteitsrecruiters als input voor het diversiteitsbeleid.
               De politie zal ook de komende periode extra blijven investeren in de instroom van
               aspiranten met een migratieachtergrond.
            
Vraag 11
            
Waarom gebruikt de politie twee definities voor het woord divers als het gaat om de
               instroom? Deelt u de mening dat dit de duidelijkheid over de behaalde resultaten niet
               ten goede komt? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 11
            
De politie hanteert bij de presentatie van cijfers één, meetbare definitie, namelijk
               dezelfde definitie die het CBS ook hanteert voor personen met een migratieachtergrond.
               Daartegen wordt de monitoring van het streefcijfer afgezet. De bedoeling van het streefcijfer
               is echter breder dan eerste en tweede generatie aspiranten met een migratieachtergrond
               zoals bedoeld in de CBS-definitie. Een bredere definitie dan de CBS-definitie biedt
               ruimte voor de transitie van het werven op persoonskenmerken naar het werven op competenties
               (kennis, vaardigheden en talent).
            
Vraag 12
            
Welke kansen ziet u om van de politie een meer aantrekkelijkere werkgever te maken,
               met name ook onder jongeren met een migratie-achtergrond?
            
Antwoord 12
            
Graag verwijs ik u naar mijn antwoord op vragen 5, 7 en 8.
Vraag 13
            
Wilt u deze vragen beantwoorden voor aanvang van het algemeen overleg Politie op 5 september
               2019?
            
Antwoord 13
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.