Schriftelijke vragen : De Wet modernisering Kleineondernemersregeling (KOR)
Vragen van de leden Lodders en Aartsen (beiden VVD) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over de Wet modernisering kleineondernemersregeling (KOR) (ingezonden 3 september 2019).
Vraag 1
            
Kunt u een update geven van de implementatie van de Wet modernisering kleineondernemersregeling
               (KOR)? Klopt het dat de implementatie per 1 januari 2020 van kracht zal worden? Zo
               nee, waarom niet?
            
Vraag 2
            
Op welke manier brengt u de omschakeling van de oude naar de nieuwe KOR onder de aandacht
               van de kleine ondernemer? Hoe waarborgt u dat voor alle kleine ondernemers duidelijk
               is wat er zal veranderen op 1 januari 2020? Welke stappen zijn hiertoe gezet?
            
Vraag 3
            
Is uw verwachting dat 68.000 ondernemers die geen gebruik kunnen maken van de huidige
               KOR, wel gebruik zullen en kunnen maken van de nieuwe KOR, nog accuraat? Waarop is
               dit aantal gebaseerd? Klopt het dat dit aantal bovenop de 230.000 kleine ondernemers
               komt die per eind 2017 onder de KOR vielen?1
Vraag 4
            
Klopt het dat alle ondernemers die aan de criteria van de «oude KOR» voldoen ook per
               direct aan de criteria van de «nieuwe KOR» voldoen? Kunnen er gevallen zijn waarbij
               een ondernemer die onder de «oude KOR» valt niet voldoet aan de criteria van de «nieuwe
               KOR»? Om welk soort ondernemers gaat dit en in welke branches zijn zij actief? Kunt
               u toelichten waardoor niet alle kleine ondernemers onder de nieuwe KOR vallen? Op
               welke manier worden ondernemers hierover geïnformeerd?
            
Vraag 5
            
Bent u bekend met de uitspraak van het Hof van Justitie (HvJ 29 juli 2019, C-388/18,
               de zaak «B» (Chiffre d’affaires du revendeur de véhicules d’occasion))?2
Vraag 6
            
Wat vindt u van de uitspraak van het Hof van Justitie waarin een ondernemer zijn omzet
               moet berekenen op basis van alle gedane betalingen/transacties en niet op basis van
               winstmarges?
            
Vraag 7
            
Welke gevolgen heeft de uitspraak van het Europese Hof van Justitie voor de Nederlandse
               invulling van de KOR en welke gevolgen heeft dat voor het aantal kleine ondernemers
               die hierdoor geen gebruik kunnen maken van de KOR?
            
Vraag 8
            
Op basis van welk scenario in relatie tot de genoemde uitspraak is de € 20.000 tot
               stand gekomen: winstmarge of ontvangen betalingen als jaaromzet? Indien winstmarge,
               welke implicaties heeft de uitkomst van dit arrest voor de nieuwe KOR?
            
Vraag 9
            
Kunt u een overzicht geven van de gehanteerde drempels (in de KOR-regeling) in andere
               Europese lidstaten? Klopt het dat de drempel in Nederland in vergelijking met andere
               Europese lidstaten lager ligt? Zo ja, waarom heeft u gekozen voor de drempel van € 20.000
               en niet voor een hogere drempel die meer in overeenstemming is met andere EU-lidstaten?
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat de uitspraak van het Hof van Justitie maakt dat er minder ondernemers
               zijn die gebruik kunnen maken van de KOR na implementatie van de Wet modernisering
               kleineondernemersregeling en de uitspraak van het Hof van Justitie? Zo ja, wat gaat
               u eraan doen om te zorgen dat een grotere groep ondernemers onder de nieuwe KOR valt?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Deelt u de mening dat de KOR een belangrijke meerwaarde vormt voor kleine ondernemers
               omdat op die manier de administratieve lasten voor deze ondernemers beperkt wordt?
            
Vraag 12
            
Bent u bereid om de voorgestelde drempel in relatie tot de uitspraak van het Hof van
               Justitie te verhogen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Klopt het dat de nieuwe regeling consequenties heeft voor de facturen naar klanten,
               bijvoorbeeld in geval van lopende contracten of bij vervallen van de KOR als een ondernemer
               rond de drempel van € 20.000 euro zit of bij het leveren van vrijgestelde diensten?
               Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het argument dat de nieuwe regeling tot minder administratieve
               verplichtingen zal leiden?
            
Vraag 14
            
Kunt u toelichten of het btw-nummer op de factuur vervalt aangezien in de nieuwe regeling
               een kleine ondernemer vrijgesteld is van btw? Wat zijn de gevolgen hiervan in de praktijk
               omdat in deze situatie de rekening niet voldoet aan de factuurvereisten (en daarmee
               verwarring en twijfel over ondernemerschap)? In hoeverre heeft dit consequenties of
               leidt dit tot verwarring over de status van de arbeidsrelatie?
            
Vraag 15
            
Kunt u de vragen één voor één en vóór Prinsjesdag beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
 M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- 
              
                  Gericht aan
 M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- 
              
                  Indiener
 W.J.H. Lodders, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
