Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over de problemen bij Yarden
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën over de problemen bij Yarden (ingezonden 5 juli 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 2 september 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kan Yarden de all-inclusive verzekering zomaar
aanpassen?»?1 Wat vindt u van de slechte financiële positie van Yarden, dat 1,4 miljoen mensen
verzekert?
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het feit dat de solvabiliteitspositie van Yarden, de zogenaamde
solvency capital ratio, in het derde kwartaal van 2018 onder de wettelijke norm van 100% is gedaald. De
solvabiliteitseisen die aan verzekeraars worden gesteld hebben tot doel een robuuste
financiële bedrijfsvoering van de onderneming te waarborgen, waardoor de verzekeraar
ook in de toekomst in staat is aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Indien een
verzekeraar onder de wettelijk voorgeschreven solvabiliteitseis zakt, is dat een zorgelijke
ontwikkeling. De wet vereist in een dergelijk geval dat de verzekeraar in een zogenoemd
herstelplan maatregelen voorstelt om de financiële positie te verbeteren, zodanig
dat hij weer voldoet aan de wettelijke grens van 100%. Een dergelijk herstelplan behoeft
de instemming van de Nederlandsche Bank (DNB) als toezichthouder.
Onderdeel van het door Yarden ingediende herstelplan is dat Yarden gebruik maakt van
de mogelijkheid als opgenomen in de voorwaarden van een aantal van haar verzekeringsovereenkomsten,
de zogenoemde pakketpolissen, om in bepaalde gevallen aanpassingen te doen, mogelijk
ten nadele van betrokken polishouders. Een versobering van de polisvoorwaarden door
een beroep op een dergelijke clausule, kan echter slechts worden gedaan in uitzonderlijke
gevallen waarin alle overige alternatieven zijn uitgeput. Yarden heeft aangekondigd
dat, kort gezegd, de betreffende polishouders vanaf 1 januari 2020 zelf de kostenstijging
ten gevolge van het inflatierisico en inkooprisico moeten dragen. Daarmee verlegt
Yarden vanaf 1 januari 2020 het risico van toekomstige kostenstijgingen, ten gevolge
van het inflatierisico en het inkooprisico, van de uitvaart naar de polishouder. Dit
heeft tot gevolg dat de financiële positie van Yarden verbetert. Het is erg vervelend
dat polishouders daardoor worden geconfronteerd met een versobering. Tegelijkertijd
is het in het belang van alle betrokkenen dat Yarden in staat is de financiële positie
te herstellen.
Vraag 2
Vindt u het rechtvaardig dat de polishouders, die juist verzekerd wilden zijn, moeten
opdraaien voor de slechte inschattingen van deze grote financiële instelling?
Antwoord 2
Indien een verzekeraar in de problemen komt moet hij een herstelplan opstellen om
weer aan de wettelijke vereisten te voldoen en om toekomstige verplichtingen na te
kunnen komen. In dit geval heeft Yarden gebruik moeten maken van de «en-bloc» clausule
in de polisvoorwaarden. Deze clausule is bedoeld om in uitzonderlijke gevallen te
worden toegepast bij grote financiële problemen bij de verzekeraar.
Vraag 3
Waarom is er niet gekozen voor een «bail-in», zoals mogelijk gemaakt door de Wet herstel
en afwikkeling van verzekeraars, zodat de eigenaren en aandeelhouders van Yarden die
in goede tijden hebben gedeeld in de winst in slechte tijden ook verantwoordelijkheid
nemen?
Antwoord 3
Het toepassen van een bail-in was niet aan de orde. Ingevolge de richtlijn Solvabiliteit
II geldt voor verzekeraars een zogenaamde interventieladder. Zodra sprake is van onderschrijding
van het wettelijk solvabiliteitskapitaalvereiste (het «SKV»), dient de verzekeraar
de toezichthouder daarvan op de hoogte te brengen. Binnen twee maanden na constatering
van de onderschrijding dient de verzekeraar een herstelplan aan de toezichthouder
te presenteren. In beginsel geldt dat het SKV binnen zes maanden na constatering van
de onderschrijding weer op peil dient te zijn gebracht. Gedurende de periode van onderschrijding
zal de verzekeraar onder verscherpt toezicht staan.
Op het moment dat de verzekeraar over onvoldoende kapitaal beschikt om dekking van
het minimumkapitaalvereiste (het «MKV») te garanderen, of het vermoeden heeft dat
dit binnen drie maanden zal gebeuren, moet de toezichthouder ook hiervan op de hoogte
worden gebracht. In dit geval is de verzekeraar verplicht een financieel kortetermijnplan
op te stellen, waarin vermeld staat op welke wijze en binnen welke termijn weer aan
de solvabiliteitseisen voldaan zal worden. Daarna moet binnen drie maanden het MKV
weer op peil zijn. De toezichthouder zal maatregelen treffen indien het MKV niet of
niet tijdig wordt bereikt. Het optreden van de toezichthouder is dan gericht op het
treffen van maatregelen om de solvabiliteit van de betrokken verzekeraar te verbeteren.
Bovendien heeft de toezichthouder de bevoegdheid om de vrije beschikking over de beleggingen
te beperken. Als de toezichthouder van mening is dat het financieel kortetermijnplan
onvoldoende is voor herstel, of als de verzekeraar er niet in slaagt binnen drie maanden
te voldoen aan het MKV, is de toezichthouder genoodzaakt om de vergunning van de verzekeraar
in te trekken.
Indien toepassing van de interventie de financiële positie van de verzekeraar niet
heeft verbeterd zal afwikkeling door toepassing van de nieuwe bevoegdheden door DNB
aan de orde komen, mits aan de algemeen belang toets wordt voldaan. Indien niet aan
de criteria voor afwikkeling wordt voldaan, volgt faillissement zoals omschreven in
de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars.
Vraag 4
Zullen naast de 380.000 reeds aangetaste polissen ook andere nog bijgesteld worden?
Krijgen in betere tijden deze mensen hun polisvoorwaarden weer terug?
Antwoord 4
Op basis van de uitgevoerde herstelmaatregelen zijn alleen de pakketpolissen aangepast.
De aanpassing in de voorwaarden betekent dat de verzekering nu de vorm heeft van een
natura-uitvaartverzekering tegen een gemaximeerd bedrag. Het is aan de onderneming
zelf om te bepalen of de polisvoorwaarden in betere tijden weer worden hersteld in
hun «oude» vorm.
Vraag 5
Wat gaan u en De Nederlandsche Bank (DNB) doen om verdere problemen bij Yarden en
het verlies van de inleg en verzekering van 1,4 miljoen mensen te voorkomen?
Antwoord 5
DNB ziet toe op naleving van wet- en regelgeving en heeft erop toegezien dat Yarden
een herstelplan opstelde om het kapitaaltekort te herstellen. Met het huidige herstelplan
en de uitvoering hiervan voldoet de solvabiliteitsratio weer aan de wettelijke vereisten.
De uitvoering van het herstelplan is aan de ene kant zeer vervelend voor polishouders,
maar zorgt er aan de andere kant voor dat de financiële positie van Yarden is verbeterd
en het verzekeringsbedrijf kan worden voortgezet. Dat is ook in het belang van de
polishouders.
Vraag 6
Als Yarden failliet gaat, zijn dan alle polishouders hun geld kwijt? Hoe zou de Wet
herstel en afwikkeling van verzekeraars hen precies beschermen?
Antwoord 6
Graag beantwoord ik deze vraag samen met vraag 7.
Vraag 7
Hoeveel zou het de mensen die zich hier verzekerd hebben kosten wanneer Yarden failliet
zou gaan?
Antwoord 7
Door de genomen maatregelen is Yarden weer solvabel, en kan weer aan haar verplichtingen
voldoen. Interventie is in dit stadium niet aan de orde. Er is geen sprake geweest
van een acuut tekort aan liquiditeit. Yarden heeft haar financiële positie kunnen
herstellen door de wijziging in de voorwaarden.
Zoals in het antwoord op vraag 3 is uiteengezet, dient de toezichthouder de vergunning
in te trekken indien de verzekeraar er niet in slaagt tijdig te voldoen aan het MKV.
Het is mogelijk dat dan nog aanzienlijke waarden tegenover de technische voorzieningen
staan en dat de polishouders, ook in geval van faillissement, niet hun gehele inleg
kwijt zijn.
Naar aanleiding van de vraag hoe de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars polishouders
precies zou beschermen, wordt opgemerkt dat het doel is de verliezen voor polishouders
te beperken; er is echter geen garantie dat verliezen niet optreden. Voor een uitgebreide
uiteenzetting wordt verwezen naar Kamerstuk 34 842, nr. 3, p. 15–27.
Gezien de vele factoren die bij een faillissement een rol zouden kunnen spelen, is
het niet mogelijk voor een hypothetische situatie te voorspellen hoe groot het nadeel
zou zijn voor verzekerden indien Yarden failliet zou gaan. Deze situatie heeft zich
niet voorgedaan: op basis van de inventieladder als opgenomen in de richtlijn Solvabiliteit
II, is de onderschrijding van het solvabiliteitskapitaalvereiste geadresseerd middels
bovengenoemd herstelplan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.